CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2024 |
Strijkkwartetten vernoemen zich graag naar klassieke beeldende kunstenaars: Vermeer, Rembrandt, Mondriaan en Ruysdael om maar een paar voorbeelden te noemen. Het GoYa Quartet ontleent zijn naam echter niet aan de Spaanse schilder Francisco Goya. Violiste Sylvia Huang verklaart dat als volgt: ‘GoYa komt uit het Urdu, de officiële taal van Pakistan, en wil zeggen: als je echt in iets gelooft, kan je het ook waarmaken'. De basis voor deze cd werd gelegd in de live-opname die plaatsvond in de Amsterdamse Waalse kerk op 18 mei 2024, gevolgd door twee opnamedagen. Op de website van het concert lezen we het volgende mission statement:
De vormgeving van de cd sluit hier direct op aan, met een essay van Ruben Jacobs en schilderijen van Rosa Meertens. Verpakt in een hardkaften boekje met fraaie kleurenfoto's. Het GoYa Quartet is in 2014 opgericht en wordt gevormd door Sylvia Huang, Mirelys Morgan Verdecia, Saeko Oguma en Honorine Schaeffer. Deze vier musici, afkomstig uit België, Cuba, Japan en Frankrijk, hebben elkaar gevonden in het orkest waarin zij spelen: het Koninklijk Concertgebouworkest. Sylvia Huang werd in 2023 benoemd tot concertmeester van de Munt Opera in Brussel. Dit is hun debuut-cd. In het oeuvre van Claude Debussy neemt het strijkkwartet een unieke plaats in. Dat blijkt al direct uit de titel: Premier Quatuor en sol mineur, opus 10. Van een tweede is het nooit gekomen en dit ‘eerste' kwartet is het enige werk dat Debussy van een opusnummer heeft voorzien. Debussy componeerde het in 1893, een jaar voor het baanbrekende orkestwerk Prélude à l'après-midi d'un faune. In zijn strijkkwartet nam hij op advies van zijn vriend Chausson het strijkkwartet van César Franck als model. Op die manier hoopte hij een voet in de deur te krijgen bij de – in zijn ogen – conservatief getinte Société Nationale de Musique. Franck baseerde zich in zijn kwartet uit 1889 op de cyclische kiemceltechniek, waar een kenmerkend motief de basis vormt van het muzikale verloop in alle delen. Debussy voegt daaraan zijn eigen voorliefde voor modale toonsoorten aan toe. Het werk werd zoals gehoopt in première gebracht bij de Société door het Quatuor Ysaÿ en markeerde de doorbraak van Debussy als componist. In zijn boek Het Strijkkwartet merkt Leo Samama op dat het strijkkwartet van Edvard Grieg uit 1878 eveneens een cyclische opzet kent en het bepaald niet ondenkbaar is dat Debussy dit werk gehoord heeft. Grieg was in de kringen van voornoemde SNM bijzonder populair. In 1889 werd in Parijs zelfs een groots Grieg-festival georganiseerd met het kwartet prominent op het programma. Net als bij Debussy is het bij Grieg bij één strijkkwartet gebleven, en in dezelfde toonsoort: g-mineur. Een eerste kwartet ging verloren en Grieg schreef in 1891 twee delen van een kwartet dat hij niet voltooide. Zijn Nederlandse vriend Julius Röntgen heeft de twee ontbrekende delen op basis van de schetsen uitgewerkt. Na de voltooiing van de toneelmuziek bij Peer Gynt in 1876 trok Grieg zich in het volgende jaar terug in Hardanger, de uitgelezen plek van de Noorse volksmuziek, de Hardanger viool, met de karakteristieke dubbelgrepen. Met die volle klank opent het eerste deel, in een citaat van het lied Spillemaend (Speelman), dat in de rest van het kwartet cyclisch verwerkt wordt. Als overgang tussen Debussy en Grieg kozen de GoYa's voor het Phantasy Quartet van de Britse componiste Imogen Holst, dochter van Gustav, beroemd door zijn orkestwerk The Planets. Op papier een vreemde eend in de bijt, maar in werkelijkheid heel sfeervol aansluitend bij de modale klankwereld van Debussy. Een klankwereld die ze dankte aan haar studies bij haar vader en Ralph Vaughan Williams. Met dit kwartet veroverde ze in 1928 als eenentwintigjarige de felbegeerde Cobbett Prize, een geldprijs die ingesteld was om de Britse kamermuziek te stimuleren. Autumn Leaves (Les Feuilles Mortes) is niet alleen de titel van deze cd, het is ook de toegift. De hoesgegevens zaaien enige verwarring, met Toru Takemitsu als componist en Joseph Kosma als arrangeur. De werkelijkheid is andersom: Kosma schreef het lied in 1945, en in 1949 werd het een hit, gezongen door Yves Montand. Toru Takemitsu schreef het arrangement voor strijkkwartet in 1982. Het GoYa Quartet is met dit debuut bepaald niet over één nacht ijs gegaan. Op YouTube manifesteren ze zich in een sfeervolle beeldopname van Autumn Leaves, en een aantal uiterst verzorgde uitvoeringen van klassiek repertoire. De puike registratie moet bepaald een uitdaging zijn geweest voor opnameleider Guido Tichelman, door de combinatie van live-met-publiek en correcties in een lege kerkruimte. Gezien hun achtergrond in het Concertgebouworkest beschikken de dames van het GoYa over een onberispelijke speeltechniek. De vier stemmen verkeren perfect in balans, en met een uitgekiend gebruik van alle gradaties van vibrato en een intens muzikaal instinct is dit een juweel van een discografisch debuut. index |
|