CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, september 2023

Vis à Vis

Biber: Harmonia Artificioso-Ariosa Diversimodè accordata: Partia VI – Mysteriensonaten nr. IV: Die Darstellung im Tempel, versie voor twee violen – Mysteriensonaten: Passagaglia Schutzengel, versie voor viool en altviool

Pachelbel: Choralpartita voor orgel Was Gott tut, das ist wohlgetan – Musikalische Ergötzung: Partie II in c voor twee violen en continuo

Bach: Sonate voor twee violen en continuo in G, BWV 1038 – Preludium en Fuga in G voor orgel BWV 550

Urban Strings: Georg Kallweit (viool en altviool), Tabea Höfer (viool), Walter Rumer (G-violone) m.m.v. Leo van Doeselaar (orgel)
Raumklang RK4104 • 68' •
Opname: nov./dec. 2021, Lutherse Kerk, Groningen

 

Vis-à-Vis. Een term die uit het openbaar vervoer stamt en aangeeft dat reizigers tegenover elkaar zitten. In dit geval zijn dat twee violisten die aan weerskanten van hun begeleidende partners zijn opgesteld. Niet in een concertzaal, maar in een kerk, en niet rond een kistorgel, maar een volwassen tweeklaviers orgel met een zelfstandig pedaal. Het hoeft geen betoog dat met een organist als Leo van Doeselaar de kleurrijke omvang van het orgel het grote verschil maakt. Voeg daaraan toe de violone (dus geen cello!) van Walter Rumer met zijn sonore bassen en het beeld is compleet.

Violist Georg Kallweit is verantwoordelijk voor de benodigde arrangementen en we mogen dus aannemen dat het idee voor deze uitgave uit zijn koker stamt. Samen met Tabea Höfer komt een aantal zeventiende-eeuwse sonates tot klinken waarin muzikaal naar hartenlust geduelleerd wordt. Drie werken van Heinrich von Biber zetten de toon. Het openingswerk van de schijf is de zesde Partia (partita) uit de bundel Harmonia Artificioso-Ariosa Diversimodè accordata voor twee violen en basso continuo. Het werk bestaat uit een Preludium, Aria met twaalf variaties en Finale. Biber was zelf een ras virtuoos op zijn instrument en heeft de viooltechniek enorme impulsen gegeven. Zijn meest opvallende specialiteit was het scordatura, waarbij de snaren van de viool op andere toonhoogtes worden gestemd. Met als gevolg dat een snaar die hoger wordt gestemd scheller gaat klinken, een lagere stemming veroorzaakt een zachter, omfloerster geluid. Overigens is deze zesde partia in de bundel de enige waarbij geen scordatura is voorgeschreven.

Het volgende werk op de cd is een deel uit de Mysteriensonaten, een bundel sonates voor één viool met continuo. In de hier gespeelde Vierde sonate met als ondertitel Die Darstellung im Tempel schrijft Von Biber scordatura voor (A-D-A-D in plaats van G-D-A-E), waardoor de laagste snaar een toon hoger klinkt en de hoogste snaar een toon lager. Het is een eendelig werk in de vorm van een chaconne en is door Kallweit bewerkt tot een versie voor twee violen.

Het derde werk van Biber stamt eveneens uit de Mysteriensonaten en is de Schutzengel Passagaglia voor vioolsolo, de bekendste voorganger van Bachs Chaconne uit de tweede Partita voor soloviool. Ook hier heeft Kallweit voor een bewerking gezorgd: op de altviool speelt hij het passacagliathema, Tabea Höfer zorgt voor de omspelingen.

Johann Pachelbel was iets jonger dan Von Biber en is vooral bekend geworden door zijn grote oeuvre voor orgel. Van hem horen we uit de bundel Musicalische Ergötzung de tweede Partie in c klein, voor twee violen discordato (scordatura) en basso continuo. Hier zijn de vioolsnaren omgestemd naar C-G-C-F, een forse ingreep: de beide onderste snaren klinken een kwart (vier tonen) hoger dan normaal, resulterend in een ongewoon schelle en hardere klank.

Sebastian Bach is de jongste in dit gezelschap, van hem staat de sonate BWV 1038 op het programma, een werk waarvan de echtheid niet is vastgesteld maar dat wel in drie verschillende versies is overgeleverd. Het is een vierdelige Sonata da Chiesa (langzaam, snel-langzaam-snel), hier in een versie voor twee violen en continuo.

De toonsoort G-groot van deze sonate wordt door Leo van Doeselaar voortgezet in Bachs Praeludium en Fuga BWV 550. Van Pachelbel koos Van Doeselaar voor de koraalpartita Was Gott tut, das ist wohlgetan, uit de bundel Musicalische Sterbens-Gedancken. Leo van Doeselaar heeft de beschikking over een bijzonder orgel. De van oorsprong Groningse bouwer Bernhard Edskes ontwierp voor de Lutherse Kerk in Groningen een instrument naar het voorbeeld van Arp Schnittger. Ooit bouwde de oude meester voor deze kerk een instrument dat door brand verloren ging. Edskes kreeg de opdracht tot een benadering van het origineel, in een geschikte opstelling voor gebruik in cantatediensten met koor en instrumenten. Tot dat doel plaatste hij een tweede speeltafel waarvandaan de organist als dirigent kan functioneren. Op de foto in het boekje ziet dat eruit als een kistorgel, maar dat is dus gezichtsbedrog. Afgezien van die foto ontbreekt verdere informatie over het instrument, maar gelukkig biedt de internetsite orgelnieuws.nl hier uitkomst met een uitgebreid artikel.

Het spreekt bijna vanzelf dat het brede spectrum aan kleuren van dit orgel, met de toegevoegde basregisters en de sonore lage klanken van de violone de beide violen voor een unieke ondersteuning zorgen. Naast dat bijzondere instrumentarium, de intrigerende klank van de verstemde violen en de vis-à-vis opstelling die ook in de opnametechniek vol wordt uitgebaat, is er ook nog de schitterende kwaliteit van het spel van de betrokkenen.

Kortom, uniek repertoire, voorbeeldig gespeeld en opgenomen in een ideale ambiance. Een droom van een cd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links