CD-recensie 100 jaar Maria Callas (1)
© Paul Korenhof, december 2023 |
Tebaldi, Milanov, Gencer, Stella, zelfs Olivero - alle grote 'Italiaanse' sopranen uit de jaren vijftig lijken in vergetelheid weg te zinken, maar niet Maria Callas. Haar honderdste geboortedag op 2 december was voor Warner zelfs aanleiding twee eerdere verzamelboxen samen te voegen tot één megabox met 135 cd's, 3 Blu-ray Discs en een dvd met libretti, en dat alles voor een prijs die varieert van 329 tot zelfs 409,99 euro (dus googelen loont!). Samengebracht in één gigantische doos zijn twee op zich al indrukwekkende uitgaven van de afgelopen jaren. De eerste uit 2014 bevatte de complete studio-opnamen, inclusief die van Cetra, alle in een zorgvuldige remastering, wat in meerdere gevallen leidde tot een welkome verbetering ten opzichte van de niet altijd ideale eerdere cd-versies die EMI had uitgebracht. Het grootste pluspunt was echter de in diverse lp-versies al technisch omstreden opname van Cherubini's Medea die nu voor het eerst echt goed uit de luidsprekers kwam. In 2017 volgde onder de titel Maria Callas LIVE - Remastered Live Recordings 1949-1964 een tweede verzamelbox. Hierin bevonden zich negentien complete opera's plus drie Blu-ray Discs met de televisieregistraties van concerten in Parijs, Hamburg en Londen, en met ook de beide opnamen van het tweede bedrijf uit Tosca met Tito Gobbi als Scarpia (Parijs 1958 en Londen 1964) . In dit geval leidde de samenstelling echter tot (voorspelbare) kritiek. Die betrof ten dele de soms (zeer) matige klank, bij live-opnamen uit de jaren vijftig bijna onvermijdelijk, maar vooral omdat de samenstellers naar de mening van sommigen niet altijd de best kopieën hadden gebruik. Een belangrijker punt van kritiek betrof de selectie zelf. Vooral van Norma, Tosca en La traviata, maar ook van Lucia di Lammermoor, La sonnambula, Aida en Il trovatore, bezitten we meerdere live-opnamen en de gemaakte keuze had niet ieders instemming. Vooral het ontbreken van een van de opnamen van La traviata uit de Scala onder leiding van Carlo Maria Giulini (uit 1955 en 1956) vormde een gemis dat betreurd werd. Daarnaast bestaan tussen diverse opnamen van Norma dermate grote artistieke verschillen, dat voor een goed artistiek portret meerdere versies op hun plaats waren geweest. In de nieuwe uitgave, LA DIVINA - Maria Callas , zijn op 135 cd's, drie BD's en een dvd-rom met libretti, interviews en andere informatie beide boxen samengebracht. Daarnaast vinden we hier ook de door EMI zelf ooit uitgegeven live-recitals (waaronder dat in Amsterdam met het Concertgebouworkest) en de masterclasses 'Maria Callas at Juilliard'. Een boekwerk van 145 pagina's begeleidt het geheel en de enige EMI-uitgave die ontbreekt, is het ooit op cd uitgebrachte interview dat Edward Downes met de zangeres had, en dat op 30 december 1967 en 13 januari 1968 werd uitgezonden tijdens de pauzes van Met-broadcasts. Bonus-cd Dat laatste blijkt ook uit deze fascinerende cd met repetitiefragmenten, waarbij een passage soms alleen maar vanwege één noot diverse malen herhaald wordt. Altijd zingt Callas voluit, altijd blijft zij vriendelijk en bijna verontschuldigend tegen het orkest, altijd steunt zij op de reacties van de dirigent en (bijna) altijd vertrouwt zij op het oordeel van de producer, bij deze sessies meestal Walter Legge, maar ook Michael Glotz. Geen moeite is haar daarbij te veel, zoals we ook weten van de befaamde repetitiesessies in Dallas (helaas niet in deze box opgenomen), waar zij zich helemaal in dienst stelt van een in het bel canto onervaren orkest door het frase voor frase met de juiste stijl vertrouwd te maken. Na een opname van Le nozze di Figaro onder Barenboim zat ik ooit in een Berlijns restaurant te praten met diens manager Peter Diamand, die als directeur van het Holland Festival Callas in 1959 naar Amsterdam had gehaald. Toen ik hem bij die gelegenheid vroeg hoe hij zich Callas herinnerde, antwoordde hij: 'A most humble artist and at the same time greater than life in everything she did.' Precies zo komt zij ook naar voren uit de repetitie-opnamen op deze bonus-cd. Hoewel er ook enkele substantiële fragmenten tussen zitten, is het vooral een veelzeggende getuigenis van Callas' professionaliteit, van haar dienstbaarheid aan de muziek en van haar streven naar perfectionisme. Tot de langere 'uitgezongen' fragmenten behoren aria's uit Semiramide, Anna Bolena en Lucrezia Borgia, waarbij vooral de entree-aria uit Anna Bolena interessant is, omdat zij daarvan geen definitieve opname heeft nagelaten. Veelzeggend zijn vooral de fragmenten uit opera's van Rossini, die in Semiramide schitterend laten horen hoe zij coloraturen betekenis weet te geven, in La Cenerentola dat de meisjesachtige sprankeling van die rol haar niet lag, en in Guillaume Tell hoe zij door haar kleuring in enkele noten een sfeer van romantiek kon oproepen. Bijna onmisbaar bij dat alles is de gedetailleerde toelichting van Michel Roubinet, vooral omdat op het eerste gehoor niet ieder woord van de onderlinge discussies met dirigent en producer verstaanbaar is. Klik hier voor de volgende aflevering. ______________ index |
|