CD-recensie

Over Mozart en feminisme

 

© Paul Korenhof, oktober 2022

Mozart: Die Singspiele

Die Entführung aus dem Serail (dialoogversie: René Jacobs)
Robin Johannsen (Konstanze), Mari Eriksmoen (Blonde), Maximilian Schmitt (Belmonte), Julian Prégardien (Pedrillo), Dimitry Ivashchenko (Osmin), Cornelius Obonya (Bassa Selim)

Die Zauberflöte
Daniel Behle (Tamino), Marlis Petersen (Pamina), Daniel Schmutzhard (Papageno), Sunhae im (Papagena), Anna Kristiina Kaapola (Königin der Nacht), Marcos Fink (Sarastro), Kurt Azesberger (Monostatos), Inga Kalna, Anna Grevelius, Isabelle Druet (Drei Damen), Konstantin Wolff (Sprecher) e.a.
RIAS-Kammerchor
Akademie für Alte Musik Berlin
Dirigent: René Jacobs

Harmonia Mundi HMX 2904041/45 (5 cd's)
Opname: Berlijn, 2014/2008

   

Door de verschijning van deze heruitgave van de beide grote Singspiele samen kwam ik tot de ontdekking dat zijn vijf jaar eerder verschenen visie op Die Zauberflöte nooit mijn pad gekruist had. Hoog tijd dus voor een inhaalslag, maar eerst wil ik toch even terugkomen op mijn zeven jaar geleden verschenen bespreking van de Entführung.

Die Entführung
Mijn indertijd geformuleerde bedenkingen (klik hier) met betrekking tot de uitvoering, de bezetting, het (onverstaanbaar) door de aria's heen praten en de vreemde vermeldingen in het cd-boekje maken het voor mij de meest problematische opname van Jacobs' Mozart-cyclus. Tegen het herschrijven van de dialogen en de poging er een 'hoorspel' van te maken had ik toen eveneens de nodige bezwaren, maar onlangs heeft hij mij zozeer overtuigd met zijn poging een tegenwoordig onspeelbaar werk als Der Freischütz nieuw leven in te blazen (klik hier), dat ik toch ook anders naar deze Entführung ben gaan luisteren. Als muziekdrama blijft Mozart's Spieloper een zwak werk met schitterende muziek, maar hoewel Jacobs er met zijn dialogen nog geen meesterwerk van maakt, wordt het wel acceptabeler, zo niet als theaterwerk, dan toch in ieder geval als hoorspel.

Die Zauberflöte
Vijf jaar eerder had Jacobs echter al hetzelfde gedaan met Die Zauberflöte en hier vind ik het resultaat overtuigender - en niet zo'n klein beetje. Het tekstboek van Schikaneder, dat we hier zonder enige coupure in de dialogen te horen krijgen, zit nu eenmaal vol theatrale effecten en de daar voor ontworpen machinerie was een van de trekpleisters bij de eerste uitvoeringen. Zeker in onze tijd komen veel van de toen opzienbarende theatrale trucages minder overtuigend over dan ze bedoeld zijn.

Daarentegen kan een goed geluidseffect met de fantasie tot iedere mogelijke proportie worden aangevuld, en daarop haakt deze opname voortreffelijk in. Alleen de herfststorm die de scène van de twee 'Männer' (hier de benaming voor de 'Gehärnischten') inleidt, is wel wat erg veel van het goede. Ook Jacobs' muzikale toevoegingen, niet alleen van de fortepiano maar ook geneuried en half gezongen, blijken in dit geval dramatisch prima te werken, terwijl ze in de Entführung meer illustratief overkwamen.

Minder enthousiast ben ik over de mij soms te snelle tempi, zeker als die binnen een nummer sterk wisselen. Wederom springt de scène met de 'Männer' er hierbij uit, maar ook elders, onder meer in de eerste finale, kan ik niet aan zijn benadering wennen. Het energieke en precieze spel van de Akademie für Alte Musik Berlin met bijzonder fraaie en theatrale bijdragen van het hout en het koper is echter een constante verrukking. Ik heb zelden tijdens een opera zo sterk het gevoel gekregen dat solisten en orkestleden samen bezig waren 'een verhaal te vertellen'.

