CD-recensie

De bas met het perfecte legato

 

© Paul Korenhof, mei 2014

 

Cesare Siepi - The Greatest Don Giovanni

Fragmenten uit werken van Mozart (Don Giovanni, Le nozze di Figaro, Requiem), Verdi (Nabucco, Ernani, Simon Boccanegra, Don Carlo, I vespri siciliani, La forza del destino, Rigoletto, Messa da requiem), Rossini (Il barbiere di Siviglia, L'Italiana in Algeri), Gomes (Salvator Rosa), Boito (Mefistofele), Ponchielli (La Gioconda), Puccini (La Bohème), Meyerbeer (Les Huguenots, Roberet le Diable), Halévy (La Juive), Gounod (Faust), Thomas (Mignon), Bellini (La sonnambula), Rachmaninov (The Miserly Knight), songs van Cole Porter, liederen van Tosti, Denza, Brogi, Billi, Rotoli.

Cesare Siepi (bas), Erna Berger, Suzanne Danco, Victoria de los Angeles, Lisa Della Casa, Elisabeth Grümmer, Hilde Güden, Sena Jurinac, Birgit Nilsson, Lina Pagliughi, Leontyne Price, Eugenia Ratti, Anneliese Rothenberger, Elisabeth Schwarzkopf, Elisabeth Söderström, Renata Tebaldi (sopraan), Fedora Barbieri, Ira Malaniuk, Hilde Rössl-Majdan, Giulietta Simionato, Thelma Votipka (mezzosopraan), Jussi Björling, Eugene Conley, Mario Del Monaco, Anton Dermota, Giuseppe Di Stefano, Murray Dickie, Eugenio Fernandi, Jan Peerce, Ferruccio Tagliavini, Cesare Valletti (tenor), Ettore Bastianini, Walter Berry, Heinz Blankenburg, Robert Merrill, Alfred Poell, Aldo Protti, Giuseppe Taddei (bariton), Kurt Böhme, Fernando Corena, Otto Edelmann (bas) e.a., orkesten o.l.v. Franco Capuana, Fausto Cleva, Alberto Erede, Wilhelm Furtwängler, Gianandrea Gavazzeni, Herbert von Karajan, Erich Kleiber, Josef Krips, Erich Leinsdorf, Francisco Molinari-Pradelli, Pierre Monteux, Jean Morel, Fritz Reiner, Gabriele Santini, Tullio Serafin, Alfredo Simonetto, Fritz Stiedry, Arturo Toscanini, Bruno Walter e.a.

Membran/Documents 405379-600148-3 (10 cd's)

 

De Italiaanse bas Cesare Siepi, geboren in 1923 en overleden in 2010, zong in 1994, 71 jaar oud, in Wenen zijn laatste Oroveso in Norma na alleen al 379 voorstellingen aan de Met en nog eens 107 tijdens Met-tournees. Blijkt daaruit nog geen opmerkelijke carrière, dan moet één blik op het lijstje dirigenten hierboven er toch al op wijzen dat we hier te maken hebben met een vertolker van uitzonderlijke klasse. Welke zanger die tot in het laatste decennium van de twintigste eeuw actief is geweest, kan zich erop beroemen gezongen te hebben met Bruno Walter, Arturo Toscanini, Wilhelm Furtwängler, Erich Kleiber, Josef Krips, Herbert von Karajan en Tullio Serafin? En niet in bijrollen, maar in de grootste rollen voor zijn stem uit het Italiaanse en Franse repertoire en vooral als Don Giovanni en als Figaro in Le nozze di Figaro)!
Hoe vaak Siepi deze rollen gezongen heeft, is niet meer na te gaan, maar in navolging van het hoestekstje bij deze uitgave kunnen we er rustig van uitgaan dat alleen al in de jaren vijftig de helft van al zij n optredens gewijd zal zijn geweest aan Mozart's verleider, een rol die hij onder Krips en onder Leinsdorf op de plaat heeft gezet, die hij in Salzburg onder Furtwängler op film heeft vastgelegd en die ook nog bewaard is gebleven in ruim een handvol goede live-opnamen.

