|
![](../../beelden/divabu/protoheaderbanner_3.jpg)
CD-recensie
© Paul Korenhof, juni 2021
|
Linda Richardson - Italian Opera Arias
Verdi: La forza del destino 'Pace, pace'mio Dio' - La traviata 'È strano ... Ah, fors'è lui ... Sempre libera'- 'Addio del passato'- Un ballo in maschera 'Morrò, ma prima in grazia' - Rigoletto 'Caro nome'
Puccini: La Bohème 'Donde lieta uscì' - Tosca 'Vissi d'arte' - Suor Angelica 'Senza mamma' - Madama Butterfly 'Un bel dì'- 'Tu? Tu? Piccolo Iddio!'
Bellini: Norma 'Casta diva'
Donizetti: Anna Bolena 'Piangete voi? ... Al dolce guidami'
Linda Richardson (sopraan)
Jung Soo Yun (tenor)
Sinfonia of London
Dirigent: John Wilson
Chandos CHAM 20155 (cd)
Opname: Londen, 2-7 september 2019 |
|
|
De Engelse sopraan Linda Richardson, in de jaren rond de eeuwwisseling een van de vaste krachten van de English National Opera, blonk aanvankelijk vooral uit als lyrische sopraan en als 'lirico-leggiero'. Daarna breidde zij haar repertoire uit met zwaardere rollen en daarmee werd zij een graag geziene gaste bij diverse andere Britse gezelschappen. Operaliefhebbers aan de overkant van de Noordzee klinkt haar naam dus bekend in de oren, maar een geheel aan haar gewijde cd zal het buiten het Verenigd Koninkrijk niet makkelijk hebben.
Een extra probleem is dat Richardson in haar zang zeker sympathiek overkomt, maar dat zij toch niet het niveau heeft om deze hele cd tot een fascinerend geheel te maken. Zo geeft de opening met Leonora's 'Pace, pace' door een lichte wobbel plus lichte randjes in het fortissimo meteen al aan dat echte Verdi-rollen niet helemaal haar terrein zijn. In een niet al te groot theater zal zij er zeker succes mee hebben, maar de cd maakt haar grenzen duidelijk.
Een ander punt is dat John Wilson met de Sinfonia of London uitstekend begeleidt, maar dat hij de dynamische crescendi van zijn soliste blijkbaar niet wist in te perken. Zo wordt een doorleefd 'Morrò' uit Un ballo in maschera afgezwakt door een als tragisch accent bedoeld fortissimo op het voorlaatste 'mai più' (of was de interval naar de hoge Bes misschien een probleem?). Mooi is weer de lyriek in Gilda's 'Caro nome', al herinner ik mij uit het theater een meisjesachtiger klank, maar zeker ook in deze intieme aria mochten de crescendi iets kleiner worden gehouden.
In Puccini voelt Richardson zich kennelijk beter thuis, maar juist hier zou ik haar soms strakkere tonen en meer italianità toewensen. Suor Angelica's 'Senza mamma' heb ik echter met bewondering beluisterd en als zij al in het middendeel iets te veel drama in tekst en dynamiek wil leggen, maakt zij dat ruimschoots goed met een ragfijn slot.
Ook Butterfly ligt haar merkbaar heel goed en de beide aria's laten door de samenwerking met Wilson de cd met een prachtige climax eindigen. Jammer is wel dat de tenor Jung Soo Yun wel werd ingehuurd voor de drie woorden van Pinkerton aan het slot, maar niet voor Alfredo's aandeel in Violetta's 'Sempre libera'.
Als karakter ligt Norma ongetwijfeld buiten haar bereik, maar natuurlijk kan de aria ook worden gezien als pure demonstratie van Bellini's schitterende cantilenen. Ook op dat punt laat Richardson wensen onvervuld - door gebrek aan morbidezza, door licht gewobbel en door te weinig gevoel voor Bellini's legato.
Heel anders klinkt de slotscène uit Donizetti's Anna Bolena, helaas zonder de effectieve cabaletta. De intensiteit van 'Al dolce guidami' deed mij echter in de archieven duiken en inderdaad: het bleek dat zij die rol met groot succes had vertolkt tijdens het Longborough Opera Festival.
|
|