CD-recensie
© Kees de Leeuw, januari 2025 |
De intrigerende titel van dit nieuwe album van Simone Drescher is bedacht door haarzelf. Met dit neologisme (nieuw woord), afgeleid van het Oudgriekse logos (spraak, woord) wil ze aangeven dat verschillende muziektalen een dialoog met elkander aangaan. In dit geval moet Drescher het allemaal alleen in goede banen leiden, waar ze op haar eerste cd Humanity nog steun kreeg van een orkest is ze nu de enige musicus. Drescher (geboren in 1990) was al vanaf 2002 leerlinge aan de Hochschule für Musik in Dortmund. Later studeerde ze onder meer in Weimar en Berlijn. In 2012 ontving ze de GWK-Förderpreise Musik en sindsdien heeft de Gesellschaft für Westfälische Kulturarbeit haar verder op weg geholpen. Dat blijkt onder meer uit deze tweede cd-release. Haar eerste cd kreeg drie nominaties. Simone Drescher volgde masterclasses bij Wolfgang Boettcher, David Geringas, Natalia Gutman, Jens Peter Maintz, Tabea Zimmermann en Johann Moser. In 2023 kreeg Simone Drescher drie nominaties voor de Opus Klassik prijs (te vergelijken met onze Edison Klassiek) in de categorieën Instrumentalist van het jaar, Jonge artiest van het jaar en Concertopname van het jaar. Maar helaas viste ze drie keer achter het net. Ze had naar mijn mening toch tenminste in de categorie Nachwuchskünstlerin des Jahres een prijs moeten krijgen omdat er meer prijswinnaars zijn binnen deze categorie en er dus niet specifiek voor slechts één persoon hoeft te worden gekozen. Ik mag toch hopen dat zij met deze cd wel door de jury met een prijs wordt beloond! Zij speelt uitmuntend, breekt een lans voor minder bekend repertoires en weet zich goed te presenteren. Ik hoop dat ze spoedig een Opus Klassik prijs wint. Deze cd is een prachtig visitekaartje. De verschillende muziektalen op deze cd zijn vaak te herleiden tot de Cellosuites van Bach. De Armeense componist Tigran Mansurian (*1939) werd mede geïnspireerd door Bachs Capriccio sopra la lontananza de il fratro dilettissimo BWV 972, waarin het om afscheid gaat met de bijbehorende tragiek. In Mansurians compositie verandert de tragiek in berusting en wordt de muziek steeds zachter, waarbij je wellicht het beeld ziet van iemand die vertrokken is en steeds verder uit het zicht verdwijnt. Dan volgt de stilte die volgens de componist soms veel meer sprekend is dan woorden. De Letse componist Peteris Vasks (*1946) wordt vaak geassocieerd met stilte. 'Fortissimo', het eerste deel uit Gramata cellam (Het celloboek, 1978), is echter allesbehalve dat. Het doet zelfs agressief, dwingend, dreigend aan en is in esthetisch opzicht niet echt mooi te noemen. Maar het tweede deel, 'Pianissimo', is dat wel, een prachtige reactie met kalmerende, rustige, tedere muziek, geïnspireerd door de liefde. In een paar passages moet de solist fluiten als een vogel. Veel musici zingen echter en ook Simone Drescher heeft voor deze optie gekozen. Prachtig! Uiteindelijk sterft de muziek uit en ontstaat de stilte. Hoe weerbarstig 'Fortissimo' op het eerste gehoor ook mag klinken, je moet wel respect hebben voor Dreschers intense betrokkenheid. Vasks mag dankbaar zijn met deze jonge soliste die zich zozeer voor zijn muziek inzet. In 2018 werden er al video-opnamen gemaakt van uitvoeringen van Gramata cellam met Drescher. Ze zijn op YouTube te bekijken. De Franse componist David Chaillou (1971) was zo onder de indruk van deze video's dat hij met Drescher contact opnam. Hij componeerde L'oiseau dat hij uiteraard aan haar opdroeg. De compositie is niet eerder op cd verschenen en dus als zodanig een wereldpremière. Het stuk verbeeldt de vogels die tussen hemel en aarde vliegen. Net als in Pianissimo van Vasks heeft de soliste twee rollen, die van celliste en zangeres. Cello en stem zijn fraai geïntegreerd en als zodanig onlosmakelijk met elkaar verbonden waardoor het een ander effect heeft als bij Vasks. Een bijzonder werk van Chaillou dat recht doet aan de kwaliteiten van de soliste. Chonguri van Sulkhan Tsintsadze (1925-1991) verwijst naar een Georgische luit. Tsintsadze was cellist en componeerde twaalf strijkwartetten en drie celloconcerten. Chonguri telt amper honderd seconden en wordt pizzicato gespeeld. Pau (Pablo) Casals (1876-1973) werd vooral bekend vanwege zijn interpretatie van Bachs Cellosuites. Hij maakte in 1971 een celloversie van een traditioneel kerstlied uit Catalonië,El cant dels ocells, het lied van de vogels. Hij voerde het uit tijdens een bijeenkomst van de Verenigde Naties en zei in een toespraak dat de vogels “vrede, vrede, vrede” zingen en dat alle grote componisten de melodie mooi zouden hebben gevonden. Het is inderdaad mooie en toegankelijke muziek. Zijn jongere broer Enric (1892-1966), violist, dirigent en componist, schreef in 1973 een vierdelige suite als herinnering aan Pau. Een compositie waarin Bach bijna hoorbaar is en waarin de Romantiek duidelijk doorklinkt, een groot verschil met het werk van Vasks dat slechts 5 jaar jonger is. Deze cd is vol afwisseling en geeft een goed beeld van het grote talent en de veelzijdigheid van Simone Drescher. Haar prachtige cello uit 1700 van Giovanni Battista Grancino, een bruikleen van de Deutsche Stiftung Muskleben, is mooi vastgelegd in een ruimtelijke opname. index |
|