Midsummer Night
Operafragmenten van Alwyn Miss Julie, Stravinsky
Le rossignol, Walton Troilus and Cressida,
Floyd Susannah, Dvořák Rusalka,
Britten Peter Grimes - Paul Bunyan - The Turn of
the Screw, Lehár Die lustige Witwe,
Barber Vanessa, Messager Monsieur Beaucaire,
Herrmann Wuthering Heights, Korngold Die
tote Stadt.
Kate Royal (sopraan) m.m.v. Andrew Staples (tenor),
Thomas Allen (bariton), Crouch End Festival Chorus, Orchestra of English National Opera o.l.v. Edward Gardner
EMI Classics 2681922
Opname: 2008/2009
Kate Royal
Liederen en aria's van Debussy, Delibes, Canteloube,
Ravel, Stravinsky, Strauss, Granados, Rodrigo e.a.
Kate Royal (sopraan), Academy of St Martin-in-the-Fields o.l.v. Edward Gardner
EMI Classics 3944192
Opname: 2007
Sinds de toen 25 jaar oude Kate Royal tijdens het
Glyndebourne Festival 2004 voor een zieke collega
mocht inspringen als Pamina in Die Zauberflöte,
geldt deze jonge Britse als en van de meestbelovende
lyrische sopranen van dit moment. Met haar slanke,
egale timbre en haar rijzige verschijning doet zij
in eerste instantie denken aan de jonge Sylvia McNair,
maar bij nader inzien blijkt haar timbre iets breder
en dat brengt haar meer in de buurt van Renée
Fleming. In die richting wijst ook een muziekkeuze
waarin het Duitse romantische repertoire zich steeds
weer aandient, zowel in liederen als in operafragmenten.
Daarnaast blijken haar stem en voordracht zich ook
bijzonder blijken te lenen voor een Franse componist
als Massenet en eigenlijk is het verrassend dat een
aria als 'Depuis le jour' uit Louise van Charpentier
op haar twee eerste cd's ontbreekt. Die rol lijkt
haar op het lijf geschreven.
Kleuren van de nacht
Een kort optreden in het Van Gogh Museum,
waar op dat moment de tentoonstelling 'Van Gogh en
de kleuren van de nacht' te zien was, markeerde eind
mei de verschijning van haar tweede cd, Midsummer
Night. De titel werd ontleend aan een fragment
uit Miss Julie van Alwyn waarmee de cd wordt
geopend, en die thematische lijn wordt doorgetrokken
via composities van onder anderen Stravinsky (De
nachtegaal), Dvořák ('Lied aan de maan'
uit Rusalka) en Messager ('Rossignol' uit Monsieur
Beaucaire).
Andere fragmenten die minder duidelijk 'nachtelijk'
zijn, passen qua sfeer uitstekend in die lijn, al
is in mijn oren het 'Vilja-lied' uit Die lustige Witwe
van Lehár toch een beetje een vreemde eend
in de bijt. Dit is trouwens met de aria uit Rusalka
een fragment waarin Kate Royal minder overtuigt. In
alle andere fragmenten munt zij uit voor vloeiende
lijnen bij een voordracht die ietwat naar het introverte
neigt, terwijl zij hier in haar vocale accentuering
net iets te theatraal is, bijna neigend naar het uiterlijk
effect. Misschien is dit ook muziek die meer 'ervaring'
vraagt, iets wat mogelijk ook gezegd kan worden van
'Do not utter a word' uit Vanessa van Barber
- maar fraai gezongen wordt dit fragment zeker wel!
Aan de andere kant horen we hier ook die prachtige
'Embroidery aria' uit Peter Grimes van Britten (met
niemand minder dan Thomas Allen in de replieken van
Balstrode) en tot slot van de cd een paar zeldzame
juweeltjes: 'How beautiful it is' uit The Turn
of the Screw van Britten en 'I have dreamt' uit
Wuthering Heights van Herrmann. De afsluiting
met 'Mariettas Lied' uit Die tote Stadt van
Korngold is een waagstuk waar Kate Royal zich uitstekend
doorheen slaat.
Debuut-cd
De grote variëteit op de cd Midsummer
Night wordt overigens nog overtroffen door het brede
palet van haar debuut-cd met één enkele
opera-aria, 'No word from Tom' uit The Rake's Progress
van Stravinsky, een fragment waar zij toen eigenlijk
nog niet aan toe was. Het lijkt zo makkelijk en zij
zingt het prachtig, maar tien maten van Dawn Upshaw
of Sylvia McNair laten een wereld van verschil horen.
Het grootste pluspunt van die eerste cd lag in een
brede schakering aan liederen van Debussy, Canteloube,
Ravel, Strauss, Granados en anderen, en de verrassing
die deze uitgave in 2007 opriep, is nog steeds navoelbaar.
Waar Royal nu associaties oproept met McNair en Fleming,
leek zij zich toen vooral te treden in de voetsporen
van Victoria de los Angeles en Kiri Te Kanawa. Ook
daar overigens met duidelijke verschillen. In 'Baïlèro'
uit de Chants d'Auvergne van Canteloube blijft
De los Angeles op bijna engelachtige wijze zweven
boven een grond waar Royal met beiden benen op staat.
Tegelijkertijd klinkt zij ook menselijker en hartstochtelijker
(minder 'poezelig' zo u wilt) dan Te Kanawa en dat
is heel wat!
Integriteit
Een enorm risico nam zij door meteen op
die eerste cd haar visie op 'Morgen' van Strauss te
poneren en om heel eerlijk te zijn: met de eenvoud
en de oprechtheid van die interpretatie heeft zij
mijn hart gestolen. Het typeert de meeste van haar
vertolkingen die stuk voor stuk integriteit uitstralen.
Dat af en toe een titel iets minder geslaagd lijkt,
is meer de schuld van het huidige systeem, waarin
solisten zich meteen met een hele cd moeten presenteren.
Op dat punt hadden de zangers 'van vroeger', toen
op een 78t-plaat maar twee aria's of liederen pasten,
het heel wat makkelijker!