![]() CD & DVD-recensie
© Siebe Riedstra, juli 2010
|
||||||||||
Cameron Carpenter Live!1. CD: Carpenter: Serenade & Fugue on B.A.C.H. 2. DVD: Schubert: Erlkönig. Carpenter: Three Intermezzi for Cinema Organ - Will o’the Wisp - Hommage to Klaus Kinski. Liszt: Funerailles. Moszkowski: Étincelles. Vierne: Naïades. Widor: Toccata uit Orgelsymfonie nr. 5. Sousa: The Stars and Stripes Forever. Bach: Preludium & Fuga nr. 5 uit Das wohltemperierte Klavier (preludium en fuga nr. 5). Debussy: Prélude à l’après-midi d’un faune. Cameron Carpenter op diverse orgels. Telarc TEL 31980-00 • 69' • (cd) • 119' • (dvd) www.youtube.com/watch?v=vtKgOZX3DcU www.youtube.com/watch?v=1HrhZ1-cPJE www.youtube.com/watch?v=wr9SXtvunwk Cameron Carpenter (1981) is sinds hij in 2006 afstudeerde aan de Juilliard School of Music in New York met de snelheid van een raket bekend geworden als een kolossaal fenomeen op de orgelbank. Wel een controversieel fenomeen, want een organist wordt niet geacht eruit te zien als een rockstar, door zich te kleden in een strakzittende witte spijkerbroek, een wit T-shirt dat is bezet met glittertjes en witte orgelpumps die ingelegd zijn met kristallen ornamentjes van Swarovski. Kortom een steen in de vijver van de ernstige orgelwereld. Denkt u nu echter niet dat er een nieuwe Virgil Fox is opgestaan, want we hebben het hier niet over een fenomeen dat de grote massa wil epateren met een gladde show. Nee, het ontegenzeglijk flamboyante showelement dient slechts een ander soort presentatie van wat alleen maar beschreven kan worden als adembenemende virtuositeit. Vriend en vijand zijn het over één ding eens: zulk fenomenaal orgelspel is simpelweg nog nooit vertoond. Het begeleidende boekje citeert een autoriteit op orgelgebied, Dr. John Weaver, jarenlang hoofd van de afdelingen orgelspel van de Juilliard School en het Curtis Institute in Philadelphia, die zelf als organist en componist in hoog aanzien staat bij de American Guild of Organists. Hij zegt: ‘This is truly one of the most amazing musical minds that I have ever encountered, a talent of Mozartean proportions, and a technique the likes of wich has not existed on this planet’. Op deze uitgave presenteert Carpenter zich in twee formaten: cd en dvd. Op de cd speelt hij werken van J.S.Bach op het orgel van de Church of Saint Mary the Virgin op Times Square in New York. Het is een orgel van de firma Aeolian-Skinner uit 1933 dat is ontworpen door de invloedrijke bouwer Donald G. Harrison. Aan de keuze van het instrument zien we al welke kant dit opgaat: een symfonische Bach, kompleet met veel registerwisselingen, en ook de zwelkast doet bij gelegenheid mee. Je zou kunnen zeggen dat Carpenter de orkesttranscripties die Leopold Stokowski maakte terugvertaalt naar het orgel. Veel lezers zullen meewarig het hoofd schudden, maar het moet gezegd, Carpenter neemt de muziek van zijn grote voorganger op zijn geheel eigen manier bloedserieus, en in technische zin speelt hij de sterren van de hemel. Wat betreft de gekozen werken nog een opmerking: terwille van de coherentie tussen de toonsoorten heeft Carpenter de Toccata in F BWV 540 getransponeerd naar Fis, een toonsoort die Bach zelf nooit gebruikt heeft in zijn orgelwerken. Daardoor ontstaat een logische opeenvolging van toonsoorten volgens de kwintencircel: Fis – b – e – a – D – G. Na een geïmproviseerde cadens volgt zijn eigen kijk op Bach, in de Serenade en Fuga over B.A.C.H. Dat Carpenter op grond van deze cd de halve orgelwereld in negatieve zin over zich heen krijgt zal hem zelf ook duidelijk zijn, maar schijnt hem niet de deren. Hij heeft er wel verstandig aan gedaan om aan deze presentatie een dvd toe te voegen die het plaatje