CD-recensie

Wie de goden liefhebben...

 Fritz Wunderlich (1930 ~ 1966)

 

© Paul Korenhof, september 2010

 

 
 

Fritz Wunderlich - A Poet Among Tenors

EMI (ICON-reeks) 6295252 (6 cd's)

 

 

 

 

 

 

Fritz Wunderlich - Der Unvergessene

DG - Limitierte Edition

 

 

 

 


Wolfgang Amadeus Mozart werd slechts 35, Vincenzo Bellini 34, Maria Malibran stierf reeds op 28-jarige leeftijd - drie van de grootste genieën die de operawereld gekend heeft, moesten door ziekte of een ongeval voortijdig het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen. In dit rijtje hoort ook het lot van Fritz Wunderlich, die op 16 september 1966 na een tragisch ongeval in Heidelberg overleed, negen dagen vóór zijn 36-ste verjaardag. De dag ervóór was hij in het in aanbouw zijn landhuis van de bas Gottlob Frick van een trap gevallen, toen hij in de nacht vóór zijn vertrek naar Amerika nog even zijn vrouw wilde bellen.

Technisch volmaakt
Nog afgezien van de persoonlijke tragedie voor Wunderlich zelf, zijn vrouw en zijn kinderen werd daarmee ook de operawereld vroegtijdig beroofd van een van de opmerkelijkste carričres van de twintigste eeuw. Niet alleen het Met-debuut van Wunderlich vond geen doorgang, maar ook aan een Bayreuth-debuut is hij nooit toegekomen en talloze rollen en opnamen die al feitelijk of voorzichtig gepland waren, konden nooit meer gerealiseerd worden.

Hoe Wunderlich zich de jaren daarna ontwikkeld zou hebben, kunnen we slechts gissen, maar we kunnen rustig stellen dat hij als vertolker - en zeker als liedvertolker - zijn hoogtepunt nog niet bereikt had. Dat hij ook als zanger nog had kunnen groeien, lijkt onwaarschijnlijk. De klank van zijn  stem, met een uniek helder en stralend timbre, leek enkele jaren eerder al volkomen uitgerijpt, zijn tekstweergave stond op een niveau dat geen zanger na hem nog heeft kunnen evenaren, zijn communicatie met zijn publiek was zo intens, dat die zelfs via zijn opnamen nog onverminderd doorwerkt op mensen die hem nooit in levenden lijve hebben meegemaakt.

Dat alles werd echter nog overtroffen door een verregaand geperfectioneerde techniek die - en zo hoort het - zijn voordracht een extra sterke schijn van spontaneďteit verleende. Juist door die techniek kon hij vrijelijk met woorden en kleuren spelen op een manier waarvan menige andere zanger alleen maar kan dromen. Zijn intonatie, articulatie en klankvorming waren exemplarisch en daarbij wist hij ook iedere klank een eigen kleur te verlenen. Sterker nog: als geen andere tenor van zijn tijd, met uitzondering misschien van Alfredo Kraus, wist hij zelfs binnen één noot nog in zijn kleuring te variëren!

Herdenking
Op 30 september van dit jaar zou Fritz Wunderlich tachtig zijn geworden en in het 120 pagina's tellende boekwerk bij een herdenkingsuitgave die DG aan deze zanger wijdde, vertelt de enkele maanden geleden overleden Anneliese Rothenberger over haar eerste kennismaking met Wunderlich bij een voorstelling van Don Giovanni in Salzburg, waarin zij zelf Zerlina zong. Zij vroeg hem toen op een gegeven moment: "Hoe doe je dat? Heb je soms een elektrische aansluiting van achteren? Je zingt drie frasen op één adem!" Voor Wunderlich was zo'n opmerking dolle pret. Hij kende zijn eigen techniek als geen ander, wist ook hoezeer hij eraan bleef vijlen, ook als niemand het resultaat opmerkte (en wat Rothenberger constateerde, had zelfs menige dirigent nog niet gehoord), maar als dan iemand hoorde wat hij deed, was het ijs ook meteen gebroken.

Favorieten
De grote kunst van zingen is het wekken van de suggestie dat het allemaal 'zo makkelijk' is, zelfs zó makkelijk dat iedereen het zou kunnen. Slechts weinig mensen beseffen dat dit alleen bereikt kan worden op basis van een ijzeren discipline, een vlekkeloze techniek en een immer voortdurende studie. Die combinatie is slechts weinigen gegeven, maar Wunderlich behoorde tot die witte raven. Of hij nu 'Il mio tesoro' uit Mozarts Don Giovanni zingt, een aria van Puccini, Dichterliebe van Schumann, een schijnbaar simpele operettemelodie of een populair lied als Granada van Lara (voor menigeen zijn grootste opname!), in iedere maat, in iedere noot is er die suggestie van natuurlijkheid en gemak in combinatie van een al even unieke combinatie van jeugdigheid en levensvreugde. En bij dat alles blijft die stem ontroeren. Wat kan ik er nog meer over zeggen? Hooguit dat hij de enige zanger is wiens opnamen ik blijf draaien en waarschijnlijk altijd zal blijven draaien, hoe goed ik ze ook ken.

