|

CD-recensie
© Paul Korenhof, november 2021
|
Anna Netrebko - Amata dalle tenebre
(R.) Strauss: Ariadne auf Naxos 'Es gibt ein Reich'
Verdi: Aida 'Ritorna vincitor' - Don Carlos 'Tu che le vanita'
Wagner: Tannhäuser 'Dich, teure Halle' - Lohengrin 'Einsam in trüben Tagen' - Tristan und Isolde 'Mild und Leise'
Cilea: Adriana Lecouvreur 'Poveri fiori'
Tsjaikovski: Pikovaja dama 'Uzh polnoch blitzitsija akh'
Puccini: Madama Butterfly 'Un bel dì vedremo' - Manon Lescaut 'Sola, perduta, abbandonata'
Purcell: Dido and Aeneas 'Thy hand, Belinda'
Anna Netrebko (sopraan)
Teatro alla Scala
Dirigent: Riccardo Chailly
DG 00289 486 0531
Opname: Milaan, oktober 2020 & april 2021
|
|
|
Als er iets is wat ik nooit heb begrepen, is het de hype rond Anna Netrebko. Goed, in haar jonge jaren combineerde zij een mooie lyrische sopraan met het uiterlijk van een fotomodel, en ik kan mij voorstellen dat zoiets mensen aansprak. Belangrijk was bovendien - en dat was waar het publiek in de Met en andere grote theaters zo van onder de indruk kwam - dat zij haar stem schitterend wist te projecteren met daarbij een resonans waardoor zij toehoorders op de achterste rijen met haar zang wist in te kapselen.
Behalve die projectie komen veel van deze kwaliteiten op video en dvd goed over en als ik met mijn studenten de waanzinscène uit Bellini's I puritani behandel, neem ik daarvoor altijd de opname met Netrebko uit de Met. Haar expressie was oppervlakkig maar wel goed zichtbaar, haar zang klonk mooi en met haar verschijning wist zij uitstekend de suggestie te wekken van een romantische jonge heldin. Ervaren operaliefhebbers willen iets meer, vooral in de vocale expressie, maar dat alles werkt uitstekend bij mensen die niet bekend zijn met de vertolkingen van Callas, Gencer, Caballé en Scotto.
Toch heb ik het gevoel dat ook veel operaliefhebbers die beter zouden moeten weten, zich laten meeslepen door het circus dat DG al heel vroeg rond Netrebko heeft opgebouwd. Dat gevoel had ik al toen vijftien jaar geleden haar opname van La traviata met een Edison werd bekroond. Dat laatste begrijp ik nog steeds niet - of het zou de invloed moeten zijn van een cd-concern dat zich vaker actief met de verdeling van Edisons heeft beziggehouden - en mijn onbehagen over de pr-machine rond Netrebko is daarna alleen maar sterker geworden.
Desondanks begon ik welgemoed aan deze cd, al was het maar vanwege de opening met 'Es gibt ein Reich' uit Ariadne auf Naxos. Ooit maakte Netrebko immers met Barenboim een opname van Strauss' Vier letzte Lieder die interpretatief weliswaar aan de oppervlakte bleef, maar die vocaal zo fraai was dat ook recensenten met weinig gevoel voor tekst en interpretatie zich lieten misleiden. En een gewoon 'mooi gezongen' monoloog van Ariadne kan zeker de moeite waard zijn.
Helaas! Na nauwelijk twaalf maten heb ik de cd uit de speler gehaald en het heeft enkele dagen geduurd eer ik ertoe kon besluiten het opnieuw te proberen. Het eerste probleem was toen de stem zelf. Hoeveel kritiek we ook kunnen hebben op de manier waarop het bespeeld wordt, het is (of was?) een prachtig instrument, maar op deze cd is de klank niet wat ik ervan gewend was. Haar hoogte blijkt zelfs problematisch. De eerste Bes in 'Es gibt ein Reich' komt er nog goed uit, maar de tweede is al een grensgeval en voor een sopraan die ooit kwinkeleerde als Lucia en Elvira, is dat een veeg teken.
Die hoogte kan een tijdelijk probleem zijn geweest en het treedt niet altijd even sterk op de voorgrond, mogelijk doordat de opnamen zijn gemaakt in twee perioden met een half jaar tussenruimte.
Zo mogelijk nog zwaarder weegt voor mij dat het Duits van Netrebko niet natuurlijk overkomt. Het is of zij te weinig gevoel voor die taal heeft en te weinig begrip voor de betekenis en alle mogelijke associaties en onderliggende betekenissen, en dat is bij de muziek van Strauss toch een heikel punt. Daarbij klinkt het allemaal nogal schools en zowel de heldere articulatie van de medeklinkers als de nog niet echt vloeiende voorslag op 'nicken' suggereert een eerste kennismaking. Bovendien mist zij de voor deze muziek essentiële gave om via de tekst een melodische lijn als een fluwelen draad te kunnen uitspinnen.
