CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2023 |
César Franck (1822-1890) is de enige componist in de muziekgeschiedenis die behalve met een symfonie en een vioolsonate ook nog met een handvol orgelwerken tot het ijzeren repertoire is doorgedrongen. Dat ging niet vanzelf. Hij werd door zijn vader als wonderkind op de piano gepresenteerd en vond pas op zijn zesendertigste de plek waar hij als organist en pedagoog faam zou verwerven: de orgelbank van de Ste-Clotilde in Parijs. Het gloednieuwe orgel van de bouwer Aristide Cavaillé-Coll inspireerde hem daar tot een geheel eigen vinding, de orgelsymfonie. Zijn opus 17, het Grande Pièce symphonique, mag gezien worden als de moeder aller orgelsymfonieën die sindsdien het licht hebben gezien. César Franck schreef voor concertante doeleinden een drietal monumentale cycli: Six Pièces (1859-63), Trois Pièces (1878), en zijn zwanenzang, de Trois Chorals (1890). Ze behoren tot de kern van het grote orgelrepertoire, en zijn dus talloze malen opgenomen. In het Franckjaar 2022 presenteerde de Franse organist en pedagoog Michel Bouvard (Lyon, 1958) de complete werken op het instrument waarvan hij sinds 1996 titularis is, het Cavaillé-Coll orgel van de basiliek Saint-Sernin in Toulouse. Bouvard is een doorgewinterde kenner van zowel dit repertoire als dit instrument en zijn interpretatie past geheel in de oudere Franse traditie: technisch vlekkeloos, met een strenge ritmiek en een strakke frasering. We horen hier een van de mooiste scheppingen van Cavaillé-Coll, in een de opname die niets te wensen overlaat. De twee cd's komen in een hardkaften boekje van zestig pagina's, een interview met Bouvard en ruim voorzien van kleurenfoto's. Voor veel verzamelaars zou dat laatste wel eens de doorslaggevende factor kunnen zijn. index |
|