CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, maart 2011

 

 
   
   
   
   

Peter Masseurs – Legend

Enescu: Legende voor trompet en piano

Françaix: Sonatine voor trompet en piano

Koetsier: Duo giocoso voor trompet en altviool op. 69

Jolivet: Concertino nr. 2 (versie voor trompet, piano en contrabas)

Martinu: Sonatine voor trompet en piano

(van) Moergastel: Parafrasum op ‘In Paradisum’, voor altviool

Peter Masseurs (trompet), Frank van de Laar (piano), Edith van Moergastel (altviool), Rob Dirksen (contrabas)

Turtle Records TR75537 • 56' • (sacd)


Adolph Herseth was van 1948 tot 2001 solotrompettist van het Chicago Symphony Orchestra, een orkest dat altijd in de race is voor de titel ‘beste orkest ter wereld’. Hij werd geboren in 1921, en hij ging op zijn tachtigste met pensioen. In Nederland gaan orkestmusici net als alle andere burgers gewoon op hun 65-ste met pensioen, en dus trad Peter Masseurs (1944), solotrompettist van het Concertgebouworkest onlangs terug, na veertig jaar lang het gezicht van het orkest mede bepaald te hebben. In navolging van zijn Amerikaanse collega laat hij zich op deze cd als 65-plusser horen, samen met een handjevol vertrouwde collega’s, en het resultaat staat als een huis. De trompet is een vertrouwde verschijning in combinatie met het orgel, en zo trad Masseurs meermalen voor het voetlicht, ook in het Concertgebouw, maar een ‘trompetrecital’ is een ander verhaal.

Hier krijgt u het voorgeschoteld, allereerst in de combinatie trompet en piano, met werken van Georges Enescu, Jean Françaix en Bohuslav Martinu. Omdat de toelichting zich begrijpelijkerwijs vooral om Peter Masseurs bekommert volgen hier wat nadere gegevens over het opgenomen repertoire. George Enescu schreef zijn Légende in 1906 als morçeau de concours voor het Parijse Concervatoire. Het is geschreven in een driedelige vorm, heeft een lengte van 7 minuten, en behoort tot het vaste repertoire van elke trompettist. Jean Françaix schreef zijn Sonatine voor het Concours du Conservatoire National Supérieur de Paris in 1952. Het is in feite een driedelige suite met de delen Preludium, Sarabande en Gigue. Martinu componeerde zijn eendelige sonatine in 1956, op de drempel van zijn terugkeer uit de Verenigde Staten naar Europa. In de slotmaten horen we een koraal, waarin Martinu’s fascinatie met Monteverdi in de jaren 1950 tot klinken komt.

Maar wat te denken van de altviool als partner van de trompet? De Nederlandse componist Jan Koetsier (1911-2006), die sinds 1945 in München resideerde, schreef een Duo Giocoso voor dit wonderlijke paar. Koetsier had in Nederland nauwelijks aanhang, maar in Beieren stond hij in hoog aanzien, eerst als dirigent van het Rundfunkorchester (de kleine broer van het Sinfonieorchester des Bayerischen Rundfunks), later als leraar compositie aan de Münchener Hochschule. In München wordt nog steeds de tweejaarlijkse Jan Koetsier Wettbewerb gehouden.

Het pareltje van deze uitgave is het Tweede trompetconcert van André Jolivet. De naamgeving geeft enige aanleiding tot verwarring. In 1948 schreef Jolivet een Concertino voor trompet, piano en strijkorkest. De combinatie trompet en piano vormt in dit geval het ‘concertino’. Het Tweede trompetconcert, geschreven voor Maurice André, vraagt om een klein blazersensemble, inclusief twee saxofoons, harp, piano, contrabas en piano – eigenlijk een opgewaardeerde jazzband. Jolivet hield van jazzmuziek, en die liefde komt in dit concert overduidelijk tot uitdrukking. Peter Masseurs speelt het hier in een versie voor het jazzcafé: gereduceerd tot trompet, contrabas en piano, een schot in de roos. Deze cd heet niet voor niets LEGEND!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links