|
CD-recensie
Politiek correcte Entführung
© Paul Korenhof, september 2015
|
Mozart: Die Entführung aus dem Serail
Thomas Quasthoff (Selim), Rolando Villazón (Belmonte), Diana Damrau (Konstanze), Anna Prohaska (Blonde), Paul Schweinester (Pedrillo), Franz-Josef Selig (Osmin), Vocalensemble Rastatt, Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Yannick Nézet-Séguin
DG 028947940647 (2 cd's)
Live-opname: Baden-Baden, juli 2014 |
|
|
Vlak vóór alle ophef over de afschaffing van Otello's 'blackface' aan de Met had ik een al wat oudere Entführung onder Karl Böhm met de onvolprezen Arleen Augér op de draaitafel liggen. Een schitterende uitvoering zoals er in de jaren zestig en zeventig diverse zijn opgenomen, maar ik vroeg me toen wel af of het niet zinnig zou zijn de dialogen wat te moderniseren. Otello is nu eenmaal een kleurling, en wat moderne regisseurs ons ook willen wijsmaken, zijn etnische achtergrond speelt een rol in het drama - zowel bij Boito en Verdi als in het origineel van Shakespeare, maar de grapjes over Mohammed en muzelmannen in de Entführung zijn overbodig en als we toch rekening gaan houden met gevoeligheden, ligt het voor de hand hier wat nuances aan te brengen. Het maakt ook dat de vaak wat karikaturale Osmin een interessanter personage kan worden en bovendien worden sommige scènes daardoor een beetje uit de ongenuanceerde kluchtsfeer gehaald.
Quasthoff in spreekrol
Op dat punt biedt deze nieuwe opname een uitstekend alternatief met decente en mooi genuanceerde dialogen die zowel Osmin als Selim meer reliëf geven. De dialoogregie is alleen niet ideaal. Zowel op het toneel als op radio en televisie heerst momenteel de neiging om zinnen constant met pauzes te onderbreken, soms zelfs op de vreemdste plaatsten, en dat horen we hier ook. Een pluspunt is daarentegen dat we hier een Bassa Selim horen die voor mij met afstand de beste aller tijden is! Ik heb mij altijd ongemakkelijk gevoeld met acteurs in die rol, zowel op plaat en cd als in het theater. Zij kunnen nog zo muzikaal zijn, maar zij 'spreken' altijd anders dan zangers, gewoon omdat hun adem anders 'zit', en dat geeft hun aandeel toch iets van een 'Fremdkörper'. Niets daarvan in deze opname, waarin Quasthoff behalve een prachtige spreekstem (hij was ooit radio-omroeper) ook een groot acteertalent aan de dag legt.
'Moderne' Mozart
De souplesse, de nuanceringen en de rust in het spreken van Quasthoff mis ik een beetje in het musiceren van Nézet-Séguin en het COE, dat vooral gericht lijkt op een suggestie vitaliteit en brille. Gelukkig is het resultaat wel minder koel en minder op uiterlijkheden gericht dan de Mozart-cyclus die momenteel voor Sony wordt opgezet door Teodor Currentzis, een dirigent die enkele jaren geleden in Amsterdam de meest harteloze Entführung dirigeerde die ik ooit gehoord heb. Harteloos klinkt deze uitvoering niet, maar wel lijkt zij een uiting van een 'moderne' musiceertrant die meer gericht is op uitbundigheid en scherpe articulatie dan op weergave en betekenis van de tekst. Het enthousiast musiceren belemmert hier een uitvoering die zowel in de zang als in het instrumentale deel het drama geacheveerd tracht weer te geven en appreciatie wordt daarmee een kwestie van smaak.
Gelukkig neemt Nézet-Séguin af en toe wel tijd voor rustpunten,
bijvoorbeeld in Konstanze's 'Traurigkeit', en daarvan weet Diana Damrau
ten volle te profiteren. In repertoire, tekstbehandeling en stemkleuring
(vanuit het middenregister) profileert zij zich steeds meer als een echte
dramatische coloratuursopraan, die hier met haar ingehouden en emotioneel
geladen voordracht de meer lyrisch ingestelde Augér naar de kroon
steekt. Aan virtuositeit ontbreekt het haar echter niet, aan uitbundigheid
evenmin, terwijl zij eveneens blijk geeft van groot inzicht in het karakter
zoals zij dat voor zichzelf, gevormd heeft. Gelukkig maar, want juist
zo'n dramatische spanningsboog heeft deze concertante en vooral op de
muziek gerichte uitvoering hard nodig.
