CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, juni 2013

 

Ebony Band – Around Prague 1922-1937

Ponc: The Wedding Party on the Eiffel Tower op. 11 – Five Small Pieces op. 9 (voor cello en piano) – Five Polydynamic Pieces op. 3 (voor strijkkwartet, slagwerk en piano) – Cheerful Acrostics op. 12 (voor piano solo)

Schimmerling: Six Miniatures for Chamber Orchestra

Burian: Small Overture op. 42 – About Children (voor mezzosopraan & ensemble)

Hába: Nonet nr. 2 op. 41

Ullmann: SixSongs op. 17 (voor mezzosopraan en ensemble (instrumentatie Geert van Keulen),

Barbara Kozelj (mezzo-sopraan),
Ebony Band o.l.v. Werner Herbers

Channel Classics CCS 34813 • 78' •

Opname: december 2012 en januari 2013,
Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam
Live-opname: 13 mei 2000, Muziekcentrum Vredenburg (Ponc, Wedding)

www.ebonyband.n

   

Dit is een uitgave die op sublieme wijze samengaat met de verworvenheden van het internet. Tijdens het luisteren kan de geïnteresseerde liefhebber op de website van de Ebony Band zich uitleven in uitgebreide informatie – in het Nederlands – over de gespeelde componisten, en nog veel, veel meer. Prachtig gedaan, zonder frutsels maar met een uiterste krachtsinspanning om zoveel mogelijk informatie bij elkaar te brengen over een stoet componisten die we niet of nauwelijks (meer) kennen. Op deze schijf zijn een vijftal bijeengebracht die tijdens het interbellum actief waren in Praag – om precies te zijn tussen 1922 en 1937. We willen het nog weleens vergeten, maar Praag ligt precies op de helft van de rechte lijn tussen Berlijn en Wenen en was dus eeuwenlang een belangrijk kunstencentrum, speciaal voor muziek, theater en opera. Hitlers machtsovername maakte daar een eind aan dat nog steeds niet in zicht is, maar er is goede hoop op betere tijden. Daarvoor spant ook Werner Herbers met zijn Ebony Band zich in.

Om te beginnen Miroslav Ponc (1902-1976), een man met vele gezichten, in de meest letterlijke zin, want hij was ook beeldend kunstenaar. Een van zijn werken siert het grafisch ontwerp van deze cd, waarbij de gelijkenis met tijdgenoot Piet Mondriaan direct in het oog springt. Ponc was ook theaterman en ontfermde zich in Praag over het libretto dat Jean Cocteau vervaardigde voor een balletproductie, Les Mariés de la Tour Eiffel, waarvoor de muziek afkomstig was van leden van de Group des Six. Ponc schreef een nieuwe partituur, een dolle dadaïstische bende voor de wonderlijke bezetting van in kwarttonen gestemd piano en harmonium, met slagwerk, en normaal gestemde es- en besklarinet, fagot, trombone en viool. Een vreemd allegaartje, en zo klinkt het ook. Zoals een van de betrokkenen opmerkte: alsof de zwaartekracht van de zijkant komt. De partituur bestaat in deze gedaante uit slechts zes deeltjes die als klinkend prikkeldraad geplaatst zijn op strategische punten op deze cd, om de componisten duidelijk van elkaar te scheiden. Kan niet missen, al was het alleen al door het feit dat het om een live-opname gaat die gemaakt is tijdens een concert in Muziekcentrum Vredenburg, terwijl de rest onder studio-omstandigheden tot stand kwam in het Muziekgebouw aan ’t IJ.

Nog drie werken van Ponc worden gespeeld, een kleine vijfdelige suite voor cello en piano (Daniël Esser en Gerard Bouwhuis), zeven miniatuurtjes voor piano (Bouwhuis) en vijf ‘polydynamische’ stukken voor ensemble. De polydynamiek zit hem in het feit dat ieder instrument zijn eigen dynamische wetmatigheid volgt. Een seriëel experiment waarmee Ponc zijn tijd flink vooruit was – maar in het tonale idioom van de twintiger jaren. Vrij en onverschrokken.

Hans Aldo Schimmerling (1900-1967) past met zijn Sechs Miniaturen für Kammerorchester precies in het tijdsbeeld dat we hebben verkregen uit het Wenen van de Verein für musikalische Privataufführungen van Arnold Schönberg en zijn volgelingen. Ontstaan als een reactie op de mammoetbezettingen van de instortende romantische bouwwerken waren ze al evenzeer een mogelijkheid om nieuwe geluiden op eigen initiatief tot klinken te brengen – de premature geboorte van het Schönberg Ensemble. Schönberg in 1918 in Wenen en Schimmerling in 1922 in Praag – en zo klinkt het.

Emil Frantisek Burian (1904-1959) buitelt met zijn Kleine Ouvertüre uit 1927 aanstekelijk door de bevrijdende ontdekking van dada en jazz. Met name in de liederencyclus ‘Over de kinderen’ is te horen dat Leos Janácek wel degelijk zijn sporen op een jongere Tsjechische generatie heeft nagelaten. Hoe het zit met de instrumentale versie van deze oorspronkelijk voor de piano gecomponeerde liederen uit 1924 geen woord in de toelichting, ook niet op de website. Kennelijk stamt ze van de componist zelf.

Dat is namelijk niet het geval met de zes liederen opus 17 van Viktor Ullmann (1898-1944), de tragische figuur die rusteloos door het leven trok tot hij in het laatste traject van zijn bestaan, in Kamp Terezin, de navrante rust vond om het ene stuk na het andere te componeren. Als schrijfpapier gebruikte hij afgedankte deportatielijsten. Deze liederen dateren uit 1937, maar of dat gelukkiger tijden voor Ullmann waren valt te betwijfelen. Wel gelukkig is de keuze voor componist Geert van Keulen een instrumentatie van deze prachtige muziek te vervaardigen, bovendien mooi ingevoeld door mezzosopraan Barbara Kozelj.

Alois Hába (1893-1973) is de ‘Grand Old Man’ in dit gezelschap. Niet alleen leefde hij het langst, maar hij overleefde zelfs de communistische terreur van de naoorlogse jaren en mocht zich nog verheugen in een soort officiële erkenning. Zijn reputatie rust vooral op zijn experimenten met stemmingen en micro-intervallen. Een piano waarvan de drie klavieren onderling een derde van een halve toon verschillen is maar een van zijn vindingen. Hij schreef voor het Tsjechisch Nonet vier nonetten voor de bezetting blaaskwintet, viool, altviool, cello en contrabas. Het tweede daarvan is een ‘Fantasie für Nonett im Siebentonsystem’ geschreven in 1932. Geen paniek, dat is geen ingewikkeld toonsysteem, het zijn gewoon de witte toetsen van de piano, van d tot d – de zogeheten dorische toonladder. Hába schreef 23 vignetten die ingenieus in elkaar overgaan. De Ebony Band in topbezetting (o.a. Emily Beynon en Gustavo Nunez, aanvoerders in het KCO) zorgt voor een onvergetelijke luisterervaring.

Dat geldt overigens voor de gehele cd, inclusief opname en presentatie – om maar te zwijgen van die gave website. Lang leve de Ebony Band.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links