CD-recensie

Verismo of niet?

 

© Paul Korenhof, oktober 2016

 

Anna Netrebko - Verismo

Cilea: Adriana Lecouvreur 'Io son l'umile ancella'. Giordano: Andrea Chénier ' La mamma morta'. Puccini: Madama Butterfly ' Un bel dì vedremo' - Tosca 'Vissi d'arte' - Turandot 'Signore, ascolta' - ' In questa reggia' - Manon Lescaut 'In quelle trine morbide' - 'Tutta su me ti posa' (akte IV). Leoncavallo: Pagliacci 'Qual fiamma . . . Stridono lassù'. Catalani: La Wally ' Ebben? Ne andrò lontana'. Boito: Mefistofele ' L'altra notte'. Ponchielli: La Gioconda ' Suicidio!'

Anna Netrebko (sopraan), Yusif Eyvazov (tenor)
Koor en orkest van de Accademia di Santa Cecilia, Rome
Dirigent: Antonio Pappano

DG 00289 479 5015 (cd)

Opname: Rome, juli & oktober 2015, juni 2016

 

 

   

Een kenmerk van verismo is dat de opera's in die stroming geacht worden een realistisch beeld te geven van het leven van 'gewone mensen'. Ik heb dat altijd merkwaardig gevonden. Een schilderij over aardappeleters is heel goed mogelijk, een roman over 'gewone mensen' eveneens, zelfs een boek waarin ook nog helemaal niets gebeurt (Reve's De Avonden blijft het grote voorbeeld), maar ik ken geen enkele 'realistische' opera over 'gewone mensen' die een avond lang kan boeien. Een theatrale weergave van de realiteit is door vormgeving en presentatie op zich al niet realistisch en onnatuurlijk, al was het maar doordat alles, niet alleen de tekst en de handeling maar ook de emotionele expressie, vergroot moet worden om over het voetlicht te komen.

Opera is alleen al door zijn vormgeving de meest 'ongewone' en 'onnatuurlijke' van alle kunstvormen, door zijn eigen aard al strijdig met alles wat naar 'realisme' zweemt. Juist de combinatie van het woord met de muziek zorgt daarbij voor een extra vergroting van alles wat op het toneel wordt uitgebeeld en de in het verismo beleden dramatiek gooit daar nog een schepje bovenop. Dat leidt automatiscsh tot extreme emoties en hartstochten, ongeacht of het daarbij de verterende liefde van Rodolfo, Mimì en Cio-Cio-San betreft, of het overspel, de bloedwraak, de moordlust en het sadisme in Cavalleria rusticana, Pagliacci, Il tabarro en Tosca. Wat operapersonages zo interessant maakt is juist dat zij per definitie geen 'gewone mensen' zijn die alleen maar 'gewone dingen' meemaken. Waarschijnlijk zijn uw buren even aardige, 'gewone mensen' als die van mij, maar zou een opera over hun dagelijkse beslommeringen interessant zijn?

Is een solide definitie van verismo dus al onmogelijk, ook de stijl- en vormkenmerken van het 'veristisch muziektheater' blijken niet voorbehouden aan het verisme, maar zijn een uitvloeisel van het door de Romantiek ingezette realisme. Kenmerken als de snelle handeling met hooguit korte, ééndelige aria's, en het feit dat de personages, ook als zij geen 'gewone mensen' zijn, wel geacht worden zich als gewone mensen te gedragen vinden we daardoor ook terug in werken als Pelléas et Mélisande en Louise (symbolisme) of Der Rosenkavalier, Die Frau ohne Schatten en Arabella (neo-romantiek).

Gezien het bovenstaande moeten we maar niet al te zwaar tillen aan het feit dat de nieuwe cd van Anna Netrebko onder de titel Verismo fragmenten bevat uit opera's als La Gioconda en Mefistofele die geen weldenkend mens tot het verisme zal rekenen. De vraag of de zang van Netrebko 'veristisch' genoemd kan worden, moet ik echter eveneens ontkennend beantwoorden. Zij heeft een prachtige stem, ook nu vergelijking met oudere opnamen toch wijst op kleurverlies, een soms wat wankele ademsteun en een sterker wordend vibrato, maar haar voordracht en frasering zijn vooral 'romantisch theatraal', meer die van de 'grote tragédienne' dan van de verfijnde actrice die met subtiele middelen ook onderhuidse emoties kan waarmaken. Als zij de complete Madama Butterfly zingt op de manier waarop zij hier 'Un bel dì' vertolkt, ben ik bang dat van haar stem na afloop niet veel over is, en haar Adriana Lecouvreur verhoudt zich tot die van Magda Olivero als de zang van André Hazes tot die van Carlo Bergonzi.

