![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2014
|
Albrecht Mayer is solohoboïst van de Berliner Philharmoniker en waarschijnlijk in de waarneming van veel muziekliefhebbers de opvolger van Hansjörg Schellenberger. In werkelijkheid deelden de heren de functie, en is Schellenberger inmiddels opgevolgd door Jonathan Kelly. Overigens hebben we het in dit verband niet over duobanen; orkesten van deze statuur hebben gewoon twee volledig gehonoreerde soloblazers in vaste dienst, die elkaar afwisselen. Albrecht Mayer heeft bovendien een succesvolle platencarrière die de neiging heeft nogal eens van label te wisselen. Eerst van EMI naar DG - vervolgens was de hier te bespreken cd in 2008 zijn eerste voor Decca. Tegenwoordig hebben we het over Universal Music (DG, Decca en Philips) en maakt het weing meer uit: de kerstuitgave van Mayer (met de King's Singers) verscheen in 2012 weer op DG. Net als op zijn vorige cd's speelt Mayer hier naast originele stukken ook bewerkingen. De schijf opent sfeervol met zo'n bewerking: het Largo uit de Winter van de Vier Jaargetijden van Antonio Vivaldi - leuk, maar waar is de rest? Na deze opmaat volgen drie volledige hoboconcerten van Vivaldi, Giovanni Platti en Alessandro Marcello. Vivaldi verrast met een concert dat in zijn originaliteit (Mayer noemt het 'wild und verrückt') alle laster over de gemakzucht van deze componist in de goot schuift. Hoezo, tweehonderd keer hetzelfde concert? Was het Bach die zich voor Italianen als Vivaldi interesseerde, Platti (1692?-1763) was jong genoeg om op zijn beurt lering te trekken uit het werk van de Duitse meester in zijn hoboconcert in g-klein. Van een ander hoboconcert in mineur, dat van Alessandro Marcello, vervaardigde Johann Sebastian Bach een transcriptie voor klavier, en Bach zou Bach niet zijn wanneer hij daaraan niet zijn onnavolgbare omspelingen zou hebben toegevoegd. Mayer zou Mayer niet zijn wanneer hij die extra noten niet zou hebben opgenomen in zijn eigen versie van dit concert - en zo gaat er een wereld voor ons open. Van Alessandro Marcello naar zijn jongere broer Benedetto is een kleine stap. Albrecht Mayer is niet alleen dol op bewerkingen, maar ook op zingen. In die kruisbestuiving stuitte hij op een aria van Benedetto Marcello: de beeldschone Canzone 'Se morto mi brami perchè non m'uccidi'. Hij maakt er een prachtig staaltje zingen op de hobo van, en wie dit heeft gehoord gaat gegarandeerd over tot aankoop van deze cd. Antonio Lotti is ook al zo'n componist die nooit teleurstelt; of het nou zijn schitterende Miserere voor koor is of het hier gespeelde concert voor hobo d'amore, het beklijft meteen. Mayer wordt begeleid door een enkelvoudig bezet strijkje van vijf, met een smaakvol continuo van teorbe/luit en cembalo/orgel. De Nederlandse toetsenist Léon Berben, tot aan de opheffing werkzaam als continuospeler bij Concerto Köln, verdient een eervolle vermelding. Wanneer het om hobospelen gaat behoort Albrecht Mayer tot de absolute wereldtop. Wie de dvd Trip to Asia over de Berliner Philharmoniker heeft gezien weet dat hij heel wat heeft moeten overwinnen om die top te beklimmen. Een inspirerende persoonlijkheid en en groot musicus vereend in een uiterste bescheiden mens. Indrukwekkend. index |
|