CD-recensie
© Paul Korenhof, maart 2023 |
In een Nederlands operawereldje waarin de sfeer steeds meer bepaald wordt door politiek correct woke-gedoe en quasi-intellectualistisch snobisme (na de Traviata van de Reisopera gaat ook de komende Rusalka van DNO over een 'trans-vrouw'!) is voor een Spieloper van Lortzing natuurlijk geen plaats meer. Bovendien gaat het bij steeds meer regisseurs niet meer om de opera zelf en wordt de partituur gewoon gedegradeerd tot muzikaal behang. Wat moet je dan ook zelfbenoemd regie-genie met een verhaaltje waar geen probleem aan kan worden opgehangen, en met muziek die in alle eerlijkheid alleen maar gericht is op theatraal amusement? Helaas! Niet dat de werken van Lortzing een centrale plaats in het repertoire zouden moeten innemen, maar in een operatheater, waarin meerdere titels per maand op het programma staan, kan zo'n Spieloper op zijn tijd voor aangename variatie zorgen. En laten we eerlijk zijn: werken als Zar und Zimmermann of Der Wildschütz bezitten zeker wel een hoog muzikaal niveau en bieden daarnaast aangenaam theatraal vertier. (Hetzelfde kan trouwens gezegd worden van uiteenlopende werken als Die lustige Witwe, Der Bettelstudent, La Fille de Madame Angot en The Mikado , waarvan ik betwijfel of wij die hier ook ooit nog te zien krijgen.) Ik wil beslist niet suggereren dat Der Waffenschmied op hetzelfde niveau staat als Lortzing's bekendste opera's. Het libretto is echter effectief opgebouwd, ook doordat Lortzing, als acteur heeft meegewerkt aan Friedrich Wilhelm Ziegler's Liebhaber und Nebenbuhler in einer Person waarop hij zijn libretto gebaseerde en de partituur bevat behalve diverse aantrekkelijke aria's en ensembles ook een vrolijke, knap geschreven ouverture. Het is echter of het werk net dat vonkje mist om het op het erepodium te brengen. Wel heb ik een zwak voor Marie's scène in het eerste bedrijf, met een razend knap opgebouwd recitatief en een virtuoze aria, en voor de beide soli van de knecht Georg. De 'hit' van het werk is natuurlijk 'Auch ich war ein Jüngling' en ook dat kan ik mij heel goed voorstellen. De live-opname (met een nauwelijks hoorbaar publiek - geen applaus dus) uit het Theater an der Wien waar de opera 175 jaar eerder in première ging, werkt echter niet mee. Kennelijk was het een concertante uitvoering zonder dialogen, en ook dat is geen voordeel. In een Spieloper zijn dialogen essentieel, niet alleen vanwege het verhaal, maar ook omdat die door hun levendigheid bijdragen aan de sfeer. En aan sfeer ontbreekt het duidelijk in deze weliswaar verzorgde, maar veel te braaf gezongen uitvoering, waarin eigenlijk alleen het Arnold Schönberg Chor het werk tot leven brengt. En soms ook de jonge, veelbelovende sopraan Miriam Kutrowatz, maar behalve iets meer flair (kwestie van ervaring?) had ik juist haar ook dialogen toegewenst om het karakter van Marie te profileren. Nadat ik het eerste bedrijf had beluisterd, pakte ik de bijna zestig jaar oude HMV-opname erbij en het verschil was frappant, maar daarin horen we ook een paar geroutineerde solisten (Kurt Böhme, Hermann Prey, Gerhard Unger, Fritz Ollendorf) onder leiding van de minder bekende maar in het Duitse repertoire doorknede Fritz Lehan. Dat laatste mis ik overduidelijk bij de Brit Leo Hussain die vooral naam heeft gemaakt met 20ste-eeuws repertoire, maar die blijkbaar alle flair en feeling mist voor een Duitse Spieloper. Dat werkt door op de solisten. De bas Günther Groissböck klinkt fraai maar vlak en mist zowel de bonhommie als de warmte van de veteraan Kurt Böhme (vocaal eigenlijk al op zijn retour). De gouvernante Irmentraut en de dubbelrol van Liebenau en Konrad ('Liebhaber und Nebenbuhler') komen bij Juliette Mars en Timothy Connor beter uit de verf, hoewel de laatste als vocale charmeur niet in de schaduw kan staan bij Hermann Prey. Een saaiere Georg dan de kaal getimbreerde tenor Andrew Morstein kan ik mij echter nauwelijks voorstellen. De smeuïge, ook qua timbre hartveroverende vertolking van Gerhard Unger (de beste Pedrillo in de Entführung en David in de Meistersinger die ik ooit gehoord heb) torent er ver bovenuit! Ook technisch schiet de opname iets te kort op het punt van helderheid en sprankeling, maar dat legt evenmin gewicht in de schaal als de aantrekkelijke presentatie. Op deze Spieloper zonder dialogen met een dirigent als vreemde eend in de bijt en solisten die evenmin met dit repertoire vertrouwd zijn, zaten we niet te wachten. Ik in ieder geval niet. index |
|