CD-recensie © Siebe Riedstra, februari 2025 |
Johann Caspar Ferdinand Fischer behoort tot de grotendeels vergeten componisten uit de achttiende eeuw. De belangrijkste reden dat we zijn naam zo nu en dan nog tegenkomen is zijn opus 4, Ariadne musica, een verzameling Preludia en Fuga's in twintig verschillende toonsoorten, een werk dat beschouwd mag worden als een voorloper van het Wohltemperierte Klavier van Sebastian Bach. Van Bach's zoon Emanuel weten we dat vader Bach het werk van Fischer in hoog aanzien hield, wat ook nog eens wordt aangetoond door de overname van het thema voor de fuga in E (BWV 878). In de voorbeeldige toelichting van Dr. Markus Zepf van het Bach-Archiv Leipzig lezen we dat de geboortedatum van Fischer, waarover lange tijd onzekerheid heerste, definitief gesteld is op 1662. Hij was werkzaam als Kapellmeister aam het hof in Baden, en overleed in 1746. Wat opvalt aan het werk van Fischer is de invloed van Franse componisten als Jean Baptiste Lully, zowel in het idioom als de naamgeving (Branle, Canaries). Veel van Fischers klavecimbelwerken zijn verloren gegaan, wat in druk verscheen zijn de Musicalischer Parnassus (Augsburg, 1738), negen suites met de titels Clio, Calliope, Melpomene, Thalia, Erato, Eutrepe, Terpsichore, Polymnia, Uranie. Les Pièces de Clavessin verscheen in 1696, en werd twee jaar later heruitgegeven als Musicalisches Blumen-Büschlein. Op deze cd is de Musicalischer Parnassus in zijn geheel opgenomen, en uit de Pièces / Blumen de Suites II, IV en VI. Bijzonder aan deze uitgave is het instrument, nu eens geen kopie, maar een origineel van niemand minder dan Ioannes Ruckers (1578-1642), gebouwd in 1624. In de twee volgende eeuwen is het instrument tweemaal aangepast aan de smaak van de tijd (een zogenaamd ravelement). Thans bevindt het zich in het Musée Unter Linden in het Franse Colmar. Het heeft twee klavieren met op beide manualen een achtvoets en een viervoets register plus de nodige effecten. Toetsenist Peter Waldner (1966) werd geboren in een dorpje in Tirool en ontving zijn basisopleiding in de hoofdstad Innsbruck. Hij vervolgde zijn studie onder meer bij Gustav Leonhardt in Amsterdam en William Christie in Parijs. Waldner is van vele markten thuis, en werkt als bespeler van een veelheid aan oude klavierinstrumenten, maar ook als musicoloog en ensembleleider. Hij doceert aan het Tiroler Landesconservatorium en de Universität Mozarteum Salzburg en is organist van de Pfarrkirche Mariahilf Insbruck. Waldner heeft in de loop van zijn carrière een fors aantal cd's uitgebracht, waarvan een aantal op zijn eigen label, Tastenfreuden, waarvan dit alweer aflevering 14 is. Tastenfreuden is - de naam zegt het al - een plek waar een verscheidenheid aan historische toetseninstrumenten aan bod komt. orgel, virginaal, clavichord, lautenklavier, hammerflügel, en uiteraard klavecimbel. Waldner laat hier overduidelijk horen dat dit schitterende instrument hem in zijn spel heeft geïnspireerd. Aan technisch bedrevenheid ontbreekt het hem bepaald niet, maar stijlbesef is hem liever dan virtuositeit. Voor alles telt hier de behoefte om dit legendarische instrument tot in de puntjes te laten horen. Mede dankzij de voortreffelijke opnametechniek van Simon Lanz en de zorgvuldige afregeling van het klavecimbel door Christopher Clarke is dit een schitterende hommage aan Ioannes Ruckers geworden. index |
|