CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, mei 2021

Bert van Stam – La Belle Époque

Franck: Choral nr. 3

Satie: Gnossienne nr. 1

Vierne: Uit 24 Pièces en style libre op. 31: Scherzetto – Arabesque - Divertissement

Bairstow: Evening song

Wolstenholme: Allegretto

Reger: Fantasia und Fuge in d op. 135b

Ives: Adeste Fideles

(N.) Boulanger: Prélude in f – Petit Canon in a

Boëllmann: Uit Suite Gothique: Prière à Notre Dame – Toccata

Bert van Stam (orgel)
Opname: juni 2020, Elandstraatkerk, Den Haag

Hier te bestellen • 78' •

 

Bert van Stam (1989) studeerde orgel bij Ben van Oosten en improvisatie bij Hayo Boerema aan het Rotterdams Conservatorium. Hij is sinds 2018 organist van de Maranathakerk in Den Haag, een congregatie met speciale aandacht voor de verbinding van muziek en liturgie (in een traditie die teruggaat naar Adriaan C. Schuurman). Op het Mense Ruiter orgel van die kerk nam hij in 2019 zijn eerste cd op, met de titel Sprezzatura. Voor zijn tweede album koos hij de titel La Belle Époque, en een bijpassend instrument, het orgel van de Gebroeders Franssen uit Roermond in de Elandstraatkerk in Den Haag. Met 43 stemmen en drie klavieren een van de grootste instrumenten van Franssen, gebouwd in 1906 en passend in een Nederlandse traditie waarin Franse (Cavaillé-Coll) en Duitse (Walcker) elementen verenigd werden. Het orgel heeft in de loop van de tijd meermalen op het punt van sloop gestaan, maar is uiteindelijk op de monumentenlijst geplaatst, en in 2011 in zijn oude luister hersteld.

La Belle Époque is een rekbaar begrip, en dat blijkt al uit de jaartallen die Van Stam geeft: op de voorkant van de cd staat 1890-1913, in het boekje lezen we 1890-1914. Het einde van de Époque werd uiteraard gemarkeerd door de Eerste Wereldoorlog, over het begin zijn de geleerden het niet eens, maar de Parijse Wereldtentoonstelling van 1889 lijkt een passende aanleiding.

Bert van Stam heeft gekozen voor een paar markante werken uit de periode: zijn programma opent met het Troisième Choral van César Franck uit diens sterfjaar 1890. Halverwege plaatst hij Regers Fantasie und Fuge in d uit 1915, een karakteristiek werk van de meester, waarin de fuga zoals altijd bij Reger pianissimo begint en eindigt in een majestueuze apotheose. Van Stam koos als afsluitend werk de laatste twee delen uit de Suite Gothique van Boëllmann, voor de hele Suite was niet genoeg ruimte; de Toccata had met iets meer aplomb gebracht mogen worden. In de aanvullende werken is ruimte gemaakt voor verrassingen: de Engelse organisten Edward Bairstow en William Wolstenhome zijn geen alledaagse verschijningen in Nederland, net als Charles Ives en Nadia Boulanger. Merkwaardig dat van Stam niet geprikkeld werd tot het toevoegen van een Nederlands werk uit die periode. De in Rotterdam geboren maar in Dortmund werkzame Nederlander Gerard Bunk zou in dit gezelschap bepaald niet hebben misstaan.

Gelukkig laten de kwaliteiten van Bert van Stam en het Franssen orgel niets te wensen over. Het instrument is weliswaar zeer grondtonig uitgerust met een breed scala aan zestienvoeten, achtvoeten en koppelingen naar het lage octaaf, maar het beschikt over wondermooie solostemmen die in dit repertoire prachtig tot hun recht komen. Van Stam is een organist die deze werken tot in zijn tenen en vingertoppen beheerst. Dat blijkt al direct uit het Choral van Franck, waarin hij heerlijk vrij over de maatstreep heen speelt en smaakvol gebruik maakt van de beide zwelkasten. Ook Max Reger komt op dit instrument prachtig tot zijn recht, evenals de vignetten uit Engeland en Frankrijk. Een mooi visitekaartje van een schitterend instrument en een bevlogen organist.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links