CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, februari 2018

 

Basso Ostinato - Passacaglias & Chaconnes

Picchi: Pass'e Mezzo
Purcell: A New Ground
Bach: Chaconne uit Partita 2 BWV 1004 (bew. Belder)
Tomkins: Ground
Marchand: Chaconne in d
Couperin: Prélude & Passacaille in C
Soler: Fandango in d
Storace: Ciaconna
Muffat: Passacaglia in g
Frescobaldi: Cento Partite sopra Passacaglia

Pieter-Jan Belder (klavecimbel)
Brilliant Classics 95656 • 78' •
Opname: 2012, 2015, 2016, 2017

   

Basso Ostinato, obstinate bas, is een variatievorm die componisten al een half millennium bezighoudt. De naamgeving - ground, passacaglia, chaconne in diverse spellingen, fandango - mag verschillen, het klinkend resultaat blijft hetzelfde. In de oude muziek vormde een basthema van vier maten de basis voor ritmische en harmonische omspelingen. Dat zoiets tot oneindig veel combinatiemogelijkheden kan leiden wordt op deze cd gedemonstreerd door klavecinist Pieter-Jan Belder.

Belder kent zijn bassi ostinati van binnen en van buiten. In de voorbije decennia maakte hij honderden cd's voor het label Brilliant, en menigmaal kwam er een ciaconne, passacaglia of ground voorbij. Maar op deze cd voegt Belder een nieuw facet aan zijn kunnen toe, dat van de transcriptie. Met de beroemdste Chaco nne aller tijden schiep Johann Sebastian Bach voor de eenzame viool een wonderwerk dat componisten sindsdien heeft gefascineerd. Hoe presteert iemand het om eeen chaconne te schrijven voor een instrument zonder basregister?

Bach loste het probleem op door een fenomenale techniek: suggestieve harmonie. Wanneer men op de viool door dubbelgrepen en gebroken akkoorden in snel tempo een harmonische structuur suggereert ontstaat een volledig auditief patroon dat compleet lijkt zonder het in werkelijkheid te zijn. Bach creëerde daarmee een werk dat erom vroeg om opnieuw uitgeschreven te worden zonder de beperkingen van de viool. Talloze componisten zijn er sinds de negentiende eeuw op gedoken, en dat heeft met name in de pianoliteratuur tot opvallende transcripties geleid.

Het tamelijk logische idee dat juist deze chaconne uitstekend zou klinken op een klavecimbel brak laat door, organisten waren er eerder bij. Geïnspireerd door voorgangers als Gustav Leonhardt en Lars Ulrik Mortenson voelde Pieter-Jan Belder zich geroepen en maakte zijn eigen transcriptie van de chaconne, en is daar overtuigend in geslaagd. Waar Bach zijn inspiratie haalde wordt duidelijk gemaakt in het laatste werk op deze cd, de Centro Partite sopra Pass acaglia van Girolamo Frescobaldi: diens orgelcyclus Fiori Musicali uit 1635 werd door de jonge Sebastian noot voor noot gekopiëerd.

De opnamedata zouden de indruk kunnen wekken dat hier sprake is van een verzameling eerdere opnamen. Maar met uitzondering van de Ground van Thomas Thomkins, die in 2012 verscheen in deel 1 van het Fitzwilliam Virginal Book, gaat het om gloednieuwe inspelingen uit de jaren 2015-2017. Zelfs de befaamde Fandango van Antonio Soler die Belder in 2008 opnam als openingswerk van zijn Soler anthologie, heeft hij voor deze gelegenheid opnieuw bij de kop genomen. Vergelijking leert dat het vertrouwde klavecimbel van Cornelis Bom plaats gemaakt heeft voor een instrument van Titus Crijnen. De zwaardere sonoriteit van dat instrument past goed bij de bijna Beethoveniaans aandoende octaafpassages, en kennelijk kan een nieuw instrument frisse inzichten stimuleren. Toch zijn beide interpretaties even waardevol, dankzij het aanstekelijke plezier dat deze geboren klavecinist in zijn spel weet te leggen.

De uitgebreide toelichting (alleen in - uitstekend - Engels) is van de hand van Belder zelf, de opname werd gemaakt door vaste technicus Peter Arts en laat niets te wensen over. Een cd om te koesteren.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links