![]() CD-recensie De Zweedse Caruso
© Paul Korenhof, januari 2014
|
Vooral bij liefhebbers van 'grote stemmen' geniet de reeks Documents van het label Membran reeds enige tijd grote bekendheid. In dozen van tien discs bieden zij een fascinerende keuze uit opnamen van beroemde zangers van weleer waaruit niet alleen blijkt dat die zangers terecht zo beroemd waren, maar ook dat het zeker zeker voor het grote repertoire met opera's van componisten als Verdi, Wagner, Puccini en Richard Strauss tegenwoordig maar behelpen is. Voor de doos die Documents wijdde aan Jussi Björling, werd uitsluitend gebruik gemaakt van live-registraties die de grote Zweedse tenor laten horen in de periode tussen 1936 en 1959. De oudste opname werd gemaakt tijdens een gastoptreden van de nog jonge zanger in Wenen, waar hij - 25 jaar oud - in de Staatsopera optrad als tegenspeler van de sopraan Maria Nemeth in Aida . De voorstelling werd gegeven in het Duits, zoals daar toen gebruikelijk was, maar Björling zong zijn rol in het Zweeds. Ook zo'n situatie was niet ongebruikelijk en in deze zelfde doos vinden we bijvoorbeeld ook opnamen uit Stockholm van Cavalleria rusticana, La Bohème en Tosca, waarbij Björling zijn rol in het Italiaans zingt in een verder geheel Zweedse voorstelling. In vergelijking met sommige andere zangers had Björling een klein repertoire dat zich gedurende de laatste vijftien jaar van zijn carrière concentreerde op vijf opera's van Verdi, vijf van Puccini, de tweeling 'CavPag' en een vijftal Franse rollen. In deze rollen echter als de legitieme opvolger van Enrico Caruso, in de eerste decennia van de twintigste eeuw de absolute superster van de Met, het theater waar Björling ook zijn grootste triomfen vierde. Van de tien Documents-cd's zijn er vier gewijd aan Verdi, in het bijzonder aan Rigoletto, Il trovatore en Un ballo in maschera, waarbij we van die laatste opera natuurlijk delen horen van de in die tijd nog volstrekt ongebruikelijke 'Zweedse' enscenering die de Met speciaal voor zijn stertenor in 1940 op de planken zette (waarbij de aria 'Ma se m'è forza perderti' in het laatste bedrijf overigens werd weggelaten). Zijn Amelia was toen de onvergetelijke Zinka Milanov, met wie we hem hier helaas niet in andere opnamen horen. Wel kunnen we hem enkele malen beluisteren met Bidu Sayao: in La Bohème, Rigoletto en natuurlijk in Roméo et Juliette, absoluut de beroemdste live-opname die van beiden bewaard is gebleven en ook nog steeds een van de beste uitvoeringen die men zich van de hoofdrollen in Gounod's opera kan voorstellen. Over het geheel genomen is de klank redelijk goed, maar het moet mij van het hart dat ik van diverse live-opnamen van Björling betere versies ken. Jammer is ook dat we wel fragmenten horen uit meerdere opnamen van (onder andere) La Bohème, Tosca, Un ballo in maschera, Rigoletto en Il trovatore, maar dat we niet alleen studio-uitvoeringen missen, in het bijzonder de legendarische duetten met Robert Merrill. Daarnaast had ik in plaats van de dubbeling van bepaalde fragmenten ook graag delen gehoord uit andere live-opnamen, bijvoorbeeld uit de vroege Zweedse opname van La traviata met Hjördis Schymberg. Zoals gebruikelijk bij Documents (en begrijpelijk gezien de prijsstelling) is de presentatie heel karig: een doosje met tien cd's in kartonnen hoesjes met daarop alleen de broodnodige informatie. Zolang er geen blunders worden gemaakt of verkeerde opnamen gebruikt (in de box ge3wijd aan Leonard Warren kwam ik ooit een duet uit Cavalleria rusticana met Robert Merrill tegen), vind ik het verder best, en dus lig ik er ook niet wakker van dat Leoncavallo's succeswerk hier weer verschijnt onder de titel I Pagliacci in plaats van Pagliacci. Het is de nu eenmaal de bekende fout van mensen die het libretto nooit gelezen hebben en die zich evenmin ooit hebben afgevraagd wat de titel van die opera inhoudt. index |
|