CD-recensie
© Kees de Leeuw, maart 2025 |
Jan Dismas Zelenka werd in 1679 in Lounovice pod Blaníkem (Duits: Launiowitz), een klein Boheems dorpje op ruim 30 kilometer afstand van Praag, geboren. Zijn vader was leraar en organist en zal ongetwijfeld zijn zoon muziekonderwijs hebben gegeven. De jonge Zelenka leerde viool en viola da gamba te bespelen. Hij werd hoogstwaarschijnlijk opgeleid aan het Jezuïetencollege in Praag en componeerde later enkele composities voor zijn voormalige school. In die tijd schreef hij wereldlijke werken, later componeerde hij vooral geestelijke muziek. Hij werd vermoedelijk op voordracht van baron Johann Hubert Ritter von Hartig, bij wie hij een paar jaar als musicus werkte, in 1711 aangenomen bij de beroemde Dresdner Hofkapelle ten tijde van August de Sterke. Deze keurvorst van Saksen, bovendien enige tijd ook koning van Polen en grootvorst van Litouwen, was sterk cultureel geïnteresseerd en een liefhebber van opera. Maar voor de tot het katholicisme bekeerde heerser moest er aan het hof toch vooral een musicus zijn die katholieke kerkmuziek kon componeren en daar was Zelenka zeer geschikt voor. Met zijn eerste compositie, de Missa Sanctae Caeciliae, maakte hij direct grote indruk. Afgezien van een studieverblijf in Wenen (1716-1719), waar hij les kreeg van de Hofkapelmeester Johann Joseph Fux, en incidentele bezoeken aan Praag bleef Zelenka tot zijn dood in 1745 in Dresden. In veel literatuur wordt Zelenka afgeschilderd als een uiterst vroom katholiek en zeer onderdanig aan August de Sterke en aan God. Hij zou genoegen hebben genomen met een gering salaris, zelfs toen hij de vaak zieke kapelmeester Johann David Heinichen (1683-1729) verving. Hij werd niet diens opvolger: die eer was weggelegd voor Johann Adolph Hasse (1699-1783). In 1735 kreeg Zelenka echter toch promotie en mocht hij de titel Kirchen-Compositeur voeren, mét loonsverhoging. Het kan ermee te maken hebben gehad dat Hasse na zijn grote succes met zijn opera Cleofide in Dresden langere periodes in Italië verbleef en in de praktijk het Zelenka was die vervangend hofkapelmeester optrad. Uit recent onderzoek, blijkt dat hij in elk geval na een aantal jaren aan het hof hoog gewaardeerd werd als componist. Er werd voortdurend een beroep op hem gedaan om voor het hof te componeren, met inbegrip van wereldlijke muziek voor concerten in een kleine setting (aldus het cd-boekje). In zijn thematische catalogus is hiervan vreemd genoeg echter niets terug te vinden. Hij werd in die tijd tevens vrijgesteld van zijn positie als gambist in het orkest. Mogelijk leidde hij een wat teruggetrokken leven als alleenstaand en diepgelovig man. Zelenka leefde echter zeker niet geïsoleerd. Hij werd ook gevraagd om nieuwe collega's op te leiden en werd daarvoor naar behoren betaald. Hij kreeg ook veel waardering van zijn collega-musici, waaronder Bach enTelemann. Pisendel en Weiss waren bevriend met Zelenka. Zelenka componeerde tenminste 21 Missen. De Missa Gratias agimus tibi werd in 1730 hoogstwaarschijnlijk gecomponeerd als dankzegging voor de geboorte van een prins én de verjaardag van de keurvorst. Het is een betrekkelijk korte compositie waarbij mogelijk rekening is gehouden met de keurvorstin die voor de eerste keer na haar bevalling weer ter kerke ging. Het is een karakteristieke en goed herkenbare compositie met een grote variëteit aan vocale partijen met daaronder een deel voor twee sopranen en twee alten, koor en prachtvolle instrumentatie, met behalve houtblazers, twee trompetten, pauken en (een kleine groep) strijkers. Het korte Magnificat (1725) is iets minder uitbundig bezet, maar met belangrijke solopartijen voor sopraan en vooral alt. De twee andere composities werden in dezelfde periode geschreven. Eind 1724 waren een sopraan(castraat), alt(castraat), tenor en bas aangenomen in Dresden en het lijkt erop dat Zelenka speciaal voor hen deze werken schreef. Het Laudate pueri Dominum daarentegen is sober bezet met twee sopranen, alt en bas, met slechts ondersteuning van het basso continuo, al is het wel zeer effectvol. Het Kammerorchester Stuttgart onder leiding van Frieder Bernius heeft een breed repertoire en nam al meer cd's met werken van Zelenka op. De eerste cd met late werken waaronder de Missa Dei Filii werd al in 1989 opgenomen. Zowel de solisten als de orkest- en koorleden hopen in de loop der tijd uiteraard verandering ondergaan, maar één ding is onveranderd gebleven: zowel muziek als uitvoering is van hoog niveau. index |
|