CD-recensie
© Kees de Leeuw, februari 2025 |
In 2022 besprak ik hier de toen nieuw verschenen cd German Baroque Trumpet Concertos van Thomas Reiner. Het viel mij toen op dat zijn laatst verschenen cd, Baroque Trumpet Concertos, al in 2007 verschenen was. Gelukkig attendeerde Thomas Reiner mij erop dat een nieuwe cd minder lang op zich liet wachten. In de herfst van 2024 verscheen Italian Baroque Trumpet Concertos. Italië speelde een vooraanstaande rol bij de ontwikkeling van het genre trompetconcert in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Ook in Engeland (Handel, Purcell, Jeremiah Clarke e.a.) en Duitsland (Bach, Molter, Hertel, Telemann, Endler e.a.) kreeg de trompet een grote(re) rol als solo-instrument, waarna het instrument een flinke ontwikkeling onderging. In de zeventiende eeuw speelde men vooral op de natuurtrompet. Eerst later volgde de ontwikkeling van de piccolotrompet. Op deze cd bespeelt Thomas Reiner verschillende piccolotrompetten. Voor de kenner: hij bespeelt instrumenten van Schilke en bedankt daarvan het gehele team “for the best trumpets in the world”. Zoals veel trompettisten die barokmuziek spelen, kiest Reiner dus voor een modern instrument en niet voor een trompet (overigens vaak een replica) uit de zeventiende of achttiende eeuw. Een paar maanden geleden besprak ik hier een cd waar Alison Balsom, die eveneens een moderne trompet bespeelt, vergezeld van The Pinnock Players die wel op instrumenten van enkele eeuwen oud spelen. Zelfs dat blijkt goed te werken. Reiner heeft de prima begeleiding van de Interpreti Veneziani, ook al klinkt het geheel hierdoor wat meer naar de muziek uit de Romantiek. Dat zowel Balsom als Reiner voor een moderne trompet kozen lijkt wel logisch omdat natuurtrompetten nu eenmaal heel lastig te bespelen zijn, de trompettist weinig mogelijkheden biedt en de instrumenten vaak snel ontstemd zijn. Zeker wanneer een trompet uit de zeventiende eeuw als solo-instrument wordt gebruikt, klinkt het vaak niet erg mooi. Kortom, ik ben blij met de keuze van Thomas Reiner. Het repertoire voor het Italiaanse trompetconcert uit de Barok blijkt enigszins beperkt. Dat baseer ik op cd's van collega's van Reiner, zoals Ludwig Güttler, Maurice André en Balsom. Vivaldi schreef slechts enkele werken voor de trompet, al dan niet in combinatie met andere instrumenten. De keuze voor een bewerking van een vioolconcert uit zijn opus 3, L'estro armonico, wordt vaker gemaakt en dat is begrijpelijk, want het klinkt ook op de trompet heel natuurlijk en doet zeker recht aan de vaak wat onderschatte kwaliteiten van Vivaldi. Van Andrea Grossi weten we weinig over zijn leven en werk. Hij was waarschijnlijk in zijn laatste jaren als violist aan het hertogelijk hof in Mantua verbonden en moet eerder al in aanraking zijn gekomen met de Bolognese School van zowel beeldende kunstenaars als musici. Voor de musici moeten we denken aan de periode 1650-1750. Maurizio Cazzati was in de periode 1657–1670 kapelmeester aan de San Petronio basiliek in Bologna en speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het soloconcert en de instrumentale muziek. Andrea Grossi schreef tenminste drie sonates voor trompet, strijkers en basso continuo. De virtuoze trompetpartij vraagt veel van de embouchure (contact tussen lippen en mondstuk), zeker omdat de solist destijds was aangewezen op de barokke natuurtrompet. Giuseppe Torelli werkte als violist in Bologna. Hij componeerde veel werken voor viool maar schreef ook 36 werken voor trompet. De twee hier opgenomen composities zijn erg kort en in beide zwijgt in het langzame deel de trompet en is de hoofdrol juist weggelegd voor de viool. Arcangelo Corelli werd onder meer in Bologna opgeleid, alvorens hij naar Rome ging. Vooral zijn Concerti Grossi opus 6 zijn bekend. In zijn oeuvre speelt de viool een zeer belangrijke rol. Met zijn uit twaalf werken bestaande opus 6 is sprake van in totaal 72 composities, een relatief klein oeuvre. Dan zijn er nog 10 werken zonder opusnummer, waarvan een aantal mogelijk niet aan Corelli kunnen worden toegeschreven. Dat geldt overigens ook voor de hier opgenomen sonate. Naar mijn bescheiden mening is de kwaliteit minder dan zijn overige composities en twijfel ik, en niet als enige, of het echt wel een werk van Corelli is. Van Pietro Baldassare (ook wel genoemd Baldassari) is veel werk verloren gegaan en is slecht weinig over hem bekend. Hij was koorzanger in Venetië en werkte later in Brescia. Waarschijnlijk stamt deze sonate uit begin achttiende eeuw, oorspronkelijk geschreven voor een zink (een andere benaming voor cornetto), een instrument dat toen al gedateerd was. De eerste keer hoorde ik het werk op een cd van Ludwig Güttler en dat is al een jaar of veertig geleden. Ik vind het nog steeds bijzonder. Fijn dat Thomas Reiner het ook heeft vastgelegd. Tomaso Albinoni componeerde veel concerten voor hobo en orkest. Meerdere zijn gearrangeerd voor trompet en orkest, een begrijpelijke keuze. Net als bij het concerto van Vivaldi klinkt het met trompet als solo instrument heel natuurlijk en blijft de kwaliteit van de compositie overeind. Op de cd staat zowaar een wereldpremière van Domenico Natale Sarri (ook genoemd als Sarro of Sarra), die in Napels werkte en vooral opera's componeerde. Een kleinood en een mooie verrijking van het repertoire. De Suite voor orgel en strijkers van Domenico Zipoli is door Annette Lauth aangevuld met een partij voor trompet. In dit zesdelige stuk speelt de trompet een bescheiden rol, slechts in het begin en aan het eind. Wel mooie muziek die naar meer doet verlangen. Dat geldt ook voor de lange en langzame melancholieke aria voor strijkers en orgel, met voorts korte soli voor klavecimbel en orgel. index |
|