Tot mijn eigen favorieten behoort op de eerste plaats een Philips-plaat uit 1963 met liederen van Beethoven, Haydn en Strauss met het orkest van de Bayerische Rundfunk onder leiding van Jan Koetsier, met uitvoeringen van Morgen en Zueignung die vor mij op eenzame hoogte staan (toevallig las ik ooit dat een dochter van Wunderlich, Barbara, deze voorkeur deelt). Daarbij komen vooral diverse opnamen uit zijn EMI-periode: Die verkaufte Braut onder Rudolf Kempe, hoogtepunten uit Mignon, evenals Die verkaufte Braut met Pilar Lorengar en Gottlob Frick, hoogtepunten uit Jevgeni Onegin en Schoppenvrouw met Melitta Muszely en Hermann Prey, hoogtepunten uit Martha met Anneliese Rothenberger en Gottlob Frick en hoogtepunten uit Der Bettelstudent met Erika Köth en Rudolf Schock.

Biografie
Nog steeds duiken er onbekende opnamen van Wunderlich op, maar aangezien het merendeel daarvan toch stamt uit de beginjaren van zijn carričre, is het belang daarvan niet altijd even groot. De herdenking van zijn 80ste geboortedag is vooral luister bijgezet met bekend materiaal in speciale uitgaven met enkele bijzondere aanvullingen. Dat laatste betrefty onder meer de biografie van Werner Pfister, die voor deze gelegenheid werd bijgewerkt en nu op de markt is in een speciale editie met een cd erbij, en in een goedkopere uitgave. Daarnaast zijn er links en rechts cd's te vinden van het repertoire dat de zanger in Duitsland voor kleinere labels heeft opgenomen, maar de belangrijkste uitgaven zijn twee dozen van respectievelijk EMI en DG.

ICON
Prijstechnisch verreweg de leukste is natuurlijk de EMI-uitgave in de ICON-reeks, zes cd's met hoogtepunten uit het repertoire dat Wunderlich aan het eind van de jaren vijftig en in het begin van de jaren zestig opnam voor HMV-Electrola. Op deze zes cd's met een ruime keuze aan fragmenten uit oratorium, opera en operette, en met liederen en 'schlagers' zijn ook alle EMI-opnamen vertegenwoordigd die ik hierboven bij mijn eigen favorieten vermeldde. Dat er soms technisch grote verschillen te horen zijn tussen opeenvolgende tracks, is gezien de leeftijd van de opnamen onvermijdelijk, evenals het feit dat het totale repertoire hier in het Duits gezongen wordt. Dat laatste is van ondergeschikt belang. Sterker nog: Wunderlich in het Duits klinkt in Italiaans repertoire Italiaanser dan menige andere tenor die de oorspronkelijke tekst aanhoudt! Het Duits zal bovendien de aria van Ljenski voor velen des te aangrijpender maken en een fijnzinniger versie van 'Leb' wohl, Mignon' ('Adieu, Mignon!') heb ik ook in het Frans zelden of nooit gehoord. Zelfs niet van Alain Vanzo! Kortom: zeker voor de beginnende Wunderlich-liefhebber is de ICON-box een absolute aanrader.

Uniek materiaal
Voer voor de echte Wunderlich-fan is een stevige doos van DG van twintig bij twintig centimeter met daarin eveneens zes cd's die volgens hetzelfde principe zijn smengesteld. Dezelfde opzet dus, maar andere uitvoeringen en een duidelijke verschuiving naar het 'serieuzere' repertoire. Zo vinden we hier geen operettemelodieën (toch een gemis - Wunderlich was daarin onweerstaanbaar)\, maar gelukkig wel 'schlagers', o.a. de befaamde opname van Granada aan het begin van de vijfde cd.

Er is echter meer: een 45t-plaatje (oranje Polydor!) met de dikte van een pannekoek, waarop we het Wiegelied van Schubert en Gute Nacht van Meyer-Helmund horen, en een boekwerk van honderdtwintig pagina's met een uitgebreid interview met Eva Wunderlich, een essay van Lothar Brandt, herinneringen van collega's en talloze foto's. Er is echter ook nog een zevende cd met enkele voor Wunderlich essentiële interviewfragmenten, onbekende opnamen en opnamen die Wunderlich zelf gemaakt heeft, want de grootste Duitse tenor van de afgelopen eeuw was behalve een begenadigd hoornist en trompetspeler ook nog eens een fanatiek opnametechnicus die met vaste hand zijn eigen amateurstudio bestierde en zo ongeveer alles op band opnam wat hij maar kon opnemen: zijn privéleven, zijn eigen repetities (vanaf de eerste tijd tot zijn dood toe!), maar ook uitvoeringen. Commentator Reinhard Ermer noemt hem niet zonder reden een 'Dokumentationsfreak'. Deze cd is voor iedere liefhebber een must!

Kanttekening
Helaas bij deze DG-uitgave ook een kanttekening. Ik ga compleet over mijn nek van het laatste deel van het boekwerk. Het wordt geďntroduceerd met de mededeling dat Wunderlich altijd zo'n goede band heeft gehad met zijn fans en dat men dus aan zijn bewonderaars een oproep heeft gedaan om 'persoonlijke herinneringen' op schrift te zetten. Dat resulteerde in zege en schrijven één pagina met 'echte' herinneringen en verder bijdragen van o.a. Jonas Kaufmann, Piotr Beczala, Rolando Villázon, Plácido Domingo, Joseph Calleja en Juan Diego Flórez. Bij Domingo, Villázon en Calleja twijfel ik niet aan hun oprechtheid, maar de bijdrage van Flórez vormt werkelijk een dieptepunt: een duidelijk plichtmatige, matte bijdrage als product van een publiciteitsmachine. Gęnant!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links