![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2013
|
Dit is geen bespreking van een recente cd, maar van een recente ervaring, die ik met orgelvrienden en nieuwsgierige muziekliefhebbers wil delen. Het label Brilliant bracht onlangs een intrigerende titel uit met de complete orgelwerken van de Oezjbeekse componist Georgi Mushel (in Nederland Moesjel). Bij beluistering begon er iets te kriebelen: de Toccata van Moesjel had ik eerder gehoord. Na wat googelen kwam ik terecht op de orgelsite van de NCRV, en jawel, daar prijkt die Toccata temidden van een aantal andere stukken van Oosteuropese snit, gespeeld door Bernard Bartelink op het orgel van de Kathedrale Basiliek te Haarlem. Opeens wist ik het weer, in mijn hoekje met orgelklanken uit Rusland staat een juweel van een cd met repertoire dat je nergens anders tegenkomt. En zoals het altijd gaat met zulke uitgaven, ze verkopen moeilijk en als ze uitverkocht zijn is het einde verhaal. Bernard Bartelink mag best eens apart vermeld worden. Hij werd geboren in Enschede, in 1929, won het Improvisatieconcours Haarlem in 1961, en werd in 1971 organist van de Kathedrale Basiliek St. Bavo in Haarlem. Voor wie zijn godsdiensten niet paraat heeft: in Haarlem hebben ze twee Bavo’s, één voor de katholieken en één voor de protestanten. Die van de protestanten staat op de Grote Markt in de binnenstad en heeft een machtig orgel van Christiaan Müller, dat in Mozarts dagen het grootste van Europa was. Toen de katholieken in Nederland eindelijk uit hun schuilkerken mochten kruipen bouwden ze in de laatste decennia van de negentiende eeuw kerken tegen de klippen op. De kroon van hun werk werd de Basiliek aan de Leidsevaart in Haarlem, een indrukwekkend gebouw en een architectonisch topstuk van Jos Cuypers, zoon van de legendarische Pierre. In 1924 plaatste de firma Joseph Adema daar een drieklaviers transeptorgel, gesitueerd aan de linkerkand van het koor.
Maar nu komt het: in 1966 besloot het kerkbestuur te Amsterdam dat het tijd was om de St. Willibrorduskerk buiten de Veste af te breken. In die kerk stond een monumentaal romantisch orgel van diezelfde Joseph Adema, de Nederlandse evenknie van de Franse bouwer Cavaillé-Coll. De jaren zestig waren nu niet bepaald tijden waarin zulke instrumenten op veel sympathie konden rekenen. De orgelwereld was totaal in de ban van de neo-barok zoals die uitgeoefend werd door de Deense firma Marcussen of Flentrop uit Zaandam. We kunnen het ons nauwelijks nog voorstellen, maar indertijd vond men het Adema-orgel gewoon rijp voor de sloop. Niemand wilde het hebben – net als Piet van Egmonds Steinmeyer-orgel in de Prinsessekerk, dat inderdaad als schroot werd afgevoerd. Thijs Kramer, organist van de Willibrordus, heeft zich samen met een actiecomité sterk gemaakt om deze catastrophe te verhinderen. In 1971 stond het Adema-orgel definitief in Haarlem, waar het een plaats kreeg direct boven de hoofdingang van de kerk. Hoewel Thijs Kramer getipt was om titularis van ‘zijn’ instrument te blijven ging de keus naar Bernard Bartelink. Diens eerste wapenfeit was de uitbreiding tot een vierklaviers instrument in 1978. Tot zijn zeventigste verjaardag bleef hij titularis in Haarlem, en pas in april van dit jaar (2013) nam hij daar afscheid van zijn organistenloopbaan. Die loopbaan was veelzijdig: concerteren op internationaal niveau, hoofddocent aan het Amsterdams Conservatorium en componeren. Iets in mijn achterhoofd zegt dat hij tientallen jaren de vaste bespeler was van het orgel in het Amsterdamse Concertgebouw. En voordat hij deze rare Russen inspeelde gaf hij als eerste in Nederland orgeluitvoeringen van Bachs Wohltemperierte Klavier en Die Kunst der Fuge. De jaartallen bij deze uitgave zijn misleidend, want al in 1985, vier jaar voor de val van de Berlijnse muur, maakte Bartelink bovengenoemde opnamen voor de NCRV. Van Goebaidoelina hadden we toen nog niet gehoord en de zegetocht van Sjostakovitsj was net schoorvoetend begonnen. Bartelink maakte twintig jaar geleden een cd die al lang weer vergeten is, zo gaat dat nu eenmaal. Ik hoef hem dus niet te bespreken. Maar u kunt gelukkig wel luisteren – de concertopnamen die de NCRV van een aantal van deze stukken maakte staan online. Ook de Toccata van Mushel (Moesjel) waar dit verhaal mee begon. Conclusie: Bartelink Rocks. index |
|