CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2015

 

BRASS TOO - Koninklijk Concertgebouworkest

Sjostakovitsj: Gadfly, suite (arr. Steven Verhaert)

Glanert: Concertgeblaas

Tomasi: Fanfares liturgiques

Piazzolla: Maria de Buenos Aires Suite (arr. Steven Verhaert)

Hindemith: Konzertmusik für Streicher und Blechbläser op. 50

Koperblazers van het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ivan Meylemans - Koperblazers & Strijkers van het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Kurt Masur (Hindemith)

RCO Live 14010 63'

Live-opname: 26-28 jan 2011 (Hindemith); 27 mei 2013 (Piazzolla); 20 dec 2013 (Glanert); 6 maart 2014 (Tomasi); 14 maart 2014 (Sjostakovitsj), Concertgebouw, Amsterdam

   

BRASS TOO sluit naadloos aan bij BRASS, verschenen in 2007 - het initiatief voor beide cd's ligt bij Ivan Meylemans. Meylemans was één van de twee solotrombonisten van het orkest en ontving de Prix de Salon, een geldprijs om jonge solisten uit het orkest te stimuleren. Dat resulteerde in BRASS, een cd die nadrukkelijk niet de weerslag is van concerten, maar in sessies werd opgenomen. Het vervolg laat nu in live-opnamen horen dat het nog steeds uitstekend gesteld is met Meylemans en zijn koperblazende vrienden. Veel van dit repertoire bestaat uit arrangementen, en hier is dat niet anders. De koperblazers zetten met goesting hun tanden in de suite uit het ballet The Gadfly (de Horzel). Eind jaren negentig veroorzaakte die Horzel een klein relletje, toen Riccardo Chailly de geplande opname met zijn eigen orkest moest verleggen naar Philapelphia omdat het orkest bedenkingen had tegen de kwaliteit van de muziek. Leg dat eens uit aan fans van André Rieu. Astor Piazzolla is sinds het huwelijk van ons koninklijke echtpaar ook al zo'n componist waar we geen kwaad woord over kunnen horen. In dit geval is er echter een toegevoegde reden om deze partituren volkomen serieus te nemen: de kwaliteit van het arrangement en de verbluffend virtuose uitvoering. Op zulke momenten overstijgt deze 'amusementsmuziek' zichzelf en is het van de eerste tot de laatste noot genieten geblazen.

Drie originele werken completeren deze uitgave. Detlev Glanert schreef zijn Concertgeblaas speciaal voor deze formatie, kort maar krachtig. In zijn eigen woorden: het is de eerste noot die telt - hij heeft gelijk. De Fransman Henri Tomasi was in de eerste plaats een groot dirigent, maar hij speelde het klaar om daarnaast een solide carrière als componist op te bouwen. Koperblazers zijn hem eeuwig dankbaar voor zijn Fanfares liturgiques, een werk met een wonderlijke afkomst. Het gaat hier om een verzameling tussenspelen uit de opera Don Juan de Manara . De opera heeft geen repertoire gehouden, maar de Fanfares worden gespeeld door brassbands van Heerenveen tot Tokyo. Dat geeft al aan dat er veel ruimte in de kwaliteit van de uitvoeringen kan sluipen. Daarover hoeven we ons hier geen zorgen te maken - beter heb ik ze nog niet gehoord.

De rol die Paul Hindemith in het componeren van de twintigste eeuw heeft gespeeld is nog lang niet uitgekristalliseerd. Wanneer over enige decennia de rook rond zijn opvolgers Henze, Rihm en Glanert is opgetrokken zou er best eens een nieuw beeld van deze harde werker kunnen ontstaan. Een beeld dat laat zien dat hij een aantal onsterfelijke meesterwerken geschapen heeft. Eén ervan is zonder twijfel de Konzertmusik opus 50, geschreven voor het vijftigjarig jubileum van het Boston Symphony Orchestra. De term Konzertmusik was een eigen vinding, die Hindemith de vrijheid verschafte om te experimenteren in de opusnummers 48, 49 en 50. Aardige bijkomstigheid is dat Hindemith na opus 50 stopte met nummeren. Kurt Masur nam dit meesterlijke stuk muziek mee naar Amsterdam in januari 2011 en kennelijk waren de koperblazers in hun nopjes. Ik koester al vier decennia de opname die William (Wilhelm) Steinberg maakte met het Boston Symphony Orchestra van deze lastige partituur, maar deze mag er ook zijn. Masur had volkomen gelijk om juist dit werk met het KCO te willen uitvoeren.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links