![]() CD-recensie Ondermaatse dirigent nekt geniale Traviata
© Paul Korenhof, december 2005
|
||
Anna Netrebko (Violetta Valéry), Helene Schneidermann (Flora Bervoix), Diane Pilcher (Annina), Rolando Villazón (Alfredo Germont), Thomas Hamspon (Giorgio Germont), Salvatore Cordella (Gastone), Paul Gay (Barone Douphol), Herman Wallen (Marchese d'Obigny), Luigi Roni (Dottore Grenvil), Dritan Luca (Giuseppe), Wolfram Igor Derntl (Giuseppe), Friedrich Springer (Commissionario), Konzertvereinigung Wiener Staatsopernchor, Mozarteum Orchester en Wiener Philharmoniker o.l.v. Carlo Rizzi. DG 00289 477 5933 (2 cd's) Een nieuwe productie van La traviata was afgelopen zomer de grote 'hype' van de Salzburger Festspiele, en niet helemaal ten onrechte. Wel deed zich daarbij het merkwaardige feit voor, dat de vraag naar plaatskaarten al een waanzinnige hoogte bereikte eer iemand de voorstelling gezien had, zelfs nog voordat de productie in het stadium van de generale repetities was gekomen. Waarschijnlijk was het mediaoffensief dat Universal enige jaren geleden inzette rond Anna Netrebko, daaraan in hoge mate debet, en het succes-bij-voorbaat werd versterkt door de groeiende faam van de tenor Rolando Villazón en verhalen in de minder serieuze pers over hoe goed deze beide 'jonge sterren' het samen konden vinden. Maar eerlijk is eerlijk, de voorstelling rechtvaardigde het succes zeer zeker, al is het maar de vraag of veel van de uitzinnig juichende festivalbezoekers de productie wel op juiste waarde wisten te schatten. Het was namelijk - en dankzij de Duitse televisie is dat tot in onze huiskamers zichtbaar geweest - op de eerste plaats de productie van Willy Decker, die na talloze geniale producties (alleen al Lear, Die Soldaten en Die tote Stadt!) nu ook Verdi's La traviata in een fascinerend licht op het toneel heeft gezet. Op het brede toneel van het Grosses Festspielhaus schilderde Decker het portret van een jonge vrouw in de greep van de naderende dood, waarbij de leegheid van haar bestaan en de onontkoombaarheid van het naderende einde ver uitstegen boven de karakterisering van de afzonderlijke personages. Juist dat laatste maakte deze productie zo sterk en ik vroeg me ook voortdurend af of Netrebko zelf wel in staat was geweest deze voorstelling te dragen. De verschijning van de cd's sterkte mij in die opvatting (de dvd vormt waarschijnlijk een ander verhaal, maar die heb ik niet gezien). Deze Russische sopraan, die we ook in Amsterdam al enige malen gehoord hebben, bezit een mooie stem die zij uitstekend hanteert, maar waar zij weinig te kort komt aan mediageniek uiterlijk, ontbreekt het haar wel aan persoonlijkheid en vocale kleuren. In de uitbundigheid van het eerste bedrijf is zij prima op haar plaats, maar in het duet met Germont in II slaagt zij er niet in de omslag naar vreugde naar tragiek voelbaar te maken en in de scènes die volgen komt zij zelfs niet in de buurt van de tragiek van Callas ('Amami, Alfredo'), het navrante in de stem van Scotto (het feest bij Flora) en het desolate van de slotscène bij Callas, Scotto, Cotrubas, Stratas en - onvergetelijk bij de ENO - Barstow.
Al met al is Netrebko vocaal een uitstekende Violetta van de tweede garnituur en ik ben bang dat daarmee alles gezegd is. Visueel veegt zij met al haar concurrenten de vloer aan en op het toneel is zij heel enthousiast, kennelijk ook zeer goed regisseerbaar, maar dat maakt haar nog geen groot actrice en helemaal nog geen groot vertolkster. Leg daarnaast de Alfredo van Villazón en een wereld van verschil wordt hoorbaar. Waar Netrebko aan nuances tekortschiet, ontplooit de Mexicaanse tenor een kleurenpalet zoals dat sinds de dagen van Tito Schipa niet meer is vastgelegd. Niet alleen Pavarotti, Domingo en Carreras, maar zelfs Alfredo Kraus verwijst hij meedogenloos naar het tweede plan door ongeveer iedere noot een eigen kleur en iedere lettergreep een eigen betekenis te geven, met een aandacht voor mezzoforte, pianissimo en onvervalst messa di voce zoals ik dat lang niet meer gehoord heb, en dat alles in combinatie met een viriliteit die even verrassend is als indertijd de hartstocht in Wunderlichs Tamino. Daarnaast verbleekt dan natuurlijk ook de Giorgio Germont van Thomas Hampson; het is al niet Verdi's interessantste baritonrol en als zijn twintig minuten durende duet met Violetta geen hoogtepunt kan worden, blijft er helemaal weinig van over. Tot verontschuldiging van met name Netrebko moet overigens gezegd worden, dat het geheel flink te lijden heeft van misschien wel de meest overschatte dirigent van dit moment. Dat Carlo Rizzi weinig meer is dan een redelijke routinier, hebben we bij De Nederlandse Opera kunnen ervaren, en een feit is ook dat hij deze Traviata in een laat stadium heeft overgenomen. Dat hij de muziek niet weet te bezielen en er soms een slaapverwekkend één-twee-in-de-maat van maakt, is overigens nog tot daar aan toe. Ernstiger is dat hij er niet eens in slaagt iedereen in die maat te hóuden. Al in de tweede strofe van het 'Libiamo' kiest Netrebko haar eigen tempo (je hoort het rond haar vierde, vijfde noot letterlijk gebeuren!) en vanaf dat moment laat hij haar niet alleen haar eigen gang gaan, hij slaagt er zelfs vaak niet meer in haar inzetten op de juiste plaats te krijgen. En dat het niet (alleen) aan Netrebko ligt, bewijst het feit dat zelfs Hampson een enkele maal te laat inzet. Héél, héél, héél erg jammer! In handen van een dirigent van het formaat van Giulini had dit een geniale Traviata kunnen worden - ook met Netrebko! In aanmerking genomen dat we te maken hebben met een live-opname uit het Grosses Festspielhaus, is het klankbeeld vrij rustig, maar akoestische verschillen als gevolg van de plaatsing van de zangers op het toneel, zijn natuurlijk onvermijdelijk. Wel kreeg ik de indruk dat voor de cd's was uitgegaan van de filmband. In ieder geval lijkt het of het orkest meer wordt weggeregeld naarmate er meer stemmen op de voorgrond (moeten) staan. Daarbij is klank van de Wiener Philarmoniker hier weinig briljant. De strijkers 'zingen' te weinig (dat kan ten dele ook aan Rizzi liggen), het midden is te wollig en het laag mag veel strakker (zeker in de finale van het feest bij Flora). P.S. Wie zich verbaast over het 'dubbele orkest': het Mozarteum Orchester werd ingezet voor de toneelmuziek. Kennelijk lag die beneden de waardigheid van de Wiener Philharmoniker. index | ||