CD-recensie

 

© Kees de Leeuw, februari 2021

La Catedral

Domeniconi: Koyunbaba

Mangoré: La catedral

Sor: 6 Arien aus der Zauberflöte, op. 19

Tárregas: El Carnaval de Venecia – Variaciones sobre un Tema de Niccolò Paganini

Bach: Sonate voor viool solo nr. 2 in a BWV 1003 (Andante; Allegro)

Brouwer: Un día de Noviembre

Dyens: Libra sonatine

Juan Carlos Navarro (gitaar)
GWK Records GWK 148 • 70' •
Opname: maart 2020, Haus Villigst, Schwerte (D)

 

Enkele maanden geleden uitte ik in een recensie mijn zorg over het voortbestaan van de organisatie GWK (Gesellschaft zur Förderung der Westfälischen Kulturarbeit e.V.), de vereniging die de cultuur van Westfalen wil bevorderen, waar klassieke muziek een grote rol speelt middels concerten en cd's. Gelukkig verscheen er eind vorig jaar toch weer een nieuwe cd van de Peruaanse gitarist Juan Carlos (Arancibia) Navarro die al ruim tien jaar in Duitsland woont. Hij bracht al enige cd's uit op het label GWK, waaronder enkele met de fluitiste Anita Farkas met wie hij het Arie Duo vormt.

De titel van de nieuwe cd is gebaseerd op een driedelige compositie van Agustin Barrios (1885-1944). Hij werd geboren in Paraguay en geldt als eerste gitaarvirtuoos van Zuid-Amerika. Zijn bezoek aan de kathedraal van Montevideo, Uruguay, maakte diepe indruk toen hij er orgelkoralen van Bach hoorde. Het grote contrast van de stilte en de spiritualiteit van de kerk met de grote bedrijvigheid en het lawaai van de straat overweldigde hem zeer. De drie delen La Catedral verbeelden de kerkklokken in de hoogte met de entree van de kerkgangers op straatniveau, vervolgens de plechtige dienst en ten slotte het verlaten van de kerk naar de terugkeer in de rumoerige wereld buiten. Het vergt naar mijn mening wel enige fantasie om dit te horen, maar het maakt de compositie niet minder mooi.

Ook Navarro is een groot bewonderaar van Bach. Na een bezoek aan de muziekwetenschapper Helga Thoene raakte hij in de ban van de drie sonates voor viool solo. Professor Thoene publiceerde in 2005 het boek Eine wortlose Passion waaruit blijkt dat zij de sonates (zonder de partita's) als één geheel ziet, waarin respectievelijk Kerst, Pasen en Pinksteren worden verbeeld, waarbij de tweede sonate in a het middelpunt vormt. Navarro legde de laatste delen, Andante en Allegro, vast op deze cd. Hij is overigens bepaald niet de eerste die de sonate bewerkte voor gitaar. Francesco Teopini (Brilliant) en Petrit Ceku (Naxos) zijn enkele willekeurige namen die ik tegenkwam bij opnamen uit deze eeuw, maar er is ook een opname van ruim een halve eeuw geleden van de wereldberoemde Ida Presti (Decca). Navarro kan zich prima meten met de beste gitaristen van de wereld, lijkt mij. Maar het mooi uitgevoerde en fraaie arrangement voor gitaar mist mijns inziens toch wel iets ten opzichte van het origineel.

De bewerking van Francisco Tárregas (1852-1909) vind ik geslaagder. Navarro koos het omdat het de eerste bladmuziek was die hij van zijn vader kreeg terwijl hij nog geen noot kon lezen. Het werk is gebaseerd op het een transcriptie van Paganini uit 1829 van het volkslied Carnevale di Venezia. De gitaar blijkt een uitstekend instrument om de juiste sfeer te treffen.

