CD-recensie
© Siebe Riedstra, november 2016
|
Anna Prohaska (Neu-Ulm, 1983) is een Oostenrijkse sopraan die op haar negende naar Berlijn verhuisde, waar vader Prohaska aangesteld was als regiedocent aan de Hans Eisler Musikhochschule. Daar studeerde ze af, maar voordat ze haar studie voltooide zong ze al vanaf haar achttiende kleine rollen aan de Komische Oper. De Staatsoper volgde als snel, waar Daniel Barenboim haar carrière met raad ondersteunde. In 2011 maakte ze haar eerste cd voor het label DG, een liedrecital met de titel Sirène. Daarmee zette ze voor zichzelf een trend: een conceptalbum dat ze zelf samenstelde. De formule sloeg aan, en in 2013 volgde Enchanted Forest met barokaria's en een jaar later Behind the Lines, soldatenliederen. Voor haar vierde album verhuist ze naar het label Alpha, maar de formule blijft ongewijzigd. Deze keert heet het concept Serpent en Fire, geïnspireerd door twee tragische koninginnen uit de barokke operaliteratuur die een zelfgekozen dood bezingen. Cleopatra door slangengif, Dido op de brandstapel. Serpent en Vuur. Voor de praktische uitwerking van een en ander kreeg Prohaska hulp van Giovanni Antonini en zijn Giardino Armonico. Antonini is van huis uit fluitist en manifesteert zich hier niet alleen als dirigent, maar ook op de blokfluit en de traverso. Aria's uit meer en minder bekende opera's over de beide koninginnen worden naadloos afgewisseld met instrumentale delen die er soms in hun afkomst niets mee te maken hebben, maar desalniettemin uitstekend passen. Eén voorbeeld: de schuchtere Curtain Tune uit The Tempest van Matthew Locke, dat met zijn weemoedige pianissimo wondermooi de toon zet voor de aria A Dio regni, a Dio scettri uit La Cleopatra van Daniele da Castrovillari - een grote onbekende, maar een beeld van een aria. De kracht van het album ligt in muzikale zin dan ook in de treffend gekozen aria's - naast de voor de hand liggende Se pieta di me non senti uit Giulio Cesare van Händel een juweel als Holdestes Lispeln der spielenden Fluthen uit Christoph Graupners Dido, Königin von Karthago, waarin tevens een hoofrol voor de traverso van Antonini is weggelegd. Dat de aria's hier en daar met de instrumentale intermezzi worden verbonden door korte improvisaties komt afhankelijk van de luisteraar waarschijnlijk over als sfeervol of geneuzel. Wie zo'n concerpt succesvol kan uitwerken is een intelligente programmeur, Anna Prohaska is bovendien ook nog een intelligente zangeres, die weet wat ze wel en wat ze niet kan. Ze heeft een solide techniek die ze paart aan een stemvak dat we soubrette noemden voordat de barokmuziek zijn intrede op het operatoneel deed. Wie het repertoire kent zal zonder geluisterd te hebben al vaststellen dat de slotaria uit Dido and Aeneas voor zo'n stemtype niet geschikt is, en dat blijkt ook. Wat niet wegneemt dat niemand haar die keuze kwalijk zal nemen, gezien de dwingende aard van haar concept. Prohaska voerde dit programma (met een paar instrumentale aanvullingen) onlangs uit in het Concertgebouw, en daar durfde ze als toegift zelfs af te sluiten met Piangerò la sorte mia uit Händels Giulio Cesare. Hieronder vind u het bewuste programma.
Anna Prohaska is deze maand (november 2016) bij de Nationale Opera te beluisteren in de rol van Iphis in Jephta van Georg Friedrich Händel. PROGRAMMA - Amsterdam, Concertgebouw, 27 sept. 2016 Purcell - Ouverture (uit 'Dido and Aeneas', Z 626) Purcell - Aria 'Ah! Belinda, I Am Prest with Torment' (uit 'Dido and Aeneas', Z 626) Graupner - Holdestes Lispeln der spielenden Fluthen (uit 'Dido, Königin von Carthago') Sartorio - Non voglio amar (uit 'Giulio Cesare in Egitto') Locke - Galliard (uit 'Suite 'in The Tempest'') Locke - Lilk (uit 'Suite 'in The Tempest'') Locke - Curtain Tune (uit 'Suite 'in The Tempest'') Da Castrovillari - A Dio regni, a Dio scettri (uit 'La Cleopatra') Sartorio - Quando voglio (uit 'Giulio Cesare in Egitto') Purcell - Chaconne: Dance for the Chinese Man and Woman (uit 'The Fairy Queen', Z 629) Graupner - Der Himmel ist von Donner... Infido Cupido (uit 'Dido, Königin von Carthago') Graupner - Agitato da tempeste (uit 'Dido, Königin von Carthago') ======================================= Händel - Concerto grosso in c, op. 6, nr. 8, HWV 326 Hasse - Aria: "Già si desta la tempesta" (uit 'Didone abbandonata') Händel - Se pietà di me non senti (uit 'Giulio Cesare in Egitto', HWV 17) Castello - Sonata Decima Quinta à 4 in D Cavalli - Re de' Getuli altero (uit 'Didone') Hasse - Morte col fiero aspetto (uit 'Antonio e Cleopatra') L. Rossi - Passacaglia Purcell - Oft she visits this lov'd mountain (uit 'Dido and Aeneas', Z 626) Purcell - Recitatief 'Thy Hand, Belinda' (uit 'Dido and Aeneas', Z 626) Händel - Piangerò la sorte mia (uit 'Giulio Cesare in Egitto', HWV 17) (toegift) index |
|