|
CD-recensie
© Paul Korenhof, juli 2022
|
Freddie De Tommaso - Il Tenore
Puccini: Tosca 'Recondita armonia' - 'Mario! Mario! Mario!' - 'E lucevan le stelle' - Turando 'Non piangere, Liù' - 'Nessun dorma' - Madama Butterfly 'Vogliatemi bene' - 'Addio, fiorito asil'
Bizet: Carmen 'La fleur que tu m'avais jetée' - 'C'est toi! / C'est moi!'
Freddie De Tommaso (tenor), Lise Davidsen (Tosca), Natalya Romaniw (Cio-Cio-San), Aigul Akhmetshina (Carmen)
Apollo Voices
Philharmonia Orchestra
Dirigent: Paolo Arrivabene
Decca 63819464
Opname: Londen, 24-26 nov. 2021
|
|
|
Na de recente cd van Benjamin Bernheim met daarop twee dezelfde fragmenten (klik hier) was het even wennen. Ik kan me levendig voorstellen dat de Engelsen enthousiast zijn over een jonge Britse tenor met een Italiaanse achtergrond, die in december 2021 een Londense Tosca redde door halverwege de voorstelling voor een collega in te springen. En het is natuurlijk ook leuk dat hij in Covent Garden niet alleen de eerste Engelse Cavaradossi sinds 1962 werd, maar met 28 jaar ook de jongste ooit. En inderdaad beschikt hij over een fraaie lirico-spinto die zekere uitzicht biedt op een grote toekomst. Maar of hij nu echt al rijp is voor een cd met het grote repertoire?
Toen de tenor Freddie De Tommaso twee jaar geleden in Amsterdam Ismaele in Nabucco zong, hoorden we een mooie, goed gehanteerde maar (nog) niet echt opvallende tenorstem. Op deze cd klinkt hij al voller en krachtiger, al kan dat voor een deel aan de opname liggen. De stem zelf is overigens beslist opmerkelijk. Dit is inderdaad het materiaal waaruit grote tenoren worden gesmeed en een stevig fundament in het eerste octaaf suggereert bovendien dat zich hier misschien zelfs (eindelijk!) weer een Verdi-tenor aandient.
Voorlopig presenteert zich hier echter een zanger die wel een fraaie stem laat horen, maar die als vertolker nog een weg te gaan heeft. Dat ervaring en coaching daarbij hem wel eens heel belangrijk zouden kunnen zijn, blijkt uit de fragmenten uit Carmen aan het slot. Na een 'bloemenaria' die mooi maar met weinig poëzie en een rudimentaire frasering gezongen wordt, horen we een slotduet waarin opeens het doek opgaat voor een paar momenten echt muziekdrama. Dat kan komen door het levendige tegenspel van Aigul Akhmetshina, maar de kans is groter dat we dit te danken hebben aan het feit dat De Tommaso twee weken vóór de opname die opera enkele malen in Wenen gezongen heeft in de enscenering van Calixto Bieito!
In de muziek van Puccini horen we echter vooral een fraaie stem en weinig lyriek. Zijn kleuring blijft tamelijk monochroom en de uitersten van dynamiek liggen dicht bij elkaar, terwijl het gemiddelde vaak net iets te fors is. De onvermijdelijke uitschieter daarbij is natuurlijk 'Nessun dorma', een aria die vooral tegen einde eerder doet denken aan een triomfkreet in een voetbalarena dan aan een jonge prins die in nachtelijk Bejing zijn liefde bezingt.
Het was zeker heel verstandig van Decca om de cd te beperken tot een krappe vijftig minuten en om de jonge stertenor (want zo wordt hij al gepresenteerd) in drie duetten te laten assisteren door verschillende zangeressen. Vijftig minuten De Tommaso zouden ondanks het fraaie en toch ook al uitstekend gebruikte stemmateriaal waarschijnlijk te veel van het goede worden. Nu biedt de cd een aangename afwisseling, al klinkt de met een lichte neiging tot tremoleren behepte Natalya Romaniw misschien iets te ouwelijk voor Cio-Cio-San.
Opmerkelijk is deze cd verder door een met meisjesachtig raffinement getekende Tosca van Lise Davidsen en bijzonder idiomatische begeleidingen van het door Paolo Arrivabene geleide Philharmonia Orchestra. Grote lof ook voor de opname die in warmte, sfeer en balans gunstig afsteekt bij het hierboven vermelde DG-recital van Benjamin Bernheim en dat van Nadine Sierra (klik hier) die ik in dezelfde week op mijn pad vond.
|
|