CD-recensie
© Siebe Riedstra, april 2017
|
Metamorfosi Trecento is de titel van deze cd. Trecento staat voor de veertiende eeuw en de Metamorfosi zijn mythische gebeurtenissen - niet werkelijk gebeurd en toch altijd werkelijkheid. Onze afstand tot de muziek van het Trecento is duizelingwekkend: zeven eeuwen scheiden onze oren van die van de componisten die zijn overgeleverd. Francesco Landini, Jacopo Da Bologna, Philippe De Vitry, Guillaume de Machaut en vele andere bevolken dit programma. Wie luistert wordt zich direct bewust van het grote verschil tussen Francesco Landini en Guillaume de Machaut. Alsof je het hebt over Willem Jeths en Louis Andriessen. Sommige dingen veranderen nooit. Wat ook nooit verandert is wat ik voor het gemak 'de brillenmode van de oude muziek' noem. Iedere generatie heeft een nieuwe kijk op de historische noten. Niets maakt dat duidelijker dan een korte excursie naar 1970, het jaar waarin David Munrow zijn spraakmakende album Ecco la Primavera uitbracht, een mijlpaal in de geschiedenis van de historiserende muziekpraktijk. Dat album gaat eveneens over het Trecento, al overlappen de namen van de componisten elkaar maar nauwelijks. Landini is prominent aanwezig bij Munrow, La Fonte Musica geeft een breed overzicht met geboortedata van 1295 tot 1380. Het Trecento is bepaald geen gemakkelijk, maar wel een intrigerend onderwerp. In Nederland heeft musicoloog en schrijfster Helène Nolthenius haar uiterste best gedaan om het dichter bij de mensen te brengen met haar boek Renaissance in mei: Florentijns leven rond Francesco Landini (1956). Een boek waarvoor enig doorzettingsvermogen vereist is, maar dat inhoudelijk nog steeds niets aan actualiteit heeft ingeboet. Waarin bestaat de nieuwe benadering van La Fonte Musica? Er is veel veranderd tussen 1970 en 2016. In de allereerste plaats hebben we componisten als Machaut en Landini leren kennen als ernstig te nemen spelers in de muziekgeschiedenis. David Munrow was een geniale pionier die alle zeilen moest bijzetten om een onkundig publiek enthousiast te maken voor zijn passie. Een halve eeuw later plukt men daarvan de vruchten. De interpretatie van die eeuwenoude noten is vrijer geworden in de omgang met het ritme. Het tegenwoordig onder druk staande vibrato heeft plaats gemaakte voor een keliger en strakker manier van zingen. Ook belangrijk: van de dwingende behoefte om het klankbeeld op te vrolijken met wat slaginstrumenten is - althans op deze uitgave - geen sprake.
Om een beeld te krijgen van deze voor onze oren bijna avant-gardistische klanken heeft het label Alpha een filmpclip op YouTube geplaatst. Er wordt niet vermeld waarnaar u luistert, maar het is de eerste track van deze cd, Si dolce non sono chol lir' Orfeo van Francesco Landini. Interessant is ook de vergelijking die men op de cd kan maken tussen twee madrigalen met dezelfde tekst: Si com'al canto della bella yguana van respectievelijk Maestro Piero en Jacopo da Bologna, hoorbaar gescheiden door een halve eeuw. Het jonge ensemble (2005) La Fonte Musica heeft zich totaal ondergedompeld in dit repertoire, en vooral de beide sopranen zijn meesters in het diminutieve (versieren met kleine nootjes) zingen, dat ze tenslotte zelf hebben moeten uitvinden. Een echte ear-opener. index |
|