CD-recensie

Mooi zingen is niet altijd 'bel canto'!

 

© Paul Korenhof, november 2018

 

Momento immobile

Bellini: I Capuleti e i Montecchi 'Eccomi in lieta vesta' - La sonnambula 'Ah! non credea mirarti'
Donizetti: Linda di Chamounix 'Ah! tardai troppo' - L'elisir d'amore 'Prendi, per me sei libero ... Poichè non sono amato' - Lucia di Lammermoor 'Regnava nel silenzio' - Don Pasquale 'Quel guardo il cavaliere'
Rossini: Tancredi 'Come dolce all'alma mia' - Otello 'Dagli affanni appresso ... Assisa a pie' d'un salice'- Guillaume Tell 'Sombre forêt'
Venera Gimadieva (sopraan)
Natalia Brzezinska (mezzosopraan)
Alberto Sousa (tenor)
The Hallé
Dirigent: Gianluca Marcianò
Rubicon RCD 1021 (cd)
Opname: Manchester, 27 februari-2 maart 2018

   

In 2014 zorgde de Russische Venera Gimadieva in Glyndebourne voor een sensatie met haar titelrol in Verdi's La traviata, waarvan ik de bluray-registratie later voor deze site besprak (klik hier). Ik hoorde daarop een "slanke lyrische sopraan met donkere ondertonen, maar zoals iedere goede Violetta wel een zangeres met een eigen individualiteit, moeilijk met anderen vergelijkbaar." En even later constateerde ik: "De zang van Gimadieva is niet gericht op 'mooi', maar zindert van leven en dramatiek en in driekwart van haar muziek glanst een onhoorbare traan op de achtergrond."

Dat Gimadieva al snel daarna een solo-cd mocht maken, is niet verwonderlijk, en gezien haar vocalistiek evenmin dat die cd geheel aan het Italiaanse bel canto is gewijd. Haar stem, haar stijl en haar techniek lijken daarvoor geschapen en puur vocaal is deze cd met aria's en scènes van Rossini, Bellini en Donizetti een verrukking. Met deze lyriek, deze helderheid, deze stembeheersing, deze techniek en deze 'italianità' horen we deze muziek tegenwoordig zelden vertolken.

En toch overtuigt het resultaat niet helemaal. Wel bij het beluisteren van losse aria's, in het bijzonder het dromerige 'Sombre forêt' uit Guillaume Tell en zeker ook in de scène met Emilia die vooraf gaat aan het wilgenlied uit Rossini's Otello. In de aria's en scènes van Bellini en Donizetti ontbreekt echter het meest essentiële element voor dit repertoire - en wijlen Leo Riemens hamerde daar altijd op - namelijk: de morbidezza! De 'onhoorbare traan' die ik wel hoorde in La traviata, ontbreekt juist in deze muziek waar zij van wezenlijk belang is!

Juist het echte bel canto is meer dan alleen maar mooi en technisch perfect zingen. Bel canto eist dat een compleet scala aan emoties in de zang hoorbaar wordt. Daarop hamerde Maria Callas toen zij ooit zei: "Als je zingt moet je de emoties in de tekst vlak voordat je de woorden zingt op je gezicht zichtbaar maken!" Het zelf voelen van die emoties is de enige manier om ze op het publiek over te brengen en lachen, zuchten, snikken en dat soort geactreutel zijn alleen maar goedkope, dilettantische hulpmiddelen die voorbijgaan aan de essentie van zang: het voelbaar maken van emoties door de woorden (niet de noten!) een emotionele lading te geven.

Van 'geactreutel' kan ik Gimadieva gelukkig niet betrappen, maar ik mis wel iets. Als Renata Scotto in I Capuleti begint met de woorden 'Eccomi in lieta veste', hoor ik een meisje van vijftien dat haar bruidsjurk bekijkt en weet dat die bestemd is voor en gedwongen huwelijk en dat zij niet met haar geliefde naar het altaar zal kunnen gaan. Bij Maria Callas' 'Ah! non credea mirarti' (La sonnambula) is duidelijk dat verwelkte bloemen haar doen denken aan een geluk dat voorgoed is uitgebloeid en Ileana Cotrubas 'Prendi, per me sei libero' ( L'elisir d'amore ) is doortrokken van de ontroering door wat Nemorino uit liefde voor haar gedaan heeft. Bij Venera Gimadieva kunnen die teksten van alles betekenen en hoor ik vooral bloedmooi zingen, in keurig aangeleerd Italiaans, maar zonder dat daar een traan in doorklinkt.

Het is een wereld van verschil: het verschil tussen bel canto als 'mooi zingen' en bel canto als psychologische schildering, de meest zuivere vorm van muziekdrama. Ik heb al eerder geschreven: bel canto is niet alleen het technisch perfect vertolken van virtuoze muziek, maar het is de mentaliteit waarmee die muziek wordt benaderd. En een Russische zangeres die zelf niet uit de wereld van het Italiaanse bel canto komt, die ook de taal nog heeft moeten leren, heeft een goede coach nodig om dat in haar systeem te krijgen.

Dat ik in La traviata die 'onhoorbare traan' in de zang van Gimadieva wel hoorde, was waarschijnlijk te danken aan het feit dat haar vertolking daar onderdeel was van een complete uitvoering. Onder de beste omstandigheden (Glyndebourne!) had zij voor die voorstelling intensief gerepeteerd met behalve een goede regisseur ook een uiterst kundige dirigent: Mark Elder - voor dit repertoire misschien wel de beste dirigent van dit moment!

De dirigent Tullio Serafin heeft lang met goed opgeleide zangeressen als Rosa Ponselle en Maria Callas gewerkt voordat zij zover waren. Deze cd is helaas een vijf kwartier durende smeekbede van een begaafde zangeres om ook door zo'n coach te worden begeleid, want van dirigent Gianluca Marcianò moet zij het kennelijk niet hebben. Hij is een kundig dirigent en een goede musicus, maar hij begeleidt een aria van Bellini of Donizetti of het een fragment is uit Madama Butterfly. Overigens moet ik daar meteen aan toevoegen: The Hallé staat hem daarbij uitmuntend terzijde, terwijl Rubicon zorgde heldere opname opnamen met over het algemeen een goede balans.

De vormgeving is verder bijzonder fraai en - o ironie - in het cd-boekje vinden we behalve de zangteksten ook een voortreffelijk artikel over het samengaan van de vrouwenstem met de essentie van het bel canto! Bij de zangteksten ontbreekt overigens het duetje met de tenor Alberto Sousa dat volg op 'Prendi, per me sei libero'.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links