Netrebko's fans zullen ongetwijfeld zwijmelen van deze met veel glamour gepresenteerde cd en wie operazang verwart met melodramatisch effectwerk, zal eveneens onder de indruk zijn, maar wie Adriana's 'umile ancella' plaatst naast vertolkingen van Muzio, Olivero, Callas, Caballé of Scotto, hoort een wereld van verschil in artisticiteit, muzikale frasering en tekstbehandeling. Hetzelfde geldt voor haar Liù, haar Margherita, haar Tosca en haar Manon Lescaut, al moet ik daaraan toevoegen dat zij in de complete vierde akte uit die laatste opera beter tot haar recht komt dan in 'In quelle trine morbide'. Ook wordt herhaaldelijk een aria ook opgeknipt in kleine dramatische momenten met als gevolg een lappendeken van vocale effecten.
In 'Suicidio!' en 'In questa reggia' overtuigt zij mij evenmin. Zelfs hier werken haar dramatische effecten, waarbij ik mij bovendien afvraag of zij over voldoende vocale middelen beschikt om deze muziek zonder microfoon overtuigend te zingen. De aria die haar het best zou moeten liggen, 'Stridono lassù' uit Pagliacci, gaat goed van start, maar klinkt uiteindelijk ietwat gejaagd en sterk op accentuering gericht. Bovendien is zij hier slecht verstaanbaar, maar dat geldt voor meer fragmenten. Articulatie en tekstbehandeling zijn in haar zang duidelijk ondergeschikt aan opulente klankvorming, maar dat lijkt typerend voor een tijd waarin zangers meer en meer de noten zingen in plaats van de tekst. Soms vraag je je zelfs af of zij wel weten wat de tekst betekent!

Het meest onder de indruk was ik van de tragiek in 'La mamma morta' uit Andrea Chénier, al denk ik dat het niet verstandig zou zijn als zij de hele opera zo effectrijk zou zingen. Deze cd werkt op dat punt vermoeiend en ik vraag me af of dat samenhangt met het feit dat de opnamen over een periode van een vol jaar verspreid waren. Wellicht hebben zangeres, dirigent en producer daardoor het totale plaatje van dit recital toch een beetje uit het oog verloren.

Kortom: iedere aria op deze cd klinkt als een minidrama vol sterk aangezette emoties die leiden tot een teveel aan f/ff/fff met hier en daar een flink uitdijend vibrato. Aan de basis daarvan ligt ongetwijfeld het feit dat Netrebko's stem, ook nu die krachtiger geworden is, nog altijd niet die is van een echte 'dramatische sopraan'. Lyrische rollen als Mimì en Liù liggen zonder meer binnen haar mogelijkheden, maar andere rollen vragen toch om een steviger borstregister (de tweede helft van Gioconda's aria brengt haar hoorbaar aan de grens van haar mogelijkheden) en om meer contrast tussen dat borstregister en een fragiel (diminuendo) pianissimo.

De begeleiding door Antonio Pappano en het orkest van de Romeinse Accademia bieden de stem van Netrebko een fraai klankdecor, maar misschien was de cd minder vermoeiend geworden als de stem net iets minder prominent vóór het orkest was geplaatst. In de aria van Turandot en de laatste akte uit Manon Lescaut maken we bovendien kennis met Netrebko's nieuwe partner Yusif Eyvazov. Deze uit Azerbeidzjan afkomstige tenor had al een internationale carrière had opgebouwd voor hij in de zomer van 2014 zijn huidige echtgenote ontmoette en presenteert zich hier als een zanger met een goede techniek en een aangenaam timbre, dat echter in f/ff neigt naar een keliger klank. Zijn aandacht voor de tekst is echter duidelijk groter dan die van zijn partner. Misschien kan zij op dat punt iets van hem leren.

De cd wordt uitgebracht in drie versies: de standaard versie en twee duurdere met onder meer een dvd en een 'bonus-aria'. Dat de gewone cd-koper het moet stellen zonder dat extra fragment, Liù's tweede aria uit Turandot, roept echter een paar vraagtekens op. Die dvd en andere toeters en bellen voor wat meer geld vind ik prima, maar die standaard-cd duurt ruim 68 minuten, de extra aria slechts 3, dus waar praten we over?


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links