completer maakt. Want op de dvd krijgen we te zien waar het nu werkelijk om gaat, en ook daar krijgt de traditionele orgelliefhebber een schok, want het officiële gedeelte van de dvd bestaat uit een recital, afgewisseld met toelichtingen door Cameron zelf, op een theaterorgel. Hiermee stelt Carpenter een daad: zijn liefde voor dit type orgel. Een soort dat tachtig jaar geleden machtig populair en tot in de jaren zestig nog regelmatig te horen was, maar inmiddels goeddeels is uitgestorven. Carpenter maakt al sinds zijn tienerjaren transcripties voor orgel van alle mogelijke bronnen, je kunt het zo gek niet bedenken. Hij heeft dat arrangeren afgekeken van zijn grote idolen Percy Grainger, Sigfrid Karg-Elert, en Leopold Godowsky, allemaal namen die veertig jaar geleden vergeten leken, maar die nu weer in de belangstelling staan. Voeg daaraan toe dat het romantische orgel sinds een aantal jaren weer ‘mag’ en dat steeds meer jonge organisten er toe overgaan om weer bewerkingen te spelen of zelf te maken en we zien langzaamaan een smaakverandering in de orgelwereld waarin Cameron Carpenter ineens niet meer zo’n vreemde snuiter lijkt. De Groninger Erwin Wiersinga maakte onlangs een cd voor het Orgelpark met de titel ‘L’art de la transcription’, daarmee aangevend dat ook hier te lande dat nieuwe geluid gehoord wordt. Wat we te horen en te zien krijgen is duizelingwekkend virtuoos. Carpenter speelt een werk als de Festive Overture van Sjostakovitsj uit zijn hoofd terwijl hij flitsend over vijf manualen surft, zonder enige assistentie alle registerhulpen meepikt en met schijnbaar gemak vierstemmig pedaal speelt, terwijl hij ook nog de zwelkasten bedient. Je gelooft je ogen niet. Van het orgel krijgen we alleen de speeltafel te zien en over het instrument zelf worden we niets wijzer gemaakt. Het is privébezit, afkomstig uit de Paramount Pictures Soundstage in Hollywood, dat na de teloorgang van deze vorm van entertainment door de huidige eigenaars in een speciale akoestische studio is ingebouwd. In zijn soort een indrukwekkend instrument, maar het heeft voor liefhebbers van de echte orgelklank zijn beperkingen. Heel anders gaat het toe bij het recital dat Carpenter op 23 oktober 2009 gaf in de Matthiaskirche in Berlijn. Delen van dat concert zijn te zien en te horen in het gedeelte van de dvd dat als Special Features is ingericht. Hier zien we Carpenter in de weer op de traditioneel vormgegeven symfonische speeltafel van een viermanualig instrument, en hier speelt hij het werk dat iedereen die van orgels en orgelmuziek houdt, hem tenminste één keer in zijn of haar leven heeft moeten zien spelen. Ik zeg nadrukkelijk zien, want wat Cameron hier presteert is zo subtiel virtuoos ingericht, dat je aan de klanken alleen nooit zou vermoeden hoe een en ander tot stand is gekomen. We hebben het over een orgeltranscriptie van de Prélude à l’après-midi d’un faune van Claude Debussy. De beroemde fluitsolo aan het begin van dit werk speelt Carpenter met zijn voeten. Hij heeft dan ook nog tijd om heel subtiel met diezelfde voeten crescendo’s en diminuendo’s te realiseren met de zweltreden. En de klanken die hij produceert zijn bovenaards mooi. In een van de intervieuws geeft hij aan dat het maken van een transcriptie voor hem alleen waarde heeft wanneer hij alle noten van de partituur op het orgel kan overbrengen, zonder de trucages waartoe veel transcribenten zich genoodzaakt zien. Dat laatste is een bewonderenswaardig artistiek credo, dat deze absoluut unieke verschijning in het internationale orgellandschap tot een fenomeen maakt dat we met de grootst mogelijke aandacht moeten blijven volgen, glitterpakjes of niet. Dit is een genie. index | ||||||||||