CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, september 2013

 

The Jerusalem International
Chamber Music Festival (2009)

Hellmesberger: Romance voor vier violen en piano op. 43 nr. 2

Wolf: Italienisches Liederbuch (selectie van 12 liederen)

Berg: Kammerkonzert, voor viool, klarinet en piano (Adagio)

Roslavets: Nocturne, voor harp, hobo, 2 violen en cello

Schulhoff: Die Wolkenpumpe, op. 40, voor bariton en zes instrumenten

Janácek: Strijkkwartet nr. 1 (Kreutzersonate)

Debussy: Prélude à l’après-midi d’un faune (gearrangeerd door Ohad Ben-Ari)

Falla: El Sombrero de tres picos, Suite 2 (gearrangeerd door Cliff Colnot)

Poulenc: Trio voor hobo, fagot en piano

Mendelssohn: Octet voor strijkers in Es, op. 20

Dorothea Röschmann (sopraan), Dietrich Henschel (bariton), Elena Bashkirova (piano), Erlenbusch Quartett, Emanuel Pahud (fluit), Paul Meyer (klarinet), e.v.a.

Gideon Boss Musikproduktion gb 004 • 78' + 79' • (2 cd’s)

Live-opname: september 2009, Jerusalem International YMCA Concert Hall

 

Dit is een klinkend verslag van het Jerusalem International Chamber Music Festival, jaargang 2009. Het Festival startte in september 1998, en drijft op de goodwill van de deelnemende musici. Ze weten allemaal dat je niet naar Israel komt om geld te verdienen, maar om de goede zaak te dienen, welke dat dan ook zijn mag. Motor achter deze editie van het festival was Elena Bashkirova, en zij heeft kans gezien om voor de gelegenheid een caravaan topmusici te strikken. Het werd allemaal opgenomen door de Israel Broadcasting Authority, en producer Gideon Boss heeft een jaar later voor deze uitgave gezorgd, op zijn eigen label. Het belang ervan ligt niet alleen in de kwaliteitsbezetting en het boeiende repertoire, maar ook in de zeer verzorgde uitgave. Twee cd’s in een gebonden boekje met uitgebreide teksten en mooie foto’s – lekker veel informatie tijdens het luisteren.

Deze selectie opent gezellig met een werkje van Joseph ‘Pepi’ Hellmesberger Jr., voor vier(!) violen en piano. Kenners willen weten wie er viool speelden, en dat waren niet de minsten: Guy Braunstein, Mihaela Martin, Daishin Kashimoto en Alina Ibragimova. Ibragimova is inmiddels ook in Nederland een bekende verschijning als soliste. Pepi Hellmesberger was concertmeester van de Wiener Philharmoniker en primarius van een eersterangs strijkkwartet. Denkt u niet dat zijn componeertalent tot de categorie Schramml of Salon behoort – wanneer Richard Strauss deze noten had geschreven zouden ze heel wat vaker te horen zijn. Prachtig!

Een forse selectie uit Wolfs Italienisches Liederbuch wordt gezongen door Dorothea Röschmann en Dietrich Henschel. Ik moet eerlijk bekennen: zo kende ik Röschmann nog niet, en de verrassing is zeer aangenaam. Henschel bewijst zijn grote klasse eens te meer, en de verstaanbaarheid van beiden in deze natuurlijke opname is een weldaad. Uiteraard neemt Bashkirova de verzorgde pianopartij voor haar rekening.

Alban Berg schreef zijn Kammerkonzert voor de bezetting van viool, piano en dertien blazers. Van het tweede deel, een Adagio, vervaardigde hij zelf een transcriptie voor viool, klarinet en piano. Hier wordt ze vertolkt door Guy Braunstein (viool), Chen Halevi (klarinet), en uiteraard Elena Bashkirova. Een substantieel werk (bijna een kwartier) dat de aandacht niet alleen ten volle verdient, maar ook weet vast te houden.

Nikolai Roslavets (1880-1944) is een Rus die zo nu en dan onder zijn bemoste steen vandaan weet te kruipen, om er al even snel weer onder te verdwijnen. Violist Gidon Kremer zorgde meermalen voor zo’n korte glimp. Roslavets zou je een tikje gemakzuchtig de kamermuzikale opvolger van Skrjabin kunnen noemen, dit kwintet, met de titel Nocturne, is een mooie introductie tot zijn klankwereld.

