CD-recensie

 

© Paul Korenhof, december 2013

 

Forever - Unforgettable Songs from Vienna, Broadway and Hollywood

Aria's en songs van Kilar (The Ninth Gate), Kálmán (Gräfin Maritza), Künneke (Der Vetter aus Dingsda), Lehár (Giuditta, Die lustige Witwe), Joh. Strauss jr. (Die Fledermaus), Loewe (My Fair Lady), Sondheim (Sweeney Todd), Gershwin (Porgy and Bess), Rodgers (South Pacific), Webber (Phantom of the Opera), Bernstein (West Side Story), Arlen (The Wizard of Oz), Fain (Alice in Wonderland), Menken (Arielle, die Meerjungfrau), Churchill (Snow White and the Seven Dwarfs), R.M. & R.B. Sherman (Mary Poppins), Blake (The Snowman) en Chaslin (Wuthering Heights).

Diana Damrau (sopraan), Rolando Villazón (tenor), Royal Liverpool Philharmonic Orchestra o.l.v. David Charles Abell

Erato 5099960266620

Opname: Liverpool, december 2012, Berlijn maart 2013

   

Op het eerste gezicht lijkt dit een merkwaardige cd, maar het resultaat is niet alleen verrassend van samenstelling, theatraliteit en veelzijdigheid. Het blijkt op sommige punten ook een schot in de roos. Zoals Diana Damrau hier operettemelodieën van Kálmán, Künneke en Lehár zingt, met een onweerstaanbare levendigheid, een grote dosis humor, een perfecte dictie en een superbe zangtechniek, heb ik dat sinds de tijden van Erika Köth en Anneliese Rothenberger niet meer gehoord!
Als ik daar meteen mag toevoegen wat ik jammer vind, dan is het eigenlijk dat de hele cd niet met dit repertoire gevuld is. Operette is moeilijk, goed gezongen operettemuziek is zeldzaam, maar wat hier gebeurt is exemplarisch. Diana Damrau blijkt ideaal voor dit repertoire, al maak ik een klein voorbehoud tegen haar Rosalinde in Die Fledermaus . In Adele's 'Mein Herr Marquis' uit dezelfde operette klinkt zij zo speels en overrompelend als de jonge Edita Gruberova, maar Rosalinde's czárdás overtuigt mij daarna iets minder. Daarvoor behoudt zij teveel een jeugdige klank die niet helemaal past bij de toch redelijk door de wol geverfde echtgenote van schuinsmarcheerder Gabriel von Eisenstein.

Er staat echter meer op deze cd, die duidelijk verdeeld is in drie 'blokken', omgeven door twee 'vocalises' (van Kilar en Chaslin). Track 2-7 beslaan de Duits-Weense operette, track 8-14 de Amerikaanse musical (inclusief 'Summertime' uit Porgy and Bess) en track 15-20 de Amerikaanse film. In een toelichting verklaart Damrau niet alleen haar liefde voor deze genres, maar gaat zij ook in op haar ervaring in het zelf zingen ervan. De Duitse sopraan, hier voortreffelijk begeleid door het orkest uit Liverpool onder leiding van David Charles Abell, blijkt bepaald geen klassiek geschoolde zangeres die zo nodig op de populaire toer wil.
Diverse titels blijken jeugdherinneringen of liedjes die zij tegenwoordig voor haar eigen kinderen zingt, maar centraal staan haar ervaringen in Würzburg, waar zij in haar begintijd zestig dagen lang op het toneel stond in May Fair Lady met tussendoor een paar andere uitstapjes in het lichtere repertoire. Dat betekent nier alleen dat zij zich geleerd heeft hoe het is om beroepsmatig dag aan dag op het toneel te staan, maar vooral dat zij gevoel kreeg voor de speciale zangstijl van het 'lichtere repertoire' en dat zij leerde hoe zij haar stemgebruik en haar ademtechniek moest instellen om moeiteloos van gesproken dialogen in zang te kunnen overgaan, een ervaring die essentieel bleek toen zij uitgroeide tot een veelgevraagde Koningin van de Nacht.

Al met al groeide deze cd daarmee uit tot een kleurrijk portret van een zangeres die zich heeft ontwikkeld tot een waar theaterdier. Wel - voor sommigen misschien een waarschuwing - is haar zang vooral 'akoestisch' van karakter, geen 'crooning' met een microfoon die zo ongeveer onder de huig verdwijnt. Ik heb daar geen bezwaar tegen, integendeel! De huidige praktijk met zendmicrofoons, ook in uitstekend bespeelbare theaters en zelfs al soms zelfs al in de opera, is mij een gruwel. Essentieel voor het theater is nu eenmaal dat de acteur zijn emoties op het publiek moet overbrengen en daarbij speelt fysieke intensiteit een grote rol. Bij gebruik van een zendmicrofoon wordt een (groot) deel van de overdracht overgenomen door de techniek, waardoor het publiek meer 'klank' hoort dan met emoties geladen spraak of zang. Maar misschien past dat wel in het huidige theater, dat dikwijls meer gericht lijkt op het via beelden overbrengen van het 'concept' dan op de wisselwerking tussen personages op het toneel en publiek in de zaal.

Wie songs uit musicals en films dus 'ècht gezongen' wil hebben (voor 'Summertime' uit Porgy and Bess spreekt dat natuurlijk voor zich), is bij Diana Damrau aan het goede adres, met als curiositeit een paar Duitse vertalingen (uit Sweeney Todd, The Little Mermaid plus een in plat Duits - Berlijns? - gezongen 'Wäre det nich wundaschen' uit My Fair Lady). De appreciatie kan per luisteraar verschillen, maar dat is vooral een kwestie van smaak. Zo was ik niet weg van het duetje 'Lippen schweigen' uit Die lustige Witwe. Waarom Rolando Villazón hiervoor moest opdraven, is mij een raadsel. Hij is geen Danilo, voegt niets toe (behalve misschien verkoopcijfers) en ik kan wel twintig operettearia's noemen die ik liever had gehoord.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links