CD-recensie
© Siebe Riedstra, september 2017
|
In het laatste decennium van de vorige eeuw nam Harry Christophers met het door hem gecreëerde koor The Sixteen een aantal prachtige cd's op voor het label Collins Classics. Toen het Britse 'yellow label' ermee stopte vonden die opnamen hun weg naar CORO, het in 2001 door Christophers opgerichte eigen label van The Sixteen. Zo ook deze schijf uit 1992, heruitgegeven in 2005. Wat opvalt aan dit koorrecital is de uitgekiende combinatie van repertoirekeuze en programmavolgorde. Het Agnus Dei van Barber is een noot-voor-noot transcriptie die hij in in 1960 maakte van zijn stukgespeelde Adagio for Strings, uit 1936. Maar wie heeft ooit gehoord van de Reincarnations uit 1940? Drie koorwerken op teksten van James Stephens, geschreven in 1940 en veel karakteristieker voor de echte Barber, een vocale componist pur sang die beschikte over een professioneel getrainde baritonstem. De lichte verbazing over de aanwezigheid van Clapping Music van Steve Reich in een koorprogramma (er wordt niet gezongen maar alleen geklapt) veranderd in een 'aha erlebnis' bij de start van Bernsteins koren uit The Lark. Die beginnen eveneens met handgeklap - een ijzersterke overgang. Bernstein schreef deze toneelmuziek in 1955 bij het toneelstuk over Jeanne d'Arc van Jean Annouilh in de vertaling van Lillian Hellman, met wie hij in dezelfde tijd samenwerkte aan de operette/musical Candide. Het is een geserreerde partituur die zijn inspiratie zoekt in de renaissance, voor zeven vocalisten en buisklokken. Drieëndertig jaar later maakte Bernstein waar wat hij meteen al voorspelde: dit kan een aardige Missa Brevis worden. Aaron Copland was in tegenstelling tot Samuel Barber bepaald geen vocale componist. Zijn kracht lag in instrumentale theatraliteit. Hij schreef zijn Four Motets in de vroege twintiger jaren, maar publiceerde ze pas in 1979. De jongste deelnemer is David del Tredici, die een groot deel van zijn leven al componerend besteed heeft aan Alice in Wonderland. Zijn Acrostic Song from Final Alice vormt een passende afsluiting van dit recital. Niet in de laatste plaats door de verontrustende combinatie van geruststellende klanken en enge geluiden (van het fluisterkoor). Je moet er maar opkomen - dat geldt dus voor dit gehele recital. The Sixteen overschrijden dikwijls het aantal van zestien vocalisten, maar hier blijven ze met achttien aardig in de buurt. Opvallend aan de koorklank is de medewerking van mannelijke alten (twee van de vier). Zoals altijd bij dit ensemble zijn de technische afwerking en de intonatie vlekkeloos. Een prachtige inkijk in het Amerikaanse repertoire voor onbegeleid gemengd koor uit het midden van de vorige eeuw, met Reich (voor twee 'slagwerkers') als extraatje. index |
|