CD-recensie
© Paul Korenhof, juni 2024 |
Precies tien jaar geleden verzorgde CPO een opname van Vasco da Gama, de originele versie van L'Africaine, de enige opera van Meyerbeer die vooral dankzij enkele tenoren (met name Plácido Domingo) nooit helemaal van het repertoire is verdwenen. Die opname kwam met vrijwel onbekende solisten uit de Opera van Chemnitz, maar bezat voldoende kwaliteiten om internationaal stand te houden. Bovendien bood zij met een tijdsduur van 255 minuten een grotere hoeveelheid muziek (van de rijpe Meyerbeer!) dan we ooit gehoord hadden, terwijl ook gebruik werd gemaakt van het originele libretto dat India en niet Madagascar als thuisland van Selika en Nelusko heeft. Een nieuwere (maar ook alweer zes jaar oude) opname, ditmaal weer van L'Africaine, komt uit Frankfurt, een groter theater dat zich daardoor voor de hoofdrol een zanger als Michael Spyres kon veroorloven. Op zich interessant, zeker omdat de vermelding 'Critical edition of Vasco da Gama by Jürgen Selk' een authentieke benadering suggereert. De titel van de uitgave, met L'Africaine vóór Vasco da Gama wijst echter al in een andere richting. En inderdaad: dit mag dan wel een kritische editie zijn, maar dan van Meyerbeer's onvoltooide tweede versie met de titel L'Africaine die dankzij de de Belgische musicoloog Fétis op 28 april 1865, een jaar na de dood van de componist, in de Parijse Opéra in première ging. Dat beide opnamen ook muzikaal enorm verschillen, mag bovendien al blijken uit de speelduur: de musici in Frankfurt waren met 200 minuten bijna een vol uur eerder klaar! Het maakt beide versies bijna tot verschillende opera's, en kritische editie of niet, mijn voorkeur gaat zonder meer uit naar de 'echte' Vasco da Gama , althans voor beluistering thuis. In het theater heeft een voorstelling van een uur korter natuurlijk ook haar voordelen. (Voor meer details over de eerste versie en de problemen daaromheen verwijs ik naar mijn bespreking van de opname uit Chemnitz - klik hier.) Afgezien van dat alles mag de nieuwe opname zeker gehoord worden, al blijf ik hopen op een meer idiomatische en vooral meer Franse versie met een solistenteam dat over de hele linie de uitstraling heeft die de muziek van Meyerbeer eist. In deze uitgave beantwoorden, ondanks beider 'internationale' zangstijl, eigenlijk alleen Michael Spyres en Brian Mulligan aan dat het voor een Franse grand-opéra vereiste niveau. In een door dirigent en regisseur goed voorbereide voorstelling overtuigt de Amerikaanse tenor mij ook meestal meer dan in zijn solo-cd's en andere studio-opnamen, en het demi-caractère van Vasco da Gama lijkt hem op het lijf geschreven. Een van de meest memorabele momenten van deze uitvoering is dan ook zijn met fraaie lyriek gezongen aria (met koor!) 'Ô doux climat' in het vierde bedrijf, beter bekend in de Italiaanse versie 'O, paradiso'. De eveneens Amerikaanse bariton Brian Mulligan geeft een fraaie en vocaal uitstekende vertolking van Nelusko, de dienaar van Selika die in zijn combinatie van enerzijds trouw en toewijding en anderzijds fanatieke vijandschap sterk doet denken aan de lutheraan Marcel in Les Huguenots. De Duitse mezzosopraan Claudia Mahnke past vocaal prima in de rol van de Indische c.q. Afrikaanse prinses Selika, een rol die Meyerbeer had geschreven voor Cornélie Falcon, maar die uiteindelijk werd gecreëerd door haar opvolgster Marie Sass. De persoonlijkheid van Shirley Verrett in de bekende dvd-versie met Domingo uit San Francisco bezit zij echter niet. Een lichter getimbreerde Inès dan Kirsten MacKinnon zou een sterker contrast met Selika hebben opgeleverd, maar de sympathieke vertolking van de Canadese sopraan doet vooral betreuren dat haar rol door alle coupures zo sterk is gereduceerd. Degelijke bijdragen horen we verder onder meer van de bassen Thomas Faulkner als haar vader Don Diego en Andreas Bauer Kanabas als de haar opgedrongen bruidegom Don Pedro. Het door Antonello Manacorda niet altijd met Franse puntigheid geleide orkest van de Oper Frankfurt bewijst dat het technisch nog steeds tot de beste operaorkesten van Duitsland behoort, maar de tijdens meerdere voorstellingen gemaakte live-opname (zonder applaus of duidelijk hoorbaar publiek) klinkt een beetje mat. De tekst in het cd-boekje trekt uitvoerige parallellen met Le Prophète met de nadruk op die laatste opera, bijna alsof extra zinnen over L'Africaine zijn toegevoegd om het geheel geschikt te maken als toelichting bij deze uitgave. Daarbij werd de synopsis afgedrukt die regisseur Tobias Kratzer schreef voor zijn enscenering waarin hij - 'vanwege de verschillende locaties waarop Vasco da Gama en L'Africaine zich afspelen' - de handeling naar een andere planeet verplaatste. (Een reactie op de première in februari 2018 prees Kratzer omdat hij door deze situering eventueel woke-gedoe rond slavernij en huidskleuren had vermeden. Alsof het minder problematisch is om aliens als slaven op te voeren!) Ook inhoudelijk rammelt Kratzer's synopsis, bijvoorbeeld als hij afsluit met de mededeling dat de stervende Selika beseft 'dat haar offer ook voor anderen de dood zou worden', terwijl het libretto echt alleen maar meldt dat Nelusko vrijwillig haar lot deelt. Maar kennis en begrip van het libretto zijn nooit de sterkste punten van deze regisseur (de nieuwe intendant in Hamburg!), voor wie vooral het doordrukken van zijn eigen verhaaltje belangrijk lijkt. Omdat het libretto bij dat alles ongewijzigd bleef, maakt het voor de cd-luisteraar verder niets uit, mits deze natuurlijk het werk kent of een goede synopsis bij de hand heeft. De drie pagina's met nietszeggende foto's van de enscenering hadden trouwens beter gebruikt kunnen worden voor zinniger teksten en een groter lettertype. index |
|