![]() CD-recensie Eerbetoon aan een groots verleden
© Paul Korenhof, juli 2014
|
De eerste van deze tien cd's met opnamen van de van oorsprong Hongaarse
sopraan Astrid Varnay begint met een van de meeste recente: delen uit
het tweede bedrijf van Die Walküre onder Hans Knappertsbusch
tijdens de Bayreuther Festspiele 1957 en het is meteen raak. Zodra haar
Johotoho's weerklonken hebben weet je: dit kan niet beter! Er zijn sopranen
geweest die zich muzikaal of als vertolkster op hetzelfde niveau hebben
bewogen, zoals Frida Leider, Birgit Nilsson en Martha Mödl, maar
een zangeres die in alle opzichten zo superieur is, heeft de operawereld
niet meer gekend. De hoge c's knallen eruit, iedere orkestrale climax
wordt superieur overvleugeld, haar stemkracht suggereert dat zij desnoods
alle Brünnhildes op één dag zou kunnen zingen, haar
tekstinterpretatie is zo doorleefd dat zij op dat punt alleen met grootheden
als Callas, Mödl of Hotter vergeleken kan worden en als zij later
ook te horen is in een reeks fragmenten uit Verdi's Macbeth, blijkt
zij daar zelfs superieur in de Italiaanse belcantotechniek. Haar grote doorbraak vormde natuurlijk een ander, legendarisch debuut op 6 december 1941 in de Metropolitan Opera waaruit we hier een vol uur horen. Op dat moment bereidde zij zich voor op de rol van Elsa voor haar officiële debuut aan de Met in een voorstelling van Lohengrin, maar insiders wisten dat zij, mede dankzij haar coach en latere echtgenoot, de dirigent Herman Weigert, vrijwel het hele Wagner-repertoire al beheerste. Toen bij een voorstelling van Die Walküre Lotte Lehmann als Sieglinde verstek moest laten gaan, liet dirigent Erich Leinsdorf de onbekende Astrid Varnay invallen en met die door de radio uitgezonden voorstelling vestigde de jonge sopraan in één klap haar faam als Wagner-vertolkster. Van de tien cd's in deze doos zijn de eerste zes geheel gevuld met delen uit opera's van Wagner, voor het merendeel in live-opnamen uit Bayreuth en de Met, maar ook met enkele studio-opnamen, onder andere een groot deel uit de befaamde versie van het liefdesduet uit Tristan und Isolde die zij in 1959 met Wolfgang Windgassen onder Ferdinand Leitner voor DG vastlegde. Daarna volgt op twee cd's het Italiaanse repertoire met ander halve cd fragmenten uit opera's van Verdi, in het Italiaans en het Duits, en daarbij bevinden zich ook delen uit de al even befaamde radio-opname van Macbeth die zij in 1954 in Keulen maakte onder Richard Kraus met in de titelrol een al even opmerkelijke Duitse Verdi-specialist, de bariton Josef Metternich. En om haar veelzijdigheid helemaal te onderstrepen is daar een elektriserende vertolking uit 1951 van Eboli's 'O don fatale' uit Don Carlos, bewijzend - ja wat eigenlijk? Dat Varnay ook toen al mezzorollen kon zingen? Of dat Eboli toch echt meer een rol voor sopraan dan voor alt-mezzo is? Hoe dan ook, Varnay knalt die aria eruit als weinig anderen vóór haar en nog minder anderen ná haar! De negende cd is geheel gewijd aan Richard Strauss met drie grote delen uit een voorstelling van Der Rosenkavalier in de Met onder Fritz Reiner (1953) en ook daar doe ik een stapje terug. Evenmin als een courtisane is Varnay een Weense Marschallin en zuiver vocaal had ik haar liever in de titelrol gehoord. Van een heel ander niveau zijn echter weer haar Salome en vooral haar Elektra, een rol waarin zij nauwelijks enige concurrentie te duchten heeft gehad, en dan is het jammer dat de selectie zich beperkt tot de jaren veertig en vijftig, zodat we niet ook haar Herodias en Klytämnestra horen. De laatste cd is een absolute voltreffer met twee aria's van Beethoven ('Abscheulicher!' uit Fidelio en Ah perfido!) en dan een voor mij nog altijd onovertroffen opname uit 1955 van de Wesendonck-Lieder met het Symfonieorkest van de Beierse Radio onder Leopold Ludwig. In twee verschillende lp-versies heb ik die opname grijsgedraaid en nu is er dan eindelijk een representatieve cd-versie. Technisch staat deze Membran-doos op het niveau van de beste uitgaven in deze inmiddels indrukwekkende serie, die lijkt uit te groeien tot een magistraal eerbetoon aan een zangkunst die - helaas - definitief tot het verleden behoort. index |
|