Erwin Schulhoff (1894-1942) – zijn sterfjaar zegt alles – heeft de plaats die hem zo wreed werd afgenomen al lang terugveroverd. Schulhoff was een man met vele gezichten – van dadaïst en jazzpianist tot neoclassicist en sociaal realist. In zijn ‘Wolkenpumpe’ maken we kennis met de dadaïst. Vier gedichten van Jean Arp worden begeleid door een bont gezelschap van klarinet, fagot, contrafagot, trompet en slagwerk. Dietrich Henschel is in topvorm – en inderdaad, hij lijkt soms als twee druppels water op de andere Dietrich (Fischer-Dieskau), zonder de kunstjes. Als u wilt weten hoe Schulhoff ook alweer klonk, haal dan nog eens de twee prachtige cd’s uit de kast die Werner Herbers met zijn Ebony Band maakte. Lieuwe Visser wist ook wel raad met die Wolkenpumpe.

De eerste schijf sluit af met het Eerste strijkkwartet van Leos Janácek, met de ondertitel Kreutzersonate. De oude maar zeer verliefde Janacek schreef het stuk in één week voor zijn idool Kamila Stössl(ova). Kamila was een half leven jonger, getrouwd, had kinderen en geen plannen met Leos. Maar ze was aardig genoeg om zo nu en dan een wandelingetje met de oude heer te maken. We hebben er een schat aan muziek aan overgehouden. Het Erlenbusch Quartett laat zich horen in een idiomatische vertolking – alert, zonder omwegen en lekker strak. Geen ouderwetse zwelgpartijen waar deze muziek nogal makkelijk in verdrinkt.

Op de tweede cd zijn de kaarten geschud en maken we kennis met grotere formaties, die zich bezighouden met nog grotere partituren. De Prélude met de lange naam van Debussy werd door Ohad Ben-Ari bewerkt voor een ensemble van fluit, klarinet, hoorn en strijkkwartet. Dat Emanuel Pahud dit festival met zijn aanwezigheid opluisterde heeft daar ongetwijfeld alles mee te maken. Het is een mooie bewerking geworden, die het stuk niet alleen in zijn waarde laat, maar er een dimensie aan toevoegt. Ineens worden we ons bewust van het feit dat de Debussy van 1894 alles te maken heeft met de componist van de Sonate voor fluit, altviool en harp uit 1915. Wat zou het aardig geweest zijn wanneer Pahud die er meteen achteraan had gespeeld.

Dat gebeurde dus niet, in plaats daarvan volgt de grootste bezetting van het festival in een bewerking van de tweede helft van De Falla’s Sombrero de tres picos, de Driekante Steek. Daar is een dirigent voor nodig, en klarinettist Paul Meyer neemt die rol waar. Niet voor de eerste keer overigens, Meyer is al veel langer actief in die dubbelrol. Veel meer dan een gelegenheidswerkje biedt dit arrangement niet, maar voortreffelijk gespeeld wordt er wel.

Francis Poulenc hing graag de muzikale clown uit, maar zorgde er intussen voor dat zijn muziek keurig paste in de Franse traditie van Rameau en de late sonates van Debussy. Het klinkende bewijs leverde hij in zijn sonates voor fluit, hobo, klarinet en fagot, en in het trio voor hobo, fagot en piano. De culminatie vormt het geniale Sextuor voor blaaskwintet en piano.

Felix Mendelssohn sluit dit concert af – voor wie het vergeten was: Hitler draaide de muziek van Mendelssohn de nek om. De uiterst populaire muziek die Felix schreef bij de Midsummernightsdream van Shakespeare moest bijgevolg worden vervangen door een arische versie. Er werd een wedstrijd uitgeschreven, die gewonnen werd door Carl Orff. Zijn hartelijke bedankbrief ondertekende Carl met ‘Heil Hitler’. Het heeft het succes van Carmina Burana geen strobreed in de weg gestaan. Maar dit terzijde. Mendelssohn is intussen weer springlevend, getuige deze enthousiaste uitvoering in – of all places – Jerusalem.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links