CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, mei 2016

 

Birds of Paradise - Octopus Chamber Choir

Ravel: Trois Chansons nr. 2: Trois beaux oiseaux du Paradis

Harvey: Song of June

Berg: Sieben frühe Lieder; Die Nachtigall (arr. Clytus Gottwald)

Schmitt: En bonnes voix opus 91 nr. 5:
La Mort du Rossignol

Finzi: Seven unaccompanied partsongs nr. 5:
The nightingales

Mendelssohn: Sechs Lieder op. 88 nr. 4:
Die Waldvögelein

Vaughan Williams: The turtle dove

Schumann: Liederkreis op. 39 nr. 5:
Mondnacht (arr. Clytus Gottwald)

Cox: The Crow

Rheinberger: Fünf Lieder op. 52 nr. 5: Abendfriede

Stanford: Eight Part-Songs op. 119 nr. 3:
The blue bird

Humperdinck: Frühlingssehnsucht

Hindemith: Six Chansons nr. 2: Un Cigne

Davies: Prayers from the Ark nr. 5:
The Prayer of the Raven

Brahms: Sieben Lieder op. 62 nr. 3: Waldesnacht

Wilkinson: The lark in the clear air

Grace Davidson (sopraan), Marcus Farnsworth (bariton), Octopus Chamber Choir o.l.v. Bart van Reyn

Et'cetera KTC 1529 52'

Opname: februari 2015, Elzenveld Kapel, Antwerpen

 

 In 2000 nam de Vlaamse dirigent Bart van Reyn het initiatief tot de oprichting van een nieuw vocaal ensemble: Octopus. Een gemengd koor dat opereert in een flexibele samenstelling, van kamerkoor tot een bezetting van honderd. Goed te vergelijken met Cappella Amsterdam. De leden zijn professionele zangers of op weg daarnaartoe. Met deze cd maakt het zijn debuut, als kamerkoor in een bezetting van 35 vocalisten. De titel van de schijf is Birds of Paradise. Geen vogelgeluiden, maar de sfeer die door de titel wordt opgeroepen spreekt voor zichzelf. Zo'n concept heeft het voordeel dat er ondanks de veelheid aan titels en componisten (16) toch een gevoel van samenhang ontstaat. Een nadeel zou kunnen zijn dat het contemplatieve karakter van teksten en muziek een eenvormigheid met zich meebrengt die na een half uur gaat vervelen. Zoiets als een compilatie van popmuziek met alleen maar ballads. Je moet ervoor in de stemming zijn, maar gedoseerd beluisteren kan natuurlijk ook.

Dat gezegd zijnde mogen we vaststellen dat Octopus zonder meer een aanwinst betekent in het muzikale landschap. Niet alleen door zijn omvang, maar vooral door de uitstekende kwaliteit. De repertoirekeuze is slim, want door te kiezen voor romantiek en welluidende modernere partituren wordt de voor de hand liggende vergelijking met een naburig koor als Collegium Vocale handig vermeden. Wat wel duidelijk wordt is dat Bart van Reyn zich een waardige medestrijder mag noemen, samen met Philippe Herreweghe, in het gevecht om koorzang van superieure kwaliteit. Het is ondoenlijk om zo'n smörgasbord van kleine gerechten gedetailleerd te bespreken, ik pak er zo maar een paar uit. The Blue Bird van Charles Villiers Stanford is een juweeltje dat iedereen eens in zijn leven gehoord moet hebben, het heeft de allure van een popsong en krijgt hier een platina randje door de paradijselijke sopraan van Grace Davidson (geen koorlid). Jonathan Harvey schreef Song of June in 1960 voor de juniverjaardag van zijn jonge bruid - hier beleeft het zijn plaatpremière. Koormagiër Clytus Gottwald liet zich door Ligeti's zestienstemmige Lux aeterna inspireren tot het maken van een aantal veelstemmige arrangementen (nacomponeren zou een beter woord zijn), waarvan er hier twee aan bod komen. Als u de bewerkingen van Gottwald nog niet kende, is hier een uitgelezen kans. De opname is volkomen natuurlijk, met precies de juiste ambiance - gelukkig geen kerkgalm. De anonieme toelichting is voortreffelijk en alle zangteksten zijn afgedrukt. Een pracht van een visitekaartje.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links