Ook het sterke kleurverschil tussen de registers wijst erop dat zij nog in deze muziek moet groeien, maar tot haar verdediging moet worden gezegd dat zij wel helemaal op zichzelf is teruggeworpen. De fout ligt in de opname. Zelfs als Chailly in de samenwerking meer sfeer had willen bereiken, was hem dat onmogelijk door een producer die de soliste een eind vóór en boven het orkest plaatste. Met een productie die niet zo nadrukkelijk op de stem van de stersoliste gefixeerd was geweest, had een veel beter resultaat bereikt kunnen worden.
De drie fragmenten van Wagner - om even bij het Duitse repertoire te blijven - bieden een wisselend beeld. Op haar best is Netrebko in het jauchzende 'Dich, teure Halle' uit Tannhäuser, waar zij haar stem in volle glorie door de ruimte kan laten cirkelen. Minder overtuigd ben ik door Elsa's 'Einsam in trüben Tagen', iets kaler van timbre en met een sterker vibrato dan in de complete versie die zij vijf jaar geleden in Dresden opnam. Voor Isolde's Liebestod gelden dezelfde opmerkingen over timbre en vibrato plus wat ik bij Strauss zei over interpretatie en tekstbegrip. Netrebko-fans en wagnerianen zullen hier in hun oordeel lijnrecht tegenover elkaar staan.
Aida's 'Ritorna vincitor' lijdt minder onder vibrato en lijkt daarmee afkomstig van een andere sessie. Netrebko voelde zich in deze muziek ook merkbaar beter thuis, maar bij haar vertolking onder Muti tijdens de Salzburger Festspiele 2017 ontplooide zij vooral tijdens het cantabile aan het slot meer stembeheersing. Daar duikt nu ook haar vibrato soms weer op, terwijl hier zelfs een As al niet meer helemaal vrijuit klinkt.
Vergelijkbare verschillen horen we als we 'Tu che le vanità' uit Don Carlos vergelijken met de opname op een eerdere recital-cd, en in deze aria is het vibrato van meet af aan weer iets sterker. Als ik ergens in dit recital warmte in haar timbre mis, is het bovendien hier. Het is alsof haar Elisabetta ons voorlicht over de situatie in plaats van dat zij haar ziel bloot geeft.
In Adriana's 'Poveri fiori' met herhaaldelijk verticale bewegingen van de stem treedt in nog sterkere mate een probleem op de voorgrond dat ik al bij Ariadne signaleerde: het sterke kleurverschil tussen de registers. Maar vooral mis ik hier de essentie van de aria: het gaat niet om 'arme bloemen' maar om een 'arme Adriana'. De aria moet heel ingetogen klinken, als een ingehouden smartkreet van iemand die niet in gesnik en zelfmedelijden wil vervallen.
Beter komen de emoties tot hun recht in Butterfly's 'Un bel dì' en ondanks enkele vreemde kleuringen aan het slot lijkt deze muziek haar beter te liggen. Alleen had de Bes aan het slot (weer die Bes!) wel een extra take verdiend. Of is die noot tegenwoordig echt haar grens?
Voorzover het de aria's op deze cd betreft, lijken Puccini's Manon en Tsjaikovski's Lisa Netrebko het beste te liggen. Een enkele kleuring of een te sterk forte daargelaten had ik bij die twee fragmenten het gevoel dat zij zich in tekst en muziek zo goed thuis voelde dat ik onbezorgd kon luisteren.
Ja, en dan is er nog Dido's afscheid uit Purcell's Dido and Aeneas, volgens de begeleidende tekst een hartewens van Netrebko. Mij is altijd geleerd dat er altijd iets te wensen over moet blijven. Het was beter geweest als dat hier ook gebeurd was.
Chailly, die als jonge dirigent ooit weigerde een puur commerciële lp van Pavarotti te begeleiden, toont zich met deze cd van een andere kant. Wel lijkt hij zich ertoe te beperken het Scala-orkest zo fraai mogelijk te laten klinken (en dat is inderdaad heel fraai) en laat hij Netrebko verder haar gang maar gaan.
Hij kon waarschijnlijk niet anders. Het draaide tenslotte niet om de muziek maar om de zangeres, zoals de balans van de opname illustreert. Daarbij presenteert DG deze uitgave ook nog alsof hun stersoliste een icoon van de moderne kunst is. Smaken en opvattingen verschillen. Gelukkig maar (ook voor de fans van Netrebko).
|
|