CD-recensie

Oropesa verdient (veel) beter

 

© Paul Korenhof, oktober 2022

Verdi: La traviata

Lisette Oropesa (Violetta), Menna Cazel (Annina), René Barbera (Alfredo Germont), Lester Lynch (Giorgio Germont), Francesco Pittari (Gastone), Ilseyar Khayrullova (Flora), Alexander Köpeczy (Grenvil), Allen Boxer (Douphol), Biagio Pizzuti (d'Obigny)
Staatsoper Dresden
Dresdner Philharmonie
Dirigent: Daniel Oren
Pentatone PTC 5186 956 (2 sacd's)
Opname: Dresden, maart 2021

   

Soms krijg ik de indruk dat ze bij Pentatone ofwel niets begrijpen van opera, ofwel er gewoon niet van houden. Dat gebeurde weer bij deze opname, opgebouwd rond Lisette Oropesa die ik toewens dat zij, nadat zij nog meer ervaring met haar rol heeft opgedaan, die onder gunstiger omstandigheden nogmaals mag vastleggen. Zij is zonder meer de ster van deze La traviata met een ijzersterke laatste akte, maar afgezien van enkele momenten van de tenor René Barbera is er verder weinig reden om deze uitgave aan te bevelen.

Het begint na een door Daniel Oren nog rustig genomen voorspel met een hectische feestscène waarin een flink koor kennelijk in de veronderstelling verkeert dat het met de triomfscène uit Aida bezig is. En niet alleen dat koor! Ook de opname trekt alle registers open waardoor de Parijse salon van Violetta verplaatst lijkt naar de Utrechtse Jaarbeurshallen. Gelukkig klinken de stemmen in de eerste scène van Violetta en Alfredo akoestisch beter, maar het orkest blijft erg ruimtelijk en tot hij bij 'Un dì' terugneemt, blijft Oren jagen. De solisten geeft hij daarmee weinig kans voor de suggestie van een gesprek onder vier ogen.

Aan het einde van die scène viel ik echter bijna van mijn stoel van verbazing. Het aangehouden orkestakkoord waarmee Verdi vóór de terugkeer van het koor die scène besluit, ontbreekt hier volledig. Wel staat in de partituur dat die laatste maat mag vervallen, maar dan op voorwaarde dat het allegro vivace van het volgende ensemble er naadloos op aansluit, maar daarvan is hier geen sprake. De luisteraar wordt geconfronteerd met vijf seconden doodse stilte!

Die vreemde pauze bleek geen uitzondering. Na het duet van Violetta en Germont in II viel zelfs een pauze van zes seconden, een paar minuten vóór het einde van de cd. Ik was al onderweg om de tweede cd in te leggen, toen ik tot mijn verbazing opeens Violetta's 'Dammi tu forza, o cielo!' hoorde. Dat toen van dramatische spanning geen sprake meer was, spreekt voor zich! Iets dergelijks deed zich weer voor na het carnavalskoortje in het laatste bedrijf. De haast waarmee Annina binnenstormt met het bericht over de terugkomst van Alfredo moet daar pal bovenop zitten, maar Pentatone laat ons weer rustig een paar seconden wachten, en exact hetzelfde gebeurt nogmaals bij de ploselinge entree van Germont père. Onbegrijpelijk en dramatisch dodelijk!

Deze drie blijken echter extremen extremen van een normale procedure, want de neiging om na een partituurdeel net iets langer te pauzeren dan logisch en dramatisch verantwoord is, komt ook elders in deze opname naar voren. Of dit te wijten is aan de opname of aan degene die het eindproduct samenstelt, is onduidelijk. Omdat soms ook de nagalm iets te snel wordt afgekapt, vermoed ik het laatste, maar geluidsregie en balans zijn eveneens niet altijd in overeenstemming met wat ik mij bij een theaterwerk voorstel. Hoe het ook zij: ik kan alleen maar concluderen dat deze uitgave weinig blijk geeft van gevoel voor drama en dramatische spanning.

Een merkwaardig punt in de geluidsregie is overigens de klank van Alfredo's aandeel - achter het toneel - in Violetta's 'Sempre libera'. Ik ben altijd geneigd dit te interpreteren als een stem in haar gedachten, maar zelfs in menige druk van het libretto vinden we de 'van buiten' of 'onder het balkon'. Het zij zo. Alleen klinkt Alfredo's stem hier wel erg ruimtelijk en ik moet bekennen dat een straat of tuin met zoveel nagalm mij heel vreemd voorkomt.

Een tegenvaller is ook de dirigent Daniel Oren. Uit het theater en van diverse dvd-uitgaven ken ik hem als een capabele en betrouwbare operadirigent met gevoel voor theater. Deze opname wekt echter de indruk dat hij in het theater beter zijn draai vindt dan in de studio. Vreemde tempi, nu eens bedachtzaam, dan weer snel en met een nadrukkelijke 'drive', combineert hij met accenten en ritmes die de indruk wekken dat hij meer streefde naar voortgang van de handeling dan naar organische dramatiek en invoelbare emoties. Het resultaat doet soms merkwaardig aan, onder andere bij een vreemd dansant 'Mi chiamaste? Che bramate?', de scène van Violetta en Alfredo aan het begin van de finale van het derde tafereel.

De beide mannelijke hoofdrollen worden wisselend vertolkt. De Mexicaans-Amerikaanse tenor René Barbera (Almaviva in Rossini's Barbiere bij DNO in 2018) zingt een muzikale en mooi lyrische Alfredo. Hij mist echter het fluweel en de tekstexpressie om zowel Violetta als het publiek van zijn liefde te overtuigen, en dan blijft Germont junior toch een tweedimensionale figuur.

Ook zijn vader komt niet echt uit de verf. Lester Lynch, Pentatone's 'huisbariton', is een saaie, on-Italiaanse Germont père met weinig vocale persoonlijkheid. Als hij bijvoorbeeld in een kabbelend begeleid 'Di Provenza' aankomt bij een herhaald 'Dio m'esaudi', waarboven Verdi 'con forza - ppp rall.', is het resultaat by Lynch weinig expressief. Het klinkt alsof de zanger alleen maar braaf wil doen wat de componist voorschrijft en niet alsof een bewogen vader zijn zoon wil overtuigen..

Dat Oropesa in deze context niet de emotionele diepte van Renata Scotto of Ermonela Jaho bereikt (Callas is 'hors concours') is niet verwonderlijk, maar zij komt een heel eind. Haar eerste scène met Alfredo blijft bij Oren's jachtige tempi nog in de goede bedoelingen steken, maar 'Ah, for'è lui' en 'Sempre libera' worden vocaal fraai uitgesponnen en laten een aanzet horen tot de emoties die zij daarna oproept in haar duet met Germont en de finale van het derde tafereel.

In de scène met Alfredo in het tweede tafereel ('Amami, Alfredo!') klinkt zij nog te beheerst; hier ontbreekt vooralsnog de ervaring van de sopraan die heeft geleerd hoever zij in het tonen van emoties 'te ver' kan gaan om de toehoorder kippevel te bezorgen en toch muzikaal geloofwaardig te blijven. Dat doet (of durft) zij later wel in haar briefscène en in 'Addio del passato', en zij houdt dat vol in de sterfscène, al doen de door Pentatone ingelaste pauzes wel hun best het effect te verstoren!

Al met al een indrukwekkende en zeker ook ontroerende vertolking van Oropesa die een betere ambiance verdiende. En natuurlijk is het cd-boekje weer - uiterst onhandig - aan de uitklapcassette met de cd's vastgeplakt!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links