Dat verhaal overheerst ook in de solistische bijdragen, van een leuk humoristisch damestrio aan het begin (uitmuntend gezongen met verrassende variaties) tot een realistische inzet, minder introvert en verstild dan meestal het geval is, van Pamina's 'Ach ich fühl's'. De vertolking van Marlis Petersen, die ook uit de dialogen naar vorenkomt als een begaafd actrice, is trouwens een van de sterkste elementen in deze uitstekend bezette Zauberflöte. Andere zijn de heldere, jeugdige lyriek van Daniel Behle als Tamino (wij hoorden hem onlangs in Amsterdam als Humperdinck's 'koningszoon') en het briljante vuurwerk van Anna-Kristiina Kaapola in 'Der Hölle Rache'. Inderdaad, ik beperk me tot haar tweede aria, want in het technisch eveneens uitstekende 'O, zitt're nicht' klinkt de Finse sopraan mij te kil in de oren, meer wraakzuchtig dan bedroefd over het verlies van haar dochter.

Een ander pluspunt in deze nu al bijna vijftien jaar oude opnamen is de speelse, nergens chargerende Papageno van de bariton Daniel Schmutzhard. En als ik het dan toch over chargeren heb: zo strak en 'serieus', zonder het geringste detail om zijn personage komisch, laat staan ridicuul te maken als in de vertolking van de tenor Kurt Azesberger heb ik Monostatos zelden gehoord.

Politiek (selectief) correct
De Sloveens-Argentijnse basbariton Micos Fink is een lichte, vocaal en in zijn voordracht bescheiden Sarastro en gelukkig geen orerende, autoritaire hogepriester. Het maakt de rol een beetje geloofwaardig, al blijf ik moeite houden met een heerser die op eigen gezag (maar zich verschuilend achter 'de goden') de Koningin van de Nacht niet alleen berooft van haar macht, maar ook van haar dochter, en daar nog prat op gaat ook. Was dat echt terecht? Een feit blijft immers dat alle werktuigen van 'het goede', de toverfluit, het klokkenspel en de drie gidsende knapen, aan Tamino en Papageno geschonken zijn door de 'boze' Koningin van de Nacht!

En wat leren we verder over de 'goede' Sarastro? Eerst toont deze wijze hogepriester zoveel inzicht dat hij het meisje toevertrouwt aan de gefrustreerde Monostatos, en als het mis gaat, concludeert hij niet dat hij zelf in ieder geval medeschuldig is omdat hij de kat op het spek heeft gebonden. Integendeel, hij straft Monostatos met 99 stokslagen en zingt even later met een uitgestreken gezicht 'In diesen heil'gen Hallen kennt man die Rache nicht'.

Kort en goed: ik heb nooit begrepen waarom altijd zo hoog werd opgegeven over de 'humanistische' aspecten in een opera waarin ik eerder tekenen van blinde machtswellust zag. Ik begrijp ook nog steeds niet waarom een regisseuse als Lotte de Beer bij haar protest tegen de inhoud van Die Zauberflöte zich concentreert op de 'anti-vrouwelijke' houding van Sarastro en zijn volgelingen. Hun elitaire en autoritaire gedrag laat er geen twijfel over bestaan dat het niet alleen de vrouwen zijn, boven wie deze priesterclan zich verheven voelt. Merkwaardig is ook dat De Beer (met haar vrouwelijke aanhang) zich zo druk maakt over wat Sarastro (met zijn mannelijke aanhang) zégt over vrouwen, dat zij de hele opera wil herschrijven, maar dat je uit die hoek geen woord hoort over wat hij dóet met de moor Monostatos. Een voorbeeld van selectieve politieke correctheid?

Tot slot
Terug naar de opnamen van Jacobs. De beide opera's zijn nu samen uitgegeven op vijf cd's in kartonnen hoesjes in een dito doosje. Geen sfeerloos plastic dus. De beide cd-boekjes werden bovendien samengevoegd tot één geheel met de complete libretti en toelichtingen, en dat is bij heruitgaven wel eens minder. Het enige wat ontbreekt is de informatie waar en wanneer de opnamen hebben plaatsgevonden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links