Opmerkelijk genuanceerd is ook de Osmin van Franz-Josef Selig, die niet alleen profiteert van de moderne benadering, maar die met zijn ronde en elastische bas de knorrige haremwachter aanzienlijk meer reliëf geeft dan we gewend waren. Mooi bezet zijn tevens de niet overdreven speelse Pedrillo van Paul Schweinester en lyrisch Blonde van Anna Prohaska, al miste ik bij haar benadering soms toch een humoristische tinteling.
Villazón
Een probleem heb ik echter met de Belmonte van Rolando Villazón, al kan ik alleen maar bewondering hebben voor de manier waarop hij na enkele foute keuzes zijn stem nu weer tot een redelijk goed hanteerbaar instrument aan elkaar heeft weten te lijmen. Met zijn klank, zijn uitstraling en zijn techniek komt hij in de zaal nog een heel eind, althans op momenten waarop zijn goede smaak hem niet in de steek laat, maar een Mozart-rol als Belmonte op de cd is toch iets anders dan Nemorino in het theater.
Het grote probleem is dat de stem van Villazón beduidend heeft ingeboet aan kleurnuances en dynamische mogelijkheden, terwijl alles in het bovenste octaaf aan de scherpe kant is. Daar verliest zijn stem ook aan kleuring en in het recitatief 'Konstanze! Dich wieder zu sehen!' ligt bijvoorbeeld een door adem gesteunde kleuring van de laatste lettergreep van 'Konstanze' buiten zijn mogelijkheden. Dat probleem herhaalt zich de hele daarop volgende aria 'O wie ängstlich': een zogenaamde 'stomme e' aan het slot van een frase hangt er voortdurend een beetje bij en maakt dat keer op keer de frase niet naar behoren kan worden afgerond.
In een aria als 'Wenn der Freude Tränen' wordt zijn expressie monotoon en ontbreekt het in hoge mate aan frasering en woordgevoel. Hier bekommert hij zich duidelijk om een heldere uitspraak, maar ik krijg steeds het gevoel dat hij klanken zingt in plaats van woorden. De herhalingen van 'Liebe' missen expressie, 'Trennung' (klinkt hier als 'Trhe-ennung') krijgt geen betekenis en om 'verloren' in 'Welch ein Geschick!' dramatisch te laten functioneren is echt een klankvolle ronde 'oo' nodig die hier ontbreekt.
Ook kan ik niet wennen aan zijn Duits, zeker niet in de dialogen. Voor het grote publiek bezit zijn uitspraak grote charme en als tv-presentator is hij in Duitsland bijzonder populair, maar dat is toch echt een ander vak dan operarollen vertolken. Ik wil hier Belmonte horen en niet Villazón, en het feit dat ook Belmonte uit Spanje komt, is geen argument - tenzij natuurlijk Blonde met een Engels accent en Osmin met een Turks accent gezongen worden.
Weinig informatie
Voor een klein schoonheidsfoutje zorgt het Vocalensemble Rastatt dat op zich heel acceptabel klinkt, zij het niet altijd homogeen, maar dat voor de 'solistische koorsectie' midden in 'Singt dem grossen Bassa Lieder' wel een extra repetitie had kunnen gebruiken. Verder staat er weinig informatie in het cd-boekje bij deze fraai opgenomen (semi)live-opname, noch over de instrumentale bezetting (ik ben wel nieuwsgierig wat voor fortepiano we constant horen), noch over de gevolgde versie. Die laatste is waarschijnlijk de meest complete die mogelijk was op basis van de Neue Mozart Ausgabe met een deeltje Janitscharenmuziek dat we zelden of nooit horen en enkele maten in 'Martern aller Arten' die ik nooit eerder heb gehoord - en die mijns inziens ook terecht gecoupeerd worden. Een verantwoording daarvan was eveneens op zijn plaats geweest.
|
|