CD-recensie

 

© Kees de Leeuw, november 2024

Baroque Concertos

Vivaldi: Vioolconcert in g, op. 4 nr. 6, RV 316a - in D, op 3 nr. 9, RV230

Albinoni: Hoboconcert in d, op.9 nr. 2

Marcello:
Concert in d, S.D. 35

Telemann: Concerto in f, TWV 51:11

Händel: Concerto grosso op. 6 nr. 5 (HWV 323)

Transcripties voor piccolo-trompet en barokorkest door Simon Wright

Alison Balsom (piccolo-trompet), Pinnock's Players o.l.v. Trevor Pinnock (klavecimbel, orgel)
Warner 5021732273291 • 63' •
Opname: jan. 2024, St Jude-on-the-Hill, Londen

 

De titel van deze cd, Baroque Concertos, is nietszeggend, maar gelukkig staan de namen van de beide hoofdrolspelers, Alison Balsom en Trevor Pinnock, duidelijk leesbaar op de cover. Alison Balsom ‘ontdekte' Trevor Pinnock en zijn ensemble The English Concert toen ze acht jaar was. Ze werkte later meerdere malen met hem samen en maakte met hem al eerder een veelgeprezen cd: Kings & Queens, in 2012 met vooral bewerkingen van werken van Händel en Purcell. Balsom speelt op een natuurtrompet, een authentiek instrument passend bij de barokmuziek zoals Pinnock en zijn English Concert die uitvoerden, gemarkeerd door de historische uitvoeringspraktijk.

Pinnock gaf in een recent interview toe dat hij tegenwoordig veel vrijer musiceert, meer gericht op speelplezier gericht en minder dogmatisch in zijn opvattingen dan toen, met zijn ensemble The English Concert dat hij in 1973 oprichtte. In die tijd waren meer coryfeeën in de oude muziekscene tamelijk rigide in hun opvattingen en gaven zij de indruk dat zij wisten hoe de muziek in de tijd van Bach en Handel geklonken had. Het kwam voor leken als ik allemaal erg overtuigend over behoorde ook ik tot de volgers van deze toonaangevende musici die de 'oude' muziekwereld tot de hunne hadden gemaakt. Maar er kwamen ook anderen met afwijkende opvattingen, zoals Reinhard Goebel met zijn Musica Antiqua Köln, wiens snellere tempi alleen al sterk afweken van die van collega's, later gevolgd door Jed Wentz met het Musica ad Rhenum.

Musici die meenden dat hun authentieke benadering de enige juiste weg was gaven later toe dat er binnen bepaalde kaders veel meer differentiatie kon bestaan en er nog veel vragen over de uitvoeringspraktijk in de tijd van Bach en Handel onbeantwoord bleven. Dirigenten uit de authentieke hoek als Gardiner, Harnoncourt, Brüggen, Koopman en ook Trevor Pinnock stonden uiteindelijk op de bok bij ‘traditionele' symfonieorkesten zoals het KCO.

Musici die kozen voor een minder authentieke benadering zoals Jan Willem de Vriend met het Combattimento Consort Amsterdam en Max Pommer met het Neue Bachische Collegium Musicum richtten rond 1980 kamerorkesten op die vooral barokmuziek speelden De orkestleden gebruikten weliswaar moderne instrumenten, maar stonden onder invloed van de oude-muziekbeweging. Hun interpretaties verschilden daardoor aanzienlijk van de meer romantische uitvoeringen van bijvoorbeeld I Musici en de Academy of St.Martin in the Fields die tot dan toe als toonaangevend werden beschouwd in het domein van de barokmuziek. De scheidslijnen tussen authentiek en niet-authentiek zijn in de loop der tijd gelukkig veel diffuser dan een halve eeuw geleden.

Toch is het wel bijzonder dat Trevor Pinnock met zijn musici voor deze cd-opname authentieke instrumenten hebben gebruikt , met op de voorgrond een soliste die op een hedendaagse piccolo-trompet. Balsom en Pinnock geven aan dat hun inspiratiebron bij de beroemde Franse trompettist Maurice André (1933-2012) lag, die op dit type trompet veel barokmuziek speelde. Maar ondanks alle goede intenties bleek het een hele uitdaging om stijl, intonatie en balans van het orkest spelend op authentieke instrumenten goed af te stemmen op Balsom met haar piccolo-trompet. Het experiment blijkt echter zeer geslaagd.

De arrangementen zijn van de hand van Simon Wright die veel ervaring heeft met trompetmuziek en niet in de laatste plaats omdat hij jarenlang heeft samengewerkt met de trompettist John Wallace. Waarbij komt dat vrijwel iedere liefhebber van barokmuziek bekend is met het feit dat dit soort composities meestal alleen in bewerkingen voorhanden zijn. Vrijwel allemaal zijn ze gebaseerd op concerten met viool of hobo als solo-instrument. De bewerking van het Concerto grosso van Handel vind ik minder succesvol in vergelijking met andere arrangementen omdat dit geen concert is voor een solist met orkest maar een compositie voor twee strijkersgroepen, waarbij de eerste violist 'gewoon' deel uitmaakt van het orkest. De bewerking doet daarom geen recht aan het origineel.

Zowel de soliste als de orkestleden zijn goed, zo niet excellent. Ik moet bekennen dat dit ensemble voor mij nieuw is. Jammer is wel dat het de webpagina van Trevor Pinnock aan actualiteit ontbreekt, overigens een bekend verschijnsel bij meer klassieke musici. In zijn totaliteit is dit 'avontuur' (de uitdrukking komt van Balsom en Pinnock) zeker geslaagd te noemen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links