![]() CD-recensie Cecilia Bartoli's eerbetoon aan de castraten
© Paul Korenhof, december 2009
|
||
Sacrificium - scuola del castratiAria's van Porpora (Siface - Germanico in Germania - Semiramide riconosciuta - Adelaide), Leon (Zenobia in Palmira), Araia (Berenice), Vinci (Farnace), Graun (Demofoonte - Adriano in Siria), Caldara (Sedecia - La morte d'Abel), Broschi (Artaserse), Händel (Serse), Giacomelli (Merope). Cecilia Bartoli (mezzosopraan), Il Giardino Armonico o.l.v. Giovanni Antonini. Decca 478 1521 (2 cd's - opnamen januari-maart 2009) Toen ik jong was, heb ik geleerd dat je kaviaar met een hele lepel tegelijk in je mond moest laten glijden, dat je alles vervolgens tegen je verhemelte moest fijndrukken om je daarna over te geven aan de hemelse modder die zich door je mond verspreidde. Tegenwoordig doe ik zoiets nog maar zelden. Door een teveel zou ik gezien de huidige prijs van kaviaar in een nieuwe kredietcrisis belanden, maar toch: als ik mij bij uitzondering nog aan dit genot overlever, heb ik wel het gevoel dat het alle financiële consequenties ten volle waard is. Die associatie drong zich aan mij op bij het luisteren naar de luxe-uitgave van Sacrificium, de cd-met-bonus-cd die Cecilia Bartoli wijdde aan de 18de-eeuwse castraten, en die door Decca op passende wijze werd uitgegeven. Soms lijkt dit label nog enig gevoel voor artistiek niveau te hebben, al vraag ik mij af of dit echt berust op inzicht, of dat het mogelijk is afgedwongen door superster Bartoli dan wel de angst haar aan een ander label te verliezen. Hoe dan ook: deze Sacrificium is een schitterende uitgave met twee cd's in een smaakvolle verpakking als een fraai boekwerk van ruim honderdvijftig bladzijden met helaas één grote misser. In het boekje wordt namelijk aandacht besteed aan 'de laatste castraat', Alessandro Moreschi (1858-1922), maar Decca verzuimde op de bonus-cd ook een opname van deze zanger mee te geven en juist dat had deze uitgave voor een groot publiek meer diepte kunnen verlenen. De geschiedenis van de grote castraten blijft fascineren, maar in de presentatie van deze uitgave klinkt ook de tragedie door, en niet alleen de tragedie van de beroemde castraten, die ondanks hun positie als afgoden van hun publiek nooit meer als volwaardige leden van de maatschappij konden functioneren. Nog veel groter was de tragedie van al die duizenden, die uiteindelijk niet de stem en de muzikaliteit bleken te bezitten om op het hoogste niveau te kunnen meedraaien - en daarbij komen dan nog de vele duizenden wier 'operatie' totaal zinloos bleek, omdat zij bij nader inzien niet eens beschikten over de talenten om zelfs maar een middelmatig zanger of zangleraar te worden, misschien zelfs niet eens een respectabel koorlid te worden. Dat hier veel geleden is, staat buiten kijf, en het grote aantal zelfmoorden onder deze groep is geenszins verwonderlijk. Zelfs de wetenschap dat zij zelf een vergissing hadden begaan, was deze ongelukkigen ontzegd. Vrijwel altijd vond de operatie namelijk plaats op aandringen van minder gefortuneerde ouders, die hoopten dankzij de mogelijke zangcarrière van hun eigen kind tot grotere welstand te geraken... Uit het enorme repertoire dat in de 18de eeuw voor castraten werd geschreven, heeft Cecilia Bartoli een keuze gemaakt die representatief is voor zowel het technische als het muzikale niveau waarop deze solisten zich bewogen. We horen vijftien aria's waarin vrijwel steeds een ongekende virtuositeit de boventoon voert, afkomstig uit werken die voor het merendeel waarschijnlijk niet voor een complete uitvoering in aanmerking zouden komen. Met andere woorden: het zijn de krenten uit een muzikale pap die gekenmerkt wordt door vertoon aan virtuositeit en waarbij muzikale diepgang geen eerste vereiste was. Een middelmatige uitvoering is voor dit soort muziek dodelijk (wat helaas niet doorgedrongen blijkt te zijn bij alle huidige operadirecteuren), maar met Bartoli aan zet hoeft men op dit punt niet bang te zijn. Er zijn mensen die haar stem en haar 'maniertjes' bij voorbaat verschrikkelijk vinden en eerlijk is eerlijk: als zij 19de-eeuws repertoire zingt, heb ik ook mijn twijfels. Aan de andere kant moet ik ook denken aan Elisabeth Schwarzkopf, die mij ooit zei: 'Maniërisme? Dat betekent alleen maar dat mensen mij meteen herkennen!' Dat laatste is hier onmiskenbaar: geen andere hedendaagse zangeres weet met zo'n enorme precisie alle nootjes in werkelijk de langste en meest virtuoze roulades te realiseren en daarbij ook nog verstaanbaar te blijven. In Giovanni Antonini en Il Giardino Armonico heeft Bartoli hier de ideale partners en het is vooral de combinatie met een breed scala aan instrumentale kleuren waardoor het gevaar van eentonigheid veel minder op de loer ligt dan men zou verwachten. Händels 'Ombra mai fu' uit Serse, in zekere zin een vreemde eend in deze bijt van virtuositeit, is op dit punt exemplarisch, maar ook veel minder interessante muziek gaat hier interessant klinken. Eigenlijk kan ik maar één ding constateren: met deze uitgave heeft Cecilia Bartoli geschiedenis geschreven. N.B. Alvorens te reageren op de aanbieding van een groot dagblad, kunnen geïnteresseerden wellicht beter even op internet zoeken. Via een verzendservice als jpc kan de luxe-uitgave met twee cd's namelijk al snel vier euro goedkoper uitvallen, in ieder geval tot 1 januari 2010. index | ||