CD-recensie

 

© Paul Korenhof, maart 2022

Muses éternelles

Rachmaninov: Les eaux de printemps op. 14 nr. 11 - Lilas op. 21 nr. 5
Ravel: Chansons Madécasses
Duparc: Au pays où se fait la guerre - La vie antérieure
Wagner: Der Engel - Im Treibhaus
Chausson: Serre Chaude
Strauss, R.: Morgen op. 27 nr. 4
Heggie: Animal Passion

Cyrielle Ndjiki (sopraan)
Kaoli Ono (piano)
Iris Scialom (viool), Sarah Van Der Vlist (dwarsfluit), Albéric Bouillenois (cello)
Mirare MIR670
Opname: Parijs, 21-25 sept. 2020

   

Al op de hoes van deze simpel maar met smaak uitgegeven cd worden we gewaarschuwd dat we niet moeten zoeken naar eenheid van taal, periode of stijl. Wat de liederen bindt, is uitsluitend dat ze op de een of andere manier 'vrouwelijk' zijn, of dat ze een sfeer uitstralen waartoe de uitvoerenden zich aangetrokken voelden. En die uitvoerenden zijn de sopraan Cyrielle Ndjiki die in 2017 toetrad tot het Parijse Opera Fuoco dat jonge musici begeleidt op hun weg naar het grote podium, en de Frans-Japanse pianiste Kaoli Ono. Een verbindende schakel is dat beiden in resp. 2020 en 2018 toetraden tot de Académie Jaroussky.

Sympathiek is ook dat de jonge solisten geen hele cd hoefden te 'vullen' met alle gevaren van dien. Beter drie kwartier die blijven boeien dan een uur waarbij de verveling toeslaat en die opzet is uitstekend geslaagd. Cyrielle Ndjiki bezit een fraaie, warme sopraan, goed geschoold en met een timbre dat de suggestie oproept van een 'echte' mezzosopraan. Die suggestie wordt trouwens al in het eerste lied van Rachmaninov bevestigd door een hoogte die er wel is, maar die nog niet zo comfortabel overkomt als we van een sopraan zouden verwachten.

Uitermate fraai is ook een tekstbehandeling met vooral in de Franse liederen de voor dat repertoire vereiste helderheid. Knap is daarbij dat zij als een echte 'Franse' sopraan in de Chansons madécasses die helderheid in het lagere octaaf weet te behouden. Hier is in het borstregister geen sprake van de licht omfloerste tonen die zij - kennelijk bewust - elders wel soms laat horen. In de liederen van Ravel munt haar zang uit door een consequent volgehouden lichte toets, ook van de begeleidende instrumentalisten. In de beide liederen van Duparc neemt Ndjiki echter op de juiste momenten weer haar toevlucht tot de vollere toon die past bij Duparc's muziek en de beeldende teksten van Théophile Gautier en Maurice Maeterlinck

De beide Wesendonk-liederen zullen in de oren van sommigen niet erg wagneriaans overkomen, maar mij bevieenl ze wel. Dat Wagner deze liederen parallel aan Tristan und Isolde schreef, wil namelijk absoluut niet zeggen dat zij ook door een 'Isolde-stem' gezongen moeten worden. Wel blijven sfeer en tekstbehandeling hier achter bij wat we in het Franse repertoire horen, maar eerlijk is eerlijk: deze liederen behoren wel tot het hooggebergte en hoe sympathiek zangeres en pianiste hier overkomen, hun vertolking klinkt vooral als een veelbelovende eerste stap op een lange weg.

Iets dergelijks geldt voor Strauss' Morgen met een fraaie vioolsolo van Iris Scialom. Dat ik er toch door getroffen werd, hangt samen met de eerlijkheid van de vertolking en het ontbreken van iedere sentimentaliteit en van iedere poging tot misplaatste dramatiek die toch altijd de laatste woorden bedreigt.
Leuk is de afsluiting van de cd met een extraverter getint Animal Passion van Jake Heggie en ook daar heb ik weer met genoegen geluisterd naar de verzorgde en nergens opdringerige begeleidingen door Kaoli Ono. Een simpel boekje met de liedteksten en (Franse) vertalingen rondt de uitgave af.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links