![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2015
|
Markuspassion van Reinhard Keiser is de titel die deze cd van buiten draagt. Binnenin, in de kleine lettertjes, lezen we pas dat Reinhard Keiser helemaal niet de componist is, maar dat het een werk is van de hand van Friedrich Nicolaus Bruhns (1637-1718), die net als Reinhard Keiser in Hamburg werkzaam was. Bruhns was kantor van de Dom, is ook bekend onder de naam Brauns, en om het nog ingewikkelder te maken had hij een beroemde orgelspelende neef die ook componeerde, Nikolaus Bruhns (1665-1697) - diens geweldige Praeludium in e komen we nog regelmatig op orgelrecitals tegen. Dat we überhaupt iets weten over het bestaan van deze passiemuziek is de schuld van Johann Sebastian Bach. Nog voor Bach met zijn eigen passiemuzieken aan de slag ging voerde hij deze Markuspassie uit, eerst rond 1713, en later nog eens in 1726 of 1727. De partijen zijn voor een deel overgeleverd in het handschrift van Johann Sebastian, die er ook de naam van de door hem veronderstelde auteur bijzette, Reinhard Keiser. Wellicht heeft Bach het materiaal mogen kopiëren van Keiser, en is zo in de veronderstelling geweest dat die ook de componist was. Pas in 1999 zijn musicologen tot de conclusie gekomen dat het werk in 1702 geschreven werk door Friedrich Nicolaus Bruhns (Brauns). Wie op het internet op zoek gaat naar uitvoeringen van deze passiemuziek komt behalve de naam Keiser ook de namen Bruhns en Braun tegen. Met name in Duitsland mag deze passiemuziek zich in een zekere populariteit verheugen, waarschijnlijk door de compacte factuur en de relatief lage eisen die aan de uitvoerenden gesteld worden (en het keurmerk van Bach). Wat direct opvalt aan deze partituur is de manier waarop de recitatieven van de Christuspartij begeleid worden: met een aureool van strijkers, zoals we dat ook kennen uit de passiemuzieken van Bach. Voor de rest bevat dit werk geen monumentale koren, en slechts korte aria's. Eén aria springt eruit: Wein, ach wein jetzt, voor tenor en vioolsolo - ze is met vier minuten ruim meteen de langste. Wat we hier te horen krijgen is de 'Weimar-versie uit 1713' waarbij niet vermeld wordt dat dat dan logischerwijze inhoudt dat het om de door Johann Sebastian Bach afgeschreven partituur gaat. Het booklet mag wat vaag zij over sommige details, het bevat wel de complete tekst (D/F/E). De uitvoering is kleinschalig, met drie stemmen per koorpartij, en slechts het voorgeschreven strijkorkestje, plus een continuo (en één aria met een eenzame hobo). Amandine Beyer, concertmeester van het strijkersensemble Gli Incogniti, was al eerder te horen op een cd met werken van Telemann. Ik verbaasde me toen en ook nu over haar gulle vibrato, dat gezien haar opleiding in Basel een bewuste keuze moet zijn. Dirigent Joël Suhubiette is vanuit het Franse Tours al twee decennia bezig met zijn Ensemble Jacques Moderne, dat zich sterk maakt voor onbekend repertoire. Samen zorgen ze voor een sfeervolle uitvoering, mede dankzij de rijke akoestiek van de schitterende historische Abbaye Royale te Fontevraud. index |
|