Ook Ferdnando Sor (1778-1839) liet zich door een beroemde voorganger, namelijk Mozart, inspireren. Zelf werd de Spanjaard door tijdgenoten als de beste gitarist ter wereld beschouwd en noemde zijn biograaf Franz Sprenzinger hem de “Beethoven der Gitarre”. Al op jonge leeftijd raakte hij in de ban van de opera. Hij kreeg les op de koorschool van Santa Maria de Montserrat, maar zijn moeder haalde hem er vanaf om een militaire opleiding te volgen, conform de traditie van zijn voorvaderen. Hij vocht in het leger om Spanje te verdedigen tegen de Fransen, maar omarmde de idealen van de Franse revolutionairen, verliet in 1813 zijn vaderland en richtte zich nu op een muzikale carrière in Frankrijk. Na verblijf in Londen en Moskou kwam hij weer terug in Parijs. Vooral in de twintiger jaren componeerde hij veel voor gitaar, onder meer Introductie, thema en variaties op een thema van W.A. Mozart op. 9, gebaseerd op een melodie uit Die Zauberflöte. Wat minder bekend zijn de zes airs voor gitaar op.19 uit Die Zauberflöte uit 1824 die op deze cd zijn vastgelegd. Het is fantastische muziek gecomponeerd door en voor een virtuoze gitarist. Later componeerde hij gemakkelijker muziek die ook minder begaafde gitaristen konden spelen. Hij deed dit met tegenzin en schreef soms zeer sarcastische commentaren bij zijn eigen werk. Na de dood van zijn dochter in 1837 schreef hij een mis voor haar nagedachtenis en stopte hij met het componeren. Gelukkig dat Navarro een compositie van Sor uit zijn beste jaren laat horen.

Juan Leovigildo Brouwer Mesquida (1939), zoals hij officieel heet, is beter bekend als Leo Brouwer, een Cubaanse toondichter. Navarro noemt hem de belangrijkste hedendaagse componist van gitaarmuziek. Zijn Un dia de noviembre (een novemberdag) componeerde hij als soundtrack voor de film van Humberto Solás uit 1972. Het gaat over een jonge revolutionair bij wie een hersenaneurysma wordt vastgesteld. Het leidt ertoe dat hij zijn relaties met familie en bekenden overdenkt. Door de ontmoeting met een bijzondere vrouw keert zijn levenslust alsnog terug en krijgt zelfs de vrolijkheid de overhand. Hierna keert hij weer terug naar een contemplatieve en melancholische stemming. Brouwer weet deze verschillende gemoedstoestanden in slechts vijf minuten prachtig weer te geven.

Roland Dyens (1955-2016) vertelde een soortgelijk verhaal in zijn driedelige sonatina, maar dan op autobiografische feiten gebaseerd. Hij voelde zich onprettig en erg onrustig tijdens een reis in India, de titel van het eerste deel. In het tweede deel wordt duidelijk wat de oorzaak is: hij krijgt een hartaanval en wordt zo 'stilgezet' in een langzaam tempo, Largo. Maar hij herstelt in het ziekenhuis en hij voelt weer meer elan. Het laatste deel heet daarom Fuoco (vuur). Dyens vertelde dit verhaal aan Navarro op een symposium in Iserlohn in 2016. Triest genoeg bleek het de laatste keer dat de heren elkaar spraken. In oktober 2016 stierf Dyens. In de muziek zijn de drie verschillende emoties duidelijk te horen. Het is een mooie herinnering aan deze Franse componist.

De compositie Koyunbaba van de Italiaan Carlo Domeniconi (1947) is diens meest bekende werk. Hij doceerde onder meer in Berlijn en Turkije. In zijn muziek lijkt hij een synthese te hebben gevonden tussen muziek uit het Westen en het Oosten. Koyunbaba verwijst naar een regio in Turkije waar Domeniconi verbleef. Koyun Baba is echter ook de naam van een monnik uit de vijftiende eeuwen betekent vader van de schapen. Navarro hoorde ooit een verhaal dat het vierdelige werk gebaseerd zou zijn op de belevenissen van een jonge schaapherder. In het eerste deel vertelt hij de geest van de monnik hoe gelukkig hij is met zijn schapen. In het tweede deel worden enkele schapen gestolen en de schaapherder is veel te laat om de dief te achterhalen. Zijn verdriet overheerst. In het volgende deel berust hij min of meer en vertelt hij Koyun Baba van zijn triest lot en verandert zijn verdriet in woede. In het laatste deel grijpt de monnik in en achterhaalt de dief. Op de website van de componist is dit verhaal niet te vinden. Koyunbaba is vol contrasten en dynamiek, terwijl de gitaar in cis gestemd moet worden. Dit geeft nog eens een heel bijzonder effect, waardoor de compositie meer in het geheugen beklijft.

De mooie opname werd gemaakt in Haus Villigst, Schwerte waar Navarro eerder met de fluitiste Anita Farkas opnamen maakte.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links