CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, augustus 2013

 

Daniel Hope - Spheres

Westhoff: Imitazione delle campane

Einaudi: I giorni – Passaggio

Glass: Echorus

Fauré: Cantique de Jean Racine

Auerbach: Adagio sognando en Andante uit 24 Préludes op. 46

Pärt: Fratres

Kats-Chernin: Eliza’s aria uit de Wild Swans Suite

Baranowski: Musica universalis - Biafra

(Gabriel) Prokofjev: Spheres

Richter: Berlin by Overnight

Igudesman: Lento

Jenkins: Benedictus

Bach: Preludium in e, BWV 855

Nyman: Trysting Fields

Gundermann: Faust – Episode 2 - Nachspiel

Daniel Hope (viool), Jacques Ammon (piano),
Rundfunkchor, Deutsches Kammerorchester Berlin o.l.v. Simon Halsey

DG 479 0571 • 75' •

Opname: juni/juli 2012, Funkhaus Berlijn

   

Dit is een cd die in kringen van klassieke commentatoren werkt als de bekende steen in de vijver. Veel schrijvende collega’s heb ik al horen zeggen dat dit commerciële rommel is, gemaakt voor gemakzuchtige oren. De verkoopcijfers van een uitgave als deze zouden dat oordeel kunnen bevestigen, maar je kunt er ook anders naar kijken. In de allereerste plaats is daar violist Daniel Hope, een man met een respectabele staat van dienst, en bepaald niet iemand die alleen maar uit is op een populair succesje. De vioolconcerten van Berg en Britten nam hij op en dit seizoen speelt hij de wereldpremière van het vioolconcert van Birtwistle. Hij maakte een avondvullend programma over Entartete Musik, waarvoor hij zelf de teksten schreef. Kortom, we mogen Hope serieus nemen. Hier zoekt hij contact met een breder publiek. De titel van de cd, Spheres, licht hij zelf toe met een wat zweverig verhaaltje over het mysterie van het heelal en het mysterie dat muziek heet. Dat verandert niets aan het feit dat dit een cd is die met 18 tracks en 15 componisten herkenbaar is voor liefhebbers van popmuziek (of liever ambient music).

Hope begint met een aangename verrassing: muziek van de mij volstrekt onbekende Johann Paul von Westhoff, een vioolvirtuoos die in het Europa van de tweede helft van de zeventiende eeuw furore maakte (hij overleed in 1705, toen Bach twintig jaar oud was). Westhoff was kennelijk de eerste componist die zich bezig hield met schrijven voor de soloviool. Zijn zes suites voor vioolsolo verschenen in 1694 in druk, 25 jaar voor die van Johann Sebastian. De technische eisen van deze stukken zijn grensverleggend geweest, en het kan niet anders dan dat Bach ze gekend heeft. Uit de Zes sonates voor viool en basso continuo (Dresden, 1694) speelt Hope een deeltje uit de Derde sonate, met als ondertitel Imitazione delle Campane. Spectaculair klokgelui dat ook door de Arvo Pärt van het tintinnabuli geschreven zou kunnen zijn. Overigens bestaan er wel degelijk opnamen van die Suites en Sonates van Westhoff, zie Spotify.

Hope speelt zijn Westhoff in een bewerking voor viool en strijkorkest, en dat geldt ook voor het merendeel van het overige repertoire. Voor de broodnodige variatie wordt er ook nog een koortje in de mix gegooid dat zijn opwachting mag maken in de Cantique de Jean Racine van Fauré en in het mierzoete Benedictus uit de The Armed Man – A mass for Peace van Karl Jenkins. Die was overigens bijna een halve eeuw geleden ook al eens mateloos populair als frontman van de vooruitstrevende popgroep Soft Machine.

Er heerst de laatste jaren nogal wat paniek over de neergang van de klassieke muziek. Het publiek vergrijst (al honderd jaar) in snel tempo, en eigentijdse componisten die succes oogsten bij een groot publiek heten Einaudi, Pärt, Sting en Henny Vrienten. Boulez, Carter, Schat en Keuris? Nooit van gehoord. Als er iemand is die de tochtdeur tussen beide werelden kan opentrappen is het Daniel Hope. Hij doet dat door een uitgekiende repertoirekeuze, een voortreffelijke uitvoering en een schitterende opname. Het universum staat in C-groot.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links