Daarnaast horen we Siepi op deze tien cd's in scène met vele andere grootheden van het operatoneel en vaak ook in behoorlijke scènes die niet alleen een beeld geven van de zangkunst van deze bas. Een aantal fragmenten is afkomstig uit de studio-opnamen die hij in de jaren vijftig voor Cetra, Decca en RCA maakte, maar de technici achter deze uitgave zijn erin geslaagd het klankverschil met de diverse live-opnamen niet al te groot te maken - en soms is het zelfs bijna minimaal. Een vergissing is natuurlijk dat in Le nozze di Figaro (Decca-opname onder Kleiber) na 'Se vuol ballare' ook het duet van Marcellina en Bartolo wordt meegenomen, maar als even later bij de overgang van track 4 ('Non più andrai') naar 5 ('Signore, di fuori') het volume opeens terugvalt blijken de Decca-cd's uit 1989 op dit punt niet vrijuit te gaan. (De latere 24-bits Decca-uitgave ken ik helaas niet.) Ik moet er meteen aan toevoegen dat de oude lp-versie opnametechnisch al niet hetzelfde niveau had als die van de eveneens in 1955 opgenomen Don Giovanni onder Krips.
Bij de andere opnamen viel mij op dat de fragmenten uit La sonnambula (Cetra 1952) dunner klinken dan in de mij bekende complete set, wat vooral ongunstig werkt door de timbres van Pagliughi en Tagliavini. Over het geheel is dit technisch echter een van de best verzorgde uitgaven die ik tot nu toe in deze Membran-reeks ben tegengekomen, niet alleen de moeite waard vanwege Siepi's fenomenale stem, een prachtige gepolijste bas met een glanzende kern die zijn klank van een geheel andere categorie maakte dan die van tijdgenoten als Boris Christoff, Tancredi Pasero, Nicolai Ghiaurov of de grote Duitse bassen uit die tijd. Ook het aandeel van de andere stemmen is de moeite waard en de afwisseling maakt dit tot een uitgave die niet snel zal gaan verevelen, ook bij het in twee dagen achter elkaar doorspelen van de cd's. Dat in de meeste gevallen de orkestklank daarbij ook stand houdt, is een compliment aan zowel de opnamen als de zorgvuldige dubbing.

Vaak verdienen titels van commerciële uitgaven een flinke korrel zou, maar als Siepi hier wordt aangekondigd als 'The Greatest Don Giovanni', kan ik daar helemaal mee instemmen, ondanks het feit dat ik hem in het theater nooit in die rol heb gezien. De foto's en de beschrijvingen spreken al boekdelen, maar de opnamen laten geen ruimte voor twijfel: dit is dé Don Giovanni, de elegante, onweerstaanbare verleider met het perfecte legato die bijvoorbeeld Zerlina al in het recitatief vóór 'Lá ci darem' met een paar woorden door de knieën laat gaan. Voor wat Siepi hier doet heeft Shakespeare in de beroemde scène van Richard III en Queen Anne drie bladzijden nodig, maar het is in dezelfde orde van grootte. Dan praten we natuurlijk wel over de Don Giovanni van Mozart en Da Ponte, niet over de Don Giovanni van Calixto Bieito, Jossi Wieler en andere regisseurs die een totaal andere visie op het werk hebben dan uit de partituur valt te destilleren, en die de titelheld niet zelden voorstellen als een ordinaire verkrachter zonder enige vorm van wellevendheid of elegantie. Hoe dat met de partituur te rijmen valt, is mij nog steeds een raadsel, maar goed, in de huidige tijd is een relatie tussen muziek en toneelbeeld niet altijd een vereiste.

In deze compilatie verder veel aandacht voor twee andere onbetwiste glansrollen van Siepi, Filips II in Don Carlos en Méphistophélès in Faust. In de laatste rol, aan de Met misschien wel zijn grootste glansrol, horen we hem eerst in de Columbia opname met Eugen Conley onder Cleva uit 1951, daarna in zes delen uit de live-opname met met De los Angeles en Peerce onder Monteux (1955) en tot slot in een selectie van een uur uit de technisch altijd een beetje dunne live-opname met Söderström en Björling onder Morel (1959).
Een bijzonderheid bij de fragmenten uit Don Carlos is een selectie van bijna een uur uit een Karajan-opname van 2 augustus 1958 uit Salzburg met Jurinac, Simionato, Fernandi en Bastianini, en met Anneliese Rothenberger als de stem uit de hemel, een andere opname dus dan de bekende opname uit 1960 onder Nello Santi met Regina Resnik als Eboli. Verder is er een ruime selectie aan aria's en andere fragmenten, waarin we vooral in de muziek van Verdi en Bellini, maar zeker ook in de aria's uit Meyerbeer en Halévy kunnen zwelgen in het perfecte legato van deze laatste grote Italiaanse belcantobas.
Wel had ik uit Mefistofele van Boito graag iets meer gehoord dan de drie korte soli, en dan denk ik vooral aan de Decca-opname van slotscène met Di Stefano. Deze Italiaanse tenor horen we wel in zijn eerste jaren naast Siepi in enkele fragmenten uit een in het Italiaans gezongen Mignon, een opname uit 1949 (Mexico City) en een van de weinige waarvan de leeftijd duidelijk te horen is.

De compilatie wordt na acht Italiaanse liedjes besloten met twaalf songs van Cole Porter uit films en musicals, o.a. 'Night And Day' uit The Gay Divorcee, 'I've Got You Under My Skin' uit Born To Dance en 'So In Love' en 'Wunderbar' uit Kissw Me Kate, die herinneren aan de enorme populariteit van Siepi in Amerika, waar hij reeds in 1950 debuteerde in de vermaarde première van Don Carlos aan de Met. Een heerlijke afsluiter die weinig wensen onvervuld laat en die een plaats verdient in de kast van iedere liefhebber van ècht bel canto.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links