CD-recensie

Ook Vesselina Kasarova zingt Carmen!

 

© Paul Korenhof, juni 2009


 
   
   

Vesselina Kasarova | Passionate Arias

Cilea: Adriana Lecouvreur 'Acerba voluttà'.

Verdi: Il trovatore 'Stride la vampa'- Don Carlos 'Nei giardin del bello'- 'O don fatale'.

Tsjaikovski: Orleanskaja deva 'Da chas nastal... Prostite vi, kholmi'.

Mascagni: Cavalleria rusticana 'Voi lo sapete, o mamma'.

Bizet: Carmen Habanera - Séguedille - Entr'acte & Chanson gitane - 'Enfin c'est toi!... Je vais danser en votre honneur'.

Saint-Saëns: Samson et Dalila Danse des prêtresses - 'Printemps qui commence'- 'Mon coeur s'ouvre à ta voix'.

Vesselina Kasarova (mezzosopraan), Zoran Todorovich (tenor) Münchner Rundfunkorchester o.l.v. Giuliano Carella.

RCA 88697183502 (opname: oktober 2007)


Terwijl in Het Muziektheater de Bulgaarse Nadia Krasteva de titelrol in Carmen vertolkt, geeft een nieuwe recital-cd van Vesselina Kasarova een indruk hoe haar beroemde landgenote deze opera interpreteert - en dat is indrukwekkend, dat dient gezegd. Kasarova, die de rol in het haar vertrouwde operatheater van Zürich voor het eerst op het toneel zong, is een Carmen van allure, een subtiele verleidster met oog voor de lyrische aspecten van de rol. Haar Carmen is daarbij verre van ordinair, zelfs ietwat afstandelijk, wat de indruk van overwicht op haar mannelijke 'Umwelt' alleen maar versterkt. Je voelt bij deze Carmen ook dat zij ieder moment van mening en gevoelens kan veranderen, niet uit grilligheid of wispelturigheid, maar vooral als teken van vrijheid, zowel tegenover haar omgeving als tegenover zichzelf. Zij is geen slaag van haar eigen gevoelens, maar zet die zo nodig naar haar hand, al was het maar om haar superioriteit te bewijzen! In dat kader was het een goed idee om in plaats van de kaartscène nu eens de dansscène met de verleiding van Don José uit de tweede akte op te nemen. Hoewel: ik had die kaartscène er eigenlijk toch graag bij gehad!

Een geheel ander karakter, maar niet minder krachtig, is haar Jeanne d'Arc in de 'meest Franse' opera van Tsjaikovski: een mens van vlees en bloed, en allesbehalve een heilige die met haar hoofd in de wolken loopt. Een derde vertolking waarmee Kasarova hier troeven uitspeelt is Dalila in de opera van Saint-Saëns, een rol die zij vanuit haar eigen timbre meer als mezzosopraan benadert dan als alt, end ie daardoor jeugdiger klinkt dan we gewend zijn. Ook dat smaakt naar meer.

Jammer dat Kasarova zich voor deze recital-cd niet beperkte tot het Franse repertoire. Er was toch waarlijk genoeg wat zij nog had kunnen opnemen! In plaats daarvan horen we nu een vijftal Italiaanse aria's en die schoenen zijn haar toch echt een maatje te groot. Haar Santuzza (Cavalleria rusticana), evenals Carmen een rol in het grensgebied tussen sopraan en mezzosopraan, levert de minste problemen op, al mis ik hier wel een extra dosis zuidelijke hartstocht.

De prinses van Bouillon (Adriana Lecouvreur), de prinses van Eboli (Don Carlos) en Azucena (Il trovatore) vragen echter een borststem met alttonen die de Bulgaarse mezzosopraan niet van nature bezit. Vreemd overigens dat het lijkt of zij in de grote aria van Eboli het meeste op haar stem moet 'drukken' - of is het een verkeerd zoeken naar 'dramatiek'? En dat terwijl juist Eboli, in de originele Franse versie nota bene geschreven voor een 'zwischenfach-zangeres', haar juist redelijk goed zou moeten liggen. Maar misschien had zij de beide Eboli-aria's ook beter in het Frans kunnen zingen. Het verschil lijkt te verwaarlozen, maar in de praktijk maakt het voor een zangeres meer verschil dan je zou denken!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links