CD-recensie
© Kees de Leeuw, juli 2023 |
In 1706 reisde Händel naar Italië voor een studiereis die jaren zou duren. In hetzelfde jaar of een jaar later arriveerde hij in Rome. Volgens John Mainwaring die in 1760 een boek over de componist publiceerde zou de roem die Händel in Florence en Venetië verworven had zo groot zijn geweest dat hij al bekend was vóór zijn komst in Rome. Volgens andere beschrijvingen zou Händel zijn reis in Florence begonnen zijn en was Rome zijn volgende verblijfplaats. Bovendien had hij nog weinig gecomponeerd. Het is mijns inziens daarom niet zo waarschijnlijk dat Händel al zoveel faam genoot toen hij in de hoofdstad arriveerde. Zeker is dat Arcangelo Corelli in Rome wél een beroemdheid was en er belangrijke opdrachtgevers had, waaronder Pietro Ottoboni en Francesco Maria Ruspoli. Ook Händel ging voor hen aan de slag en kwam zo vanzelfsprekend in contact met Corelli. Samen zaten ze op een podium: Corelli als concertmeester en Händel aan he klavecimbel als leider van ensemble. Hij maakte er zijn debuut als componist van de oratoria Il trionfo del Tempo en La Resurrezione. Van Corelli zal hij op dit gebied waarschijnlijk weinig geleerd hebben, want de Italiaan lijkt alleen instrumentale muziek te hebben geschreven. De triosonates, het dozijn sonates voor viool en continuo en de 12 concerti grossi op. 6 hebben Händel wel geïnspireerd. Er is één werk waarvan het zeker is dat beide heren het samen uitvoerden en dat is de ouverture van Il trionfo. De korte compositie van de Spaanse componist, gitarist en muziektheoreticus Santiago de Murcia (1673-1730) is een mooie inleiding op La Follia van Corelli, een prachtige vioolsonate, met in dit geval als begeleiding cello, gitaar, claviorganum en theorbe. Wat een prachtige klankkleuren van dit frisse jonge ensemble met een heldere klank! Wat deze opname echt bijzonder maakt zijn de gebruikte instrumenten. Het enige werk dat Corelli voor hobo componeerde komt uit een tijd dat de schalmei zich ontwikkelde tot de (barok)hobo. Welk instrument Corelli voor ogen had is echter niet duidelijk. Voor deze opname werd gekozen voor een instrument uit 1685, d.w.z. uit de overgangsfase, van Richard Haka (ca. 1645-1705). Hoewel geboren in Engeland bracht hij een groot deel van zijn leven in Nederland door en kreeg hier naam als bouwer van houten blaasinstrumenten en als stichter van een Amsterdamse School voor instrumentmakers. U kunt in het Rijksmuseum enkele schalmeien of hobo's van hem zien. Het instrument klinkt anders dan we gewend zijn van een barokhobo, mede dankzij de wijd uitlopende beker van de hobo. Het doet zelfs enigszins aan een trompet denken en het is geen verrassing dat Corelli zelf de trompet als alternatief voor de hobo suggereerde. Welhaast nog meer bijzonder is het gebruik van een claviorganum op deze cd. Dit instrument is een combinatie van orgel(pijpen) en klavecimbel(snaren). De oorsprong gaat terug naar de zestiende eeuw . Rond 1730 bestelde Händel een uitgebreid claviorganum voor het Covent Garden Theater en was de rol van het instrument nog niet uitgespeeld. Twee instrumenten verenigd in een instrument biedt uiteraard vele mogelijkheden. Gesuggereerd wordt in het cd-boekje dat Händel het niet alleen bij zijn oratoria gebruikte maar ook bij zijn orgelconcerten. Het hier gekozen orgelconcert De koekoek en de nachtegaal krijgt een extra dimensie door het toevoegen van een nachtegaalregister. Deze vogelzangregisters werden vooral in de zestiende en zeventiende eeuw soms toegevoegd aan orgels en ook claviorgana. “Een dergelijk register bestaat uit een set van twee of meer kleine pijpjes waarvan de uiteinden in het water hangen en bubbeltjes blazen om het kwetterende geluid van de vogel te imiteren”, aldus de informatieve toelichting in het boekje. Op het claviorganum van Markus Harder-Völlkmann uit 2002 ontbrak een dergelijk register en werd het toegevoegd speciaal voor deze opname. index |
|