CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, mei 2022

César Franck – Complete Orchestral Works

Franck: Variations brillantes sur un thème original (voor piano en orkest) – Variations brillantes sur la ronde favorite de Gustav III de Daniel-François-Esprit Auber (voor piano en orkest) – Deuxième Grand Concerto pour piano, op. 11 - Ce qu'on entend sur la montaigne – Rédemption, morçeau symphonique (eerste versie) – Rédemption, morçeau symphonique (tweede versie)– Les Éolides – Balletmuziek uit de opera Hulda – Le Chasseur maudit – Les Djinns (voor piano en orkest) – Variations symphoniques, (voor piano en orkest) – Psyché (complete versie met koor) – Prélude, Choral et Fugue (orkestratie Gabriel Pierné) – Symfonie in d

Florian Noack (piano, Variations brillantes, Grand Concerto), Cédric Tiberghien (piano, Les Djinns, Variations symphoniques), Choeur de Radio France, Orchestre Philharmonique Royal de Liège o.l.v. Christian Arming (Ce qu'on entend, Ballet Hulda, Symfonie), Pierre Bleuse (Variations brillantes, Grand Concerto, Prélude, choral et fugue), Gergely Madaras (Rédemption, versie 1, Psyché), Hervé Niquet (Rédemption, versie 2), François-Xavier Roth (Éolides, Chasseur maudit, Les Djinns, Variations symphoniques)

Fuga Libera FUG 791 • 4.36' • (4 cd's)
Opname: 2009, 2012, 2018, 2021, Salle Philharmonique, Liège/Luik (B)

   

In 2022 viert de muziekwereld de tweehonderdste geboortedag van César Franck (1822-1890), geboren in Liège/Luik. Zijn moeder was van Duitse komaf, vader was Waling maar werd geboren in een dorpje in het Duitssprekende deel van het huidige Belgie. In het gezin Franck werd dan ook Duits gesproken. Over de afkomst van Franck zijn al de nodige discussies gevoerd, maar feit is dat hij als tiener al de Franse nationaliteit verwierf om aan het Parijse Conservatoire te mogen studeren, en vanaf dat moment vrijwel onafgebroken in Parijs heeft gewoond en gewerkt. Als organist van de Sainte Clotilde en met het geven van pianolessen voorzag hij in het inkomen van zijn gezin. In 1872 werd hij – tot zijn verbazing – benoemd tot orgeldocent aan het Parijse Conservatoire. Pas in de laatste tien jaar van zijn bestaan trok hij als componist de aandacht met een aantal opvallende werken die zijn doorgedrongen tot het ijzeren repertoire. Afgezien van de Vioolsonate merken we dat de vanzelfsprekende aandacht voor Franck de afgelopen decennia onder druk is komen te staan.

Het Orchestre Philharmonique Royal de Liège heeft in de loop van de tijd een hechte band met zijn stadgenoot opgebouwd, en neemt de gelegenheid waar om in het Franck-jaar uit te pakken met een uitgave van de complete orkestwerken. Voor een deel waren die al eerder opgenomen en uitgebracht, voor een ander deel zijn ze in 2021 op de lessenaar gezet om alsnog het beeld te completeren. Het resultaat is een uitgave op vier cd's, waarbij de chronologische volgorde van ontstaan is aangehouden, waardoor een boeiend beeld wordt getekend van een componist die spectaculair begint als wonderkind van twaalf en eindigt als onbegrepen zestiger met een symfonie die vooral nogal lacherig werd ontvangen. Pas na zijn overlijden heeft Franck zich in het internationale muziekleven een vaste plaats kunnen veroveren. Wie er het Archief van het Concertgebouworkest op nakijkt ziet dat dat vooral te danken is aan de zijn laatste schepping, de Symfonie in d (200 uitvoeringen), en een paar deeltjes uit zijn Psyché, een symfonisch gedicht voor koor en orkest. Uiteraard mogen ook de Variations symphoniques (122 keer) niet ontbreken.

Onder druk van zijn nogal tirannieke vader maakt de jonge César een start als wonderkind. Hij is een begaafd pianowonder en componeert voor zichzelf als twaalfjarige virtuoze werken voor piano, zowel solo als met orkest. De cd opent met twee variatiewerken uit 1834 en een pianoconcert dat wonderlijk genoeg de boeken is ingegaan als het Tweede pianoconcert uit 1836 (César was vijftien). Over een eventueel Eerste pianoconcert is niets bekend. Ze worden hier gespeeld in gloednieuwe opnamen door pianist Florian Noack, met als dirigerende partner Pierre Bleuse. Laatstgenoemde is een snel stijgende nieuwkomer die onlangs met ingang van 2023/4 werd benoemd als opvolger van Matthias Pintscher bij het Ensemble Intercontemporain. Briljante uitvoeringen kunnen niet verhullen dat hier een tiener aan het woord is die goed geluisterd heeft naar het gangbare idioom van zijn tijd.

Een sprong van tien jaar brengt ons naar een opvallende partituur uit het jaar 1846, het symfonisch gedicht Ce qu'on entend sur la montagne. In de bespreking van de opname die Mikko Franck van dit werk maakte voor het label Alpha kunt u meer lezen over het ontstaan van dit werk, dat de voorlopige afsluiting markeert van Franck als orkestcomponist. De eerstvolgende decennia houdt hij zich vooral bezig met lesgeven, orgelspelen en het schrijven van koorwerken.

In 1872 waagt Franck zich aan een experiment: Rédemption, een groot werk voor koor en orkest, dat hij als ‘poème-symfonie' afficheert. Dat ‘poème' werd gedeeltelijk door een recitant voorgedragen, een beslissing die niet in het voordeel van de muziek uitpakt. Op YouTube is te horen en zien hoe dat klinkt in een uitvoering door het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor onder James Gaffigan. De première van Rédemption werd een kolossale flop, maar onder druk van zijn leerlingen maakte Franck een revisie. Daarbij verving hij het orkestrale tussenspel tussen de beide delen door een nieuwe versie, die in de loop der jaren een eigen plek in het repertoire heeft veroverd. Hier is ook de eerste versie ingespeeld, een discografische première. De tweede versie die we hier horen is afkomstig uit de complete opname van Rédemption die uitkwam op het label Musique en Wallonie, met dirigent Hervé Niquet, een uitgave die hier door Aart van der Wal is besproken.

In 1875 waagt Franck zich opnieuw aan een symfonisch gedicht, Les Éolides . Ook deze opname werd eerder uitgebracht: in het seizoen 2009/10 was François-Xavier Roth chef-dirigent in Luik, en verzorgde voor het label Cypres een cd met Les Éolides, Le chasseur maudit, Les Djinns en de Variations symphoniques. De opnamen zijn alle in deze box opgenomen.

Franck heeft in totaal vier opera's gecomponeerd, twee jeugdwerken en twee volwassen partituren. Veel plezier heeft hij er niet aan beleefd, maar over de balletmuziek uit Hulda, gecomponeerd in 1879, was hij wel te spreken. Onlangs verscheen een opname op Naxos van de complete opera, die hier door Gerard Scheltens is besproken. De balletmuziek in deze box wordt gedirigeerd door Christian Arming, die van 2011-2019 chef was in Luik. Samen met de Symfonie en Ce qu'on entend in 2012 uitgebracht op het label Fuga Libera (FUG 596).

In 1881 heeft Franck dan eindelijk een klein succesje met het symfonisch gedicht Le Chasseur maudit , naar het gedicht Der wilde Jäger van Gottfried August Bürger. De opname is afkomstig van bovengenoemde uitgave onder François-Xavier Roth op het label Cypres. Daar vinden we ook Les Djinns voor piano en orkest uit 1884 en de Variations symphoniques voor piano en orkest uit 1885. Les Djinns is geheel vergeten, maar de Variations symphoniques weten zich van een vaste plaats in het repertoire verzekerd.

Gergely Madaras werd in 2019 benoemd tot chef-dirigent van het Orchestre Philharmonique Royal de Liège. Hij tekent voor de uitvoering van Psyché, een symfonisch gedicht voor koor en orkest uit 1887, het één na laatste orkestrale meesterwerk van Franck. In de praktijk horen we dit stuk slechts zelden in zijn complete vorm. Meestal speelt men de orkestrale delen, en daarvan is Psyché et Eros dan weer het meest geliefde item. Een bevredigende opname van Psyché is nogal een klus, en zeer afhankelijk van de kwaliteit van het koor. Op deze opname heeft Madaras de beschikking over het koor van Radio France, een koor met een respectabele omvang dat hier zo te horen in een kleine bezetting aantreedt.

Op dit punt (het begin van cd nummer 4) wordt de chronologie even onderbroken, maar dat heeft een reden. In 1904 maakte Gabriel Pierné een orkestratie van Francks mooiste pianowerk, Prélude, choral et fugue uit 1884. Een bewerking waarvan maar weinig opnamen bestaan, en die hier wordt gedirigeerd door Pierre Bleuse, die we ook op de eerste cd tegenkwamen in de jeugdige concertwerken. Een aardige bijzonderheid is dat Pierné zelf deze bewerking dirigeerde bij het Concertgebouworkest in november 1905.

De box wordt uiteraard afgesloten met Francks meesterstuk, de Symfonie in d. De première vond plaats op 17 februari 1889, de reacties van de schrijvende pers waren niet alleen afwijzend maar opzettelijk kwetsend. Zo werden er flauwe opmerkingen gemaakt over het gebruik van de althobo in het hoofdthema van het langzame deel. Franck overleed in november 1890 en heeft de zegetocht van zijn zwanenzang niet meer mogen meemaken. Zoals hierboven vermeld verscheen deze opname in 2012 op Fuga Libera, gedirigeerd door de vorige chef, Christian Arming.

Samenvattend: een met zorg samengesteld overzicht van het orkestrale oeuvre van Franck, dat door de chronologische rangschikking een verhelderend inzicht geeft in de ontwikkeling van deze intrigerende toonmeester. Het Orchestre Philharmonique Royal de Liège laat zich van zijn beste kant horen, de opnamen in de prachtige Salle Philharmonique zijn een lust voor het oor en de uitgebreide toelichting door Joël-Marie Fauquet verdient een extra vermelding. Aardig is ook dat de gedichten die de inspiratie vormen voor Ce qu'on entend, Les Djinns en Les Éolides in het boekje zijn afgedrukt. Een welverdiende hommage aan Le Maître Angelique.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links