CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2018

 

Revive - Baroque Arrangements for the Ferio Saxophone Quartet

Purcell: Rondeau uit Abdelazar

Bach: Air uit Suite nr. 3 in D, BWV 1068 - Preludium en Fuga in f, BWV 857 - Preludium en Fuga in g, BWV 885 - Badinerie uit Suite nr. 2 in b, BWV 1067 - Schafe können sicher weiden uit de Jachtcantate, BWV 208 - Brandenburgs Concert nr. 3 in G, BWV 1048 - Fuga in g, BWV 578 - Italiaans Concert in F, BWV 971

Händel: Sarabande uit Suite in d, HWV 437 - Hornpipe, Bourrée, Menuet uit Water Music

Byrd: Pavan and Gigue

Corelli: Adagio uit Concerto grosso op. 6 nr. 8

Ferio Saxophone Quartet
Chandos CHAN 10999 • 67' •
Opname: febr. 2018, Curch of St Silas the Martyr, Kentish Town, Londen

   

Arrangements allow us to experience two different versions of the same work. This particular collection also presents us with the opportunity to reflect on the fluidity of musical works.
(Uit de toelichting bij de cd)

De eerste zin trapt een open deur in. De tweede zin is nonsens. Geen goed teken voor een cd die de titel Revive - Baroque arrangements meekrijgt. En dat is jammer, want het Ferio Saxophone Quartet speelt beeldschoon en de arrangementen die ze onder handen nemen zijn onberispelijk.

Bach is de belangrijkste componist in dit gezelschap en de arrangeur van bijna alle werken is Ian Farrington (1977), die zelf ook een korte toelichting verzorgt waarin we verschoont blijven van blabla, en verzekerd worden van trouw aan het origineel, met één proviso: in de herhalingen worden versieringen aangebracht, zoals dat indertijd gebruikelijk was

Dat Bach ook goed klinkt op een doedelzak hebben we nu vaak genoeg gehoord. Het waarom komt minder vaak ter sprake. Bach schreef zijn noten niet met een specifiek instrument in gedachten - hij schreef absolute muziek. Klanken die je in je verbeelding kunt horen, en van daaruit terugvertaald kunnen worden naar de muziekpraktijk, in dit geval het saxofoonkwartet. De enige bindende voorwaarde is de vierstemmigheid - saxofoons kennen in tegenstelling tot een strijkkwartet geen dubbelgrepen. Farrington heeft vanuit die voorwaarde gezorgd voor een paar juweeltjes, met als hoogtepunt het Derde Brandenburgse Concert. In de Air uit de Derde Suite, de Badinerie uit de Tweede Suite en de aria Schäfe können sicher weiden, veroorlooft hij zich plezierige vrijheden - versieringen en octaveringen die het klankbeeld verlevendigen. Sebastian zou het heel normaal hebben gevonden.

Een ander hoogstandje zijn de arrangementen die Reinhard Huuck (1943-2015) maakte van twee delen uit het Wohltemperierte Klavier, vooral de fuga's worden op een nieuwe manier onder de loupe gelegd. Dat het Italienisches Konzert zo'n behandeling verdraagt is bijna onvoorstelbaar, maar hier gebeurt het in de bewerking van de Japanse saxofonist Katsuki Tochio. Hij nam de beide hoekdelen voor zijn rekening, het kwartet ontfermde zich over het middendeel.

Revive gold niet alleen voor Bach. Ook Purcell, Händel, Byrd en Corelli werden onderhanden genomen, met wisselend resultaat. Händel is nu juist een componist voor wie de instrumentale kleur een essentiële rol speelt - zijn manier om het publiek te bespelen. Een eminent voorbeeld daarvan vinden we in zijn Water Music. Om daar de hoorns te vervangen door saxofoons is een vergissing. Het Rondeau van Purcell dat Benjamin Britten gebruikte voor zijn Young Persons Guide to the Orchestra doet het ook niet zo goed op de saxofoon.

Desondanks biedt deze cd een boeiende luisterervaring, juist door de afwisseling tussen de verschillende genres en stijlen. Bach is de grote winnaar, met het Ferio Saxophone Quartet als goede tweede.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links