CD-recensie
© Paul Korenhof, oktober 2024 |
In Nederland worden door en als gevolg van een totaal niet op cultuur gerichte overheid muziekscholen en jeugdorkesten weggesaneerd. Triest en desastreus voor zowel alle betrokkenen als voor de muzikale toekomst van ons land, vooral ook omdat er bijzonder weinig tegenover lijkt te staan. Wat particulier initiatief vermag, blijkt uit de in Peru op initiatief van de tenor Juan Diego Flórez opgerichte organisatie Sinfonía por el Peru, die in de loop der jaren al 30.000 kinderen en jongeren de kans heeft geboden zich in muziek uit te leven en zich eventueel tot professioneel niveau te ontwikkelen, een initiatief waar alleen al op dit moment ruim 6000 kinderen van profiteren. (Voor de ouderen onder ons: een sleutelrol bij dat alles speelde de daar legendarische, nu 97 jaar oude Peruviaanse tenor Luis Ernesto Alva y Talledo, hier bekend als Luigi Alva. Van 1955 tot 1970 gold hij internationaal als dé tenore leggiero voor onder meer Ferrando in Così fan tutte en Rossini-rollen. Zijn glansrol was Almaviva in Rossini's Il barbiere di Siviglia, een rol die hij vijf keer op de plaat heeft opgenomen, o.a. met Callas, De los Angeles en Berganza. In die rol hoorden wij hem ook tijdens het Holland Festival 1962 onder Carlo Maria Giulini die hij hier later terugzag in voorstellingen van Falstaff en Don Giovanni . In de periode 1955-65 zong hij trouwens diverse malen in ons land, zowel in het Holland Festival als bij de Nederlandse Opera, maar mijn mooiste herinnering aan hem blijft zijn vóór een gesloten doek gezongen 'Un aura amorosa' in Così fan tutte tijdens een routinevoorstelling van die opera in het Haagse Gebouw voor K&W in oktober 1962. Onvergetelijk!) Alles bij elkaar is het dus niet verwonderlijk dat Flórez, Peruviaan in hart en nieren, de eerste cd van zijn eigen label niet alleen wijdde aan Spaans repertoire, maar dat hij koor en orkest van 'zijn' Sinfonia por el Peru ook nauw bij de opnamen betrok. Samen met de Spaanse dirigent Guillermo García Calvo stelde hij een combinatie van vijftien fragmenten uit zarzuela's samen met veertien solo's voor tenor waaronder ook buiten het Spaanse taalgebied bekende nummers uit Doña Francisquita en La tabernera del puerto (het vooral dankzij Plácido Domingo welbekende 'No puede ser'). Als instrumentale afwisseling horen we het tussenspel uit de eenakter La boda de Luis Alonso, een favoriete zarzuela van mijzelf sinds ik als middelbare scholier fragmenten uit dat werk (gecombineerd met fragmenten uit El baile de Luis Alonso ) als tweedehands lp in Barcelona op de kop tikte, . Bij een vergelijking van drie befaamde vertolkers van zarzuela's onder de bekendste tenoren, de van de Canarische eilanden afkomstige Alfredo Kraus, het Spaans-Mexicaanse theaterdier Plácido Domingo, zoon van een echtpaar dat zich specialiseerde in de zarzuela, en de Peruviaan Juan Diego Flórez, vallen grote verschillen op. Van die drie is Domingo veruit de uitbundigste en de meest viriele, zodat we hem het sterkste associëren met de Spaanse zon en Spaanse kleuren, terwijl Kraus weliswaar het uitbundige niet vermijdt, maar daarbij toch meer aandacht heeft voor vocale afwerking en karakterisering. De zang van Flórez bevindt zich aan de andere kant van het spectrum lijkt vooral aandacht te vragen voor lyriek en verfijning, en neigt daarbij (niet verwonderlijk) het meest naar Italiaans bel canto. Met een tijdsduur van vijftig minuten lijkt de cd aan de korte kant, maar als recital is het precies goed. Wel had er voor mij best nog een extra instrumentaal intermezzo en misschien ook een koorfragment bij gekund, als was het maar om de uitstekende prestaties van de jonge Peruviaanse musici nog meer in het zonnetje te zetten. Het geheel wordt gepresenteerd in een fraai en kleurrijk, 'hardcover' boekwerkje met teksten, toelichtingen en foto's waaraan geen greintje plastic te pas is gekomen. index |
|