CD-recensie

 

© Paul Korenhof, juli 2022

Benjamin Bernheim - Boulevard des Italiens

Puccini: Madame Butterfly 'Adieu, séjour fleuri' - Tosca 'Ô de beautés égales'
Donizetti: La fille du régiment 'Pour me rapprocher de Marie' - La Favorite 'Ange si pur' - Dom Sébastien, Roi de Portugal 'Seul sur la terre'
Verdi: Don Carlos 'Fontainebleau! forêt immense et solitaire . Je l'ai vue' - 'Le voilà! ... Toi, mon Rodrigue . Dieu, tu semas dans nos âmes' - Jérusalem 'L'Emir auprès de lui m'appelle . Je veux encore entendre ta voix' - Les vêpres siciliennes 'Ô toi que j'ai chérie'
Spontini: La Vestale 'Qu'ai-je vu! ... Julia va mourir!'
Cherubini: Ali Baba 'C'en est done fait . C'est de toi, ma Delie'
Mascagni: Amica 'Amica! Vous restez á l'écart . Pourquoi garder ce silence obstiné?'

Benjamin Bernheim (tenor)
Florian Sempey (bariton)
Orchestra del Teatro Comunale di Bologna
Dirigent: Frédéric Chaslin
DG 486 1964
Opname: Bologna, april 2021

   

Bij voorbaat interessant: een recital waarin de prominente Franse tenor van dit moment zich concentreert op muziek die grote Italiaanse componisten schreven of speciaal bewerkten voor de Parijse theaters van hun tijd. Het is een hoek van het repertoire die lang verwaarloosd is, vooral doordat uitgevers als Ricordi weinig heil zagen in dure 'Franse' edities van werken die door het publiek probleemloos in de gangbare 'Italiaanse' edities geconsumeerd werden. (Dat ook die Italiaanse edities nog steeds te wensen overlaten, bewijst overigens een vergelijking van recente uitgaven van opera's van Verdi met de manuscripten en aanvullende notities van de componist zelf.)

Voor de samenstelling van deze cd wendde Benjamin Bernheim zich tot het in de Franse muziek gespecialiseerde Palazzetto Bru Zane in Venetië, waarvoor hij eerder de titelrol in de originele versie van Gounod's Faust vastlegde (klik hier). Met succes, want Bru Zane verzorgde authentieke versies van vrijwel alle opgenomen fragmenten. De uitzonderingen zijn het duet uit Don Carlos (dat horen we in de versie uit de Ricordi-partituur van Ursula Günther en Luciano Petazzoni) en de beide fragmenten uit Mascagni's Amica.

Het is duidelijk dat de cd daarmee enige verrassingen te bieden heeft, hoewel veel details alleen aan de hand van een partituur kunnen worden vastgesteld. Er zijn echter ook verschillen in sfeer en frasering die iedere liefhebber meteen moeten opvallen, en dat geldt vooral de twee bekendste fragmenten: de aria's uit Madame (hier dus niet Madama) Butterfly en Tosca. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat het verschil tussen Cavaradossi's 'Ô de beautés égales' en het Italiaanse 'Recondita armonia' vooral ligt in het feit dat de Franse tekst van Paul Ferrier een intiemere sfeer oproept en daarmee van de zanger een meer introverte benadering vraagt.

Anders is het gesteld met Pinkerton's 'Adieu, séjour fleuri' dat wel degelijk een 'Franse versie' is van 'Addio, fiorito asil'. Bekend is dat Puccini na het Milanese fiasco van Madama Butterfly (17 februari 1904) in ijltempo de partituur herzag, waarna reeds op 28 mei in Brescia de triomftocht van zijn favoriete opera begon met onder meer een ingelast 'Addio, fiorito asil' in het laatste bedrijf. De noodzakelijke haast maakte echter dat Puccini met het resultaat nog niet helemaal tevreden was, maar de Franse première in de Opéra Comique bood hem de kans de partituur in Parijs verder bij te schaven. Dat Ricordi het daar niet mee eens was, spreekt voor zich, maar Puccini hield voet bij stuk en wat we nu kennen als de 'Brescia-partituur', is in feite een naar het Italiaans teruggebrachte revisie van de 'Parijse versie' van 28 december 1906.

Eveneens bij weinigen bekend is het feit dat de première van Mascagni's Amica op 16 maart 1905 in Monte Carlo niet alleen in het Frans gezongen werd, maar dat het werk ook op een Franse tekst geschreven was. Het libretto van Paul Bérel (pseudoniem van de uitgever Paul de Choudens) en Paul Collin werd echter meteen daarna vertaald voor de Italiaanse première in Rome (13 mei) en naar de Franse tekst werd nooit meer omgekeken. Volgens de Italianen was de vertaling van Giovanni Targioni-Tozzetti gewoon beter en voor de uitgever Sonzogno was dat voldoende reden om ook de theaters buiten Italië van de Italiaanse editie te voorzien. In de meeste landen werd de tekst trouwens toch naar de volkstaal omgezet en in Frankrijk zorgde Choudens er wel voor dat daar de originele tekst kon worden gebruikt. De in het Frans gezongen aria van Giorgio is daarmee een ware curiositeit.

Vreemd genoeg schijnt dat laatste ook het geval te zijn met de aria uit Ali Baba, Cherubini's laatste opera die hij in 1833 schreef voor de Opéra, waar - in het voetspoor van Adolphe Nourrit - de ene tenor na de andere toen met zijn 'hoge c' pronkte en componisten daarop gretig inhaakten. Zelfs uit de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, toen de belangstelling voor Cherubini flink opleefde, is mij alleen een Italiaanse opname van deze opera bekend, maar het zou mij niet verbazen als er toch ergens een Franse Ali Baba rondzwierf. Zo niet, dan is de cd ook op dit punt een must voor de verzamelaar.

De overige fragmenten zullen niet iedereen even bekend zijn, maar werden wel al in de een of andere vorm eerder opgenomen. Daarbij horen we overwegend romances, afgestemd op de stem en het karakter van een zanger die zich vooral heeft laten kennen als een uitmuntend vertolker van lyrische en lichtere spinto-partijen. Dat betekent dus dat Bernheim uit La Fille du régiment wel het romantische 'Pour me rapprocher' van de verliefde Tonio heeft gekozen, maar niet het uitbundige 'Ah! mes amis, quel jour de fête!' Voor een enkele 'hoge c' draait hij ook op deze cd zijn hand niet om, maar koketteren met vocaal mitrailleurvuur is gewoon zijn stijl niet.

Wat horen we dan wel? Een uitmuntend gehanteerde lyrische tenor met een Franse scholing die zorgt voor een perfecte tekstweergave. Dat horen we zowel in het naturel van zijn fraseringen en in de plaatsing van de klanken (inclusief een voor de kenner hoorbaar verschil tussen de diverse nasalen) als in de voor Franse muziek essentiële, heldere articulatie. Dat zijn timbre een sterkere Italiaanse openheid laat horen naarmate hij meer boven mezzoforte komt, is stilistisch misschien jammer, maar het logische gevolg van een tijd waarin de opera sterk geïnternationaliseerd is, en zangers als Bernheim dus een groot deel van hun tijd doorbrengen met het zingen van Italiaanse rollen in grote theaters.

Dat oprukken van een Italiaanse klankvorming gaat bij Franse zangers die van nature tekst en verstaanbaarheid het volle pond willen geven, onvermijdelijk ten koste van de typisch Franse 'voix mixte'. Was die bij zangers als Charles Friant, Georges Thill en Alain Vanzo, constant op de achtergrond aanwezig, bij Bernheim treedt die pas naar voren als hij met een teruggenomen volume naar het tweede octaaf gaat, maar dan komt hij ook tot een klankvorming die op dit punt niets te wensen overlaat.

Het bijna tot een zijden draad uitgesponnen 'régnera dans mon coeur' waarmee hij hier het recitatief van Don Carlos afsluit, is werkelijk bloedmooi - een ander woord kan ik er niet voor vinden. Zijn gevoel voor nuances bereikt een nieuw hoogtepunt in de romance zelf, een staaltje van vocaal meesterschap waarmee Bernheim al zijn voorgangers, inclusief Alain Vanzo, in de schaduw stelt. Hij bekroont dit met een al even fraai uitgesponnen 'nos chastes amours' aan het slot - inclusief de door Verdi voorgeschreven triller!

De beide delen uit de oerversie van Don Carlos vormen voor mij overigens het hoogtepunt van deze cd en Bernheim lijkt voor deze opera geboren. Zijn aria uit het eerste bedrijf suggereert naast alle lyriek en hartstocht waar Verdi om vraagt ook nog een jeugdige naïveteit, terwijl uit zijn zang in het duet met Rodrigue blijkt dat hij inmiddels weet dat dromen zelden uitkomen. Mooi hoe hij met zijn eerste woorden zijn vriend bijna om de hals vliegt om meteen daarna de afstand te nemen waar de situatie om vraagt. Fascinerend blijft hier de opbouw van deze scène met veel meer menselijke en dramatische nuances dan we horen in de latere Milanese versie. Daarbij krijgt Bernheim goed tegenspel van Florian Sempey, al zou een zanger als Ludovic Tézier met zijn bredere, meer 'verdiaanse' klank hier ongetwijfeld ook meer uit de muziek hebben gehaald.

Over de overige fragmenten kan ik kort zijn, al kan ik het niet nalaten even te wijzen op het dromerige 'Ange si pur' ('Spirto gentil') uit La Favorite, een van Donizetti's beste opera's. Het was hier ooit een kassucces bij zowel het Théâtre Français als de oude Nederlandsche Opera en de Opera Italiana, maar werd na het overlijden van die gezelschappen hier alleen nog op 25 juni 1992 in Den Haag opgevoerd in een uiterst merkwaardige gastvoorstelling. Bernheim lijkt zich in deze muziek trouwens evenzeer thuis te voelen als in de opera's van Puccini, iets wat ongetwijfeld te maken heeft met het feit dat hij - evenals vóór hem Alain Vanzo - de muziek van beide, onderling zo sterk verschillende Italiaanse componisten benadert op basis van een duidelijk 'Frans' bel canto.

Bernheim profiteert hier van uitstekende begeleidingen door het orkest uit Bologna onder leiding van de ervaren Frédéric Chaslin, maar evenals bij een recital van Nadine Sierra (klik hier) probeert producer Jakob Händel weer roet in het eten te gooien. De totaalklank is ditmaal minder kil en kaal, maar wederom staat de solist te veel op de voorgrond en wederom lijken de bits en de prestaties van de microfoons belangrijker dan de sfeer en de prestaties van de